Kennismaking met Procestechniek les 4

PROCESTECHNIEK
D&P keuzemodule
Kennismaking met Procestechniek
les 4
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
ProcestechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 200 min

Éléments de cette leçon

PROCESTECHNIEK
D&P keuzemodule
Kennismaking met Procestechniek
les 4

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn de drie categorieën eenheidsbewerkingen?
A
Chemisch - Fysisch - Klinisch
B
Biologisch - Chemisch - Fysisch
C
Mechanisch - Biologisch - Chemisch
D
Fysisch - Chemisch - Mechanisch

Slide 2 - Quiz

Noem tenminste drie voorbeelden van mechanische eenheidsbewerkingen.

Slide 3 - Question ouverte

Noem tenminste drie voorbeeld van fysische eenheidsbewerkingen.

Slide 4 - Question ouverte

met welke formule bereken je de concentratie?
A
concentratie = opgeloste hoeveelheid : totale hoeveelheid
B
concentratie = totale hoeveelheid : opgeloste hoeveelheid
C
concentratie = opgeloste hoeveelheid x totale hoeveelheid
D
concentratie = totale hoeveelheid x opgeloste hoeveelheid

Slide 5 - Quiz

noem tenminste drie voorbeelden van eenheden voor het begrip concentratie.

Slide 6 - Question ouverte

In 100 ml suikersiroop is 30 gram suiker opgelost.
De concentratie suiker is..?

Slide 7 - Question ouverte

Automatiseren en meten aan diverse parameters

Slide 8 - Diapositive

PID symbolen
piping and instrumentation diagram

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Belangrijke parameters
Tijdens een productie zal tijdens het proces velen parameters gemeten worden. Een heleboel grootheden moet tenslotte goed ingesteld staan om het beste product te kunnen maken.

Slide 13 - Diapositive

Druk
druk is de drukkracht per oppervlakte-eenheid.
De SI-eenheid van druk is de pascal (Pa), maar ook de bar en de atmosfeer worden soms gebruikt.

Slide 14 - Diapositive

Druk in een 
vloeistof kolom
p = druk in Pascal (Pa)
ƍ = dichtheid (kg/m3)
g = zwaartekracht of valversnelling 9,81 N / 9,81 m/s2
h = diepte (m)
1 Pa = 1 N/m2


Slide 15 - Diapositive

De plek van de drukmeter 
is belangrijk

Slide 16 - Diapositive

De balgdrukmeter

Slide 17 - Diapositive

De bourdonbuis drukmeter

Slide 18 - Diapositive

De membraan drukmeter

Slide 19 - Diapositive

De elektrische Capacitieve drukmeter

Slide 20 - Diapositive

Met welke formule bereken je de druk op een oppervlak
A
P=ρ.g.h
B
P=AF
C
P=ρ.AF
D
P=ρ.FA

Slide 21 - Quiz

Laat met een berekening zien wat de druk op de werkvloer is als daar een vat met olie
van 75 kg (750N) staat op 0,45 m3.

Slide 22 - Question ouverte

Welke drukmeter is het meest geschikt voor zeer hoge druk?
A
balgdrukmeter
B
bourdonbuis drukmeter
C
membraandrukmeter
D
elektrische capacitieve drukmeter

Slide 23 - Quiz

Welke drukmeter is het meest geschikt voor zeer agressieve vloeistoffen?
A
balgdrukmeter
B
bourdonbuis drukmeter
C
membraandrukmeter
D
elektrische capacitieve drukmeter

Slide 24 - Quiz

Welke drukmeter is het meest geschikt om aan te sluiten op een computer voor automatisch regelen?
A
balgdrukmeter
B
bourdonbuis drukmeter
C
membraandrukmeter
D
elektrische capacitieve drukmeter

Slide 25 - Quiz

Doordraai programma
 ○ Opdracht waterkwaliteit (op papier)
 ○ Opdracht Pneumatiek (opdrachtblad + inleveren via Magister)
 ○ Opdracht Maakindustrie (Magister opdrachten)
 ○ Opdracht Pong Scratch (Magister mail)
 ○ Gemiste / nog niet ingeleverde opdrachten
                        ○ Opdracht 1 oriëntatie omgeving
                        ○ Opdracht Tyleen koppeling
                        ○Thuisopdracht processchema

Slide 26 - Diapositive