§2.2 Waarom zou je sparen?

Paragraaf 2.2
Waarom zou je sparen?
timer
1:30
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 2.2
Waarom zou je sparen?
timer
1:30

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Terugblik § 2.1 (5 min.)
  • Uitleg § 2.2 (10 min.)
  • Zelfstandig aan het werk (40 min.)
  • Afsluiting (5 min.)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik § 2.1
Pinpas of portemonnee?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chartaal geld gaat om...
A
Munten en bankbiljetten
B
Geld op je bankrekening

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Giraal geld gaat om...
A
Munten en bankbiljetten
B
Geld op je bankrekening

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een nadeel van elektronisch betalen.
timer
1:30

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragraaf 2.2
Waarom zou je sparen?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:00
Waarom is het verstandig om geld te sparen?

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Geef een voorbeeld van sparen uit voorzorg. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je fiets is vrij fragiel en je bent bang dat het binnenkort kapot gaat. Daarom spaar je alvast voor een nieuwe. Voor welke reden spaar je nu?
A
Sparen voor een doel.
B
Sparen uit voorzorg.
C
Sparen voor de rente.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je spaart omdat je voor een hoger bedrag een hogere vergoeding van je bank krijgt. Voor welke reden spaar je nu?
A
Sparen voor een doel.
B
Sparen uit voorzorg.
C
Sparen voor de rente.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik doe het voor...
Spaarrekening: €341,74.
Rente: 2,1% per jaar.
Welk bedrag aan rente heb ik na 4 jaar?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wij doen het samen...
Spaarrekening: €250.
Rente: 1,6% per jaar.
Welk bedrag aan rente heb ik na 2 jaar?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sander zet € 7.500 op de bank. Hij ontvangt 3% rente.
Hoeveel geld heeft hij op zijn bankrekening nadat de rente is bijgeschreven?
timer
2:00

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:00
Ruilmiddel
Spaarmiddel
Rekenmiddel
Ik koop twee appels bij de supermarkt.
Elke maand sla ik €15,- op mijn bankrekening.
Deze chocoladereep is €7,34

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten
Maken deze les:
  • Opdracht 14 t/m 27.

Wat ga je doen als je klaar bent?
  • Nakijken!
  • Aansluiten LessonUp-klas voor degenen die nog moeten!
  • Lezen OF leren!

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions