Les articles / De lidwoorden

Welke lidwoorden ken je in het Frans?
1 / 32
suivant
Slide 1: Carte mentale

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welke lidwoorden ken je in het Frans?

Slide 1 - Carte mentale

Lidwoorden staan voor ...
A
meerwerkend voorwerp
B
zelfstandige naamwoorden
C
bijvoeglijke naamwoorden
D
lijdend voorwerp

Slide 2 - Quiz

Welke 3 lidwoorden ken je in het Nederlands?

Slide 3 - Carte mentale

Bepaald of onbepaald lidwoord
* De en Het zijn bepaalde lidwoorden
* Een is een onbepaald lidwoord

Slide 4 - Diapositive

   
                                  de/het = le, la, l´, les

Slide 5 - Diapositive

Een = un, une, des


Een =
  • un > mannelijk
  • une > vrouwelijk
  • des > meervoud
let op
des heeft geen Nederlandse vertaling dus:
des filles = meisjes               /           des copines = vriendinnen
une fille
un garçon

Slide 6 - Diapositive

Na deze uitleg denk ik dat ik het wel begrijp en kan ermee aan de slag.
JA
NEE
BIJNA

Slide 7 - Sondage

Sleep de Franse lidwoorden naar de juiste Nederlandse vertaling
De / het
Een
des
une
un
les
l'
la
le

Slide 8 - Question de remorquage

Welke lidwoorden zijn voor mannelijk enkelvoud
A
le, un
B
le, la
C
une, un
D
des, les

Slide 9 - Quiz

Welke lidwoorden geven aan dat een woord mervoud is?
A
un, le
B
une, la
C
l´, les
D
des, les

Slide 10 - Quiz

Kies uit: le, l´, la, les

(... ami)
A
B
la
C
le
D
les

Slide 11 - Quiz

Kies uit: le, l´, la, les

(... plage)
A
la
B
le
C
D
les

Slide 12 - Quiz

Kies uit: le, l´, la, les

(... chat)
A
les
B
la
C
le
D

Slide 13 - Quiz

Kies uit: le, l´, la, les

(... hôtel)
A
la
B
les
C
le
D

Slide 14 - Quiz

Kies uit: le, l´, la, les

(... frère)
A
la
B
les
C
le
D

Slide 15 - Quiz

Kies uit: le, l´, la, les

(... campings)
A
la
B
le
C
les
D

Slide 16 - Quiz

Kies uit: le, l´, la, les

(... famille)
A
le
B
les
C
D
la

Slide 17 - Quiz

Kies uit: le, l´, la, les

(... caravanes)
A
le
B
les
C
D
la

Slide 18 - Quiz

Kies uit: le, l´, la, les

(... tente)
A
B
le
C
la
D
les

Slide 19 - Quiz

Kies uit: le, l´, la, les

(... fille)
A
la
B
le
C
les
D

Slide 20 - Quiz

Kies uit: le, l´, la, les

(... copain)
A
B
les
C
le
D
la

Slide 21 - Quiz

Geef het juiste lidwoord.
een hond = ... chien (m)

Slide 22 - Question ouverte

Geef het juiste lidwoord.
een barbecue = ... barbecue (m)

Slide 23 - Question ouverte

Geef het juiste lidwoord.
een jongen = ... garcon (m)

Slide 24 - Question ouverte

Geef het juiste lidwoord.
een zus = ... soeur (v)

Slide 25 - Question ouverte

Geef het juiste lidwoord.
een week = ... semaine (v)

Slide 26 - Question ouverte

Geef het juiste lidwoord.
een bal = ... balle (v)

Slide 27 - Question ouverte

Geef het juiste lidwoord.
vriendinnen= ... copines/amies (mv)

Slide 28 - Question ouverte

Geef het juiste lidwoord.
activiteiten= ... activites (mv)

Slide 29 - Question ouverte

Hoe weet of een woord mannelijk of vrouwelijk is?
* Leer het lidwoord bij de rest van de woorden

Slide 30 - Diapositive

Ik heb een helder idee over lidwoord in het Frans en ik kan mijn kennis erop toepassen in oefeningen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage

Slide 32 - Diapositive