Zet een kunstenaar herkenning/vervreemding bewust in?
Bekijk 00:00-00:33 van FREAK
https://vimeo.com/374159236/9151e2e4e0
Waar gaat deze film over denk je?
Slide 2 - Diapositive
Voor de les krijgt elke leerling 2 post-its in 2 verschillende kleuren. De leerlingen kijken de eerste 30 seconden van de film. Daarna moeten ze op een van de kleuren Post-its opschrijven wat zij denken wat voor film dit gaat zijn en waar deze film over zal gaan.
FREAK
Dawid Ullgren
2017
Zweden
7’
Drama
Identiteit, Onzekerheid, Buitensluiting
Slide 3 - Diapositive
Introduceer de film en de bijbehorende informatie: Titel: Freak Regisseur: Dawid Ullgren Land: Zweden Duur: 7’ Thema(s): Identiteit, Onzekerheid, Buitensluiting Genre: Drama Deze film was onderdeel van het educatieprogramma van het International Film Festival Rotterdam (IFFR) in 2017. Op de Post-its met een andere kleur, krijgen de leerlingen de vraag: waarom valt deze jongen buiten de groep of waarom plaatst hij zichzelf buiten de groep? Let op: geef de leerlingen nog niet de informatie dat Ziggy langzaamaan in een vis verandert!
Alle post-its, zowel die over de verwachting als die over de jongen mogen voor in het lokaal worden opgeplakt. De docent kiest van beide categorieën een aantal post-its om klassikaal te bespreken.
Vraag aan leerlingen: hoe kan een film die over buitengesloten worden of buitengesloten voelen toch nog positief eindigen?
FREAK
https://vimeo.com/374159236/9151e2e4e0
Bekijk nu de gehele film
Slide 4 - Diapositive
Laat de film aan de leerlingen zien.
EERSTE REACTIE
Slide 5 - Diapositive
Vraag klassikaal: wat vond je van de film en waarom?
Stimuleer de leerlingen om te praten over de beelden, de verhaallijn, het spel, het decor, de kostuums.
WAS DE FILM WAT WE ER VOORAF VAN VERWACHTTEN?
Slide 6 - Diapositive
Pak weer een paar post-its er bij waarop de leerlingen hun verwachtingen na de eerste 30 seconden hadden opgeschreven. Komen deze verwachtingen overeen? Hoe komt dit? Komen deze verwachtingen niet overeen? Hoe komt dit?
Elementen die hier aan bij kunnen dragen zijn kleur, geluid, intensiteit van de blik.
KOSTUUM & MAKE-UP
Slide 7 - Diapositive
Het lichaam van Ziggy verandert beetje bij beetje. Wanneer had jij door dat dit kieuwen en vinnen werden. Hoe kwam dit?
PERSONAGE
Slide 8 - Diapositive
De schoonmaker herkent zichzelf in de jongen. Waarom heeft de filmmaker voor een schoonmaker gekozen? Waarom is dit inhoudelijk een goede keuze van de filmmaker?
Dit is in de film ook iemand die alleen handelt. Hij lijkt ook niet ergens bij te horen. Er wordt in de maatschappij wel eens neergekeken op dit beroep, hiermee wordt hij misschien ook wel buitengesloten.
KLEUR & LICHT
Slide 9 - Diapositive
Wat valt op aan het kleurgebruik? Welke kleuren komen veel voor? Blauw, bruin, donkere kleuren, ... Wat valt op aan het licht? De beelden zijn vrij donker, er is veel schaduw, veel tegenlicht, ...
Wat is het effect hiervan? Bijvoorbeeld: spanning, sombere/zware sfeer, ...
KOSTUUM
Slide 10 - Diapositive
Het kostuum van de schoonmaker draagt bij aan het verhaal. Waarom zijn keuzes in zijn kostuum zo belangrijk? Zijn handschoenen verbergen zijn identiteit. Hij heeft zich vermomd en doet zich dus anders voor dan hij eigenlijk is.
KIEUWEN & VINNEN?
Slide 11 - Diapositive
Wij komen waarschijnlijk nooit iemand met kieuwen en vinnen tegen, maar de filmmaker bespreekt wel een herkenbaar onderwerp: anders voelen dan anderen. Dit kan ervoor zorgen dat mensen zich buitengesloten voelen of zelfs buitengesloten worden. Naar welke onderwerpen zou deze film kunnen verwijzen? Eigen invulling van de leerling.
POSITIEF EINDE
Slide 12 - Diapositive
Eindigt de film positief? Waarom wel? Waarom niet?
Het einde is hoopvol. Hoe zouden we dat kunnen zien? Ziggy staat met opgeheven hoofd terwijl hij aan het begin meer naar beneden was gericht. Hij gaat de trap op richting het lichte zwembad: hij durft zichzelf te presenteren.
VERDIEPENDE OPDRACHT
Slide 13 - Diapositive
Verdeel de klas in 2 groepen. De ene helft krijgt de opdracht een droevige foto te maken, de andere helft krijgt de opdracht een vrolijke foto te maken. Er mogen echter geen mensen op de foto staan: de sfeer moet duidelijk worden door bijvoorbeeld de kleuren en het licht.
Ze maken de fotos met hun telefoon.
De leerlingen leveren hun fotos in via de volgende slide. Kunnen ze daarna raden wat de gekozen sfeer was per foto? Hoe komt dit?
VROLIJK OF DROEVIG?
Slide 14 - Question ouverte
Bespreek de foto's: welke is droevig, welke is vrolijk? Waarom lijkt dit zo te zijn?