Toolboxenquiz - eigen vragen leerlingen

• Nederlands
• Middelbare school
• WO
• vwo
• Leerjaar 3

Wat is de juiste volgorde van de leesstrategieën?

1. Ophelderen, voorspellen, samenvatten, terugkijken, vragen stellen
2. Voorspellen, ophelderen, vragen stellen, terugkijken, samenvatten
3. Voorspellen, ophelderen, vragen stellen, samenvatten, terugkijken
4. Vragen stellen, voorspellen, ophelderen, samenvatten, terugkijken

Wat is de goede volgorde van de leesmotor?

1. woordkennis- voorkennis- makkelijker lezen- leuker lezen- meer lezen- beter in bijna alle vakken
2. woordkennis- voorkennis- makkelijker lezen- meer lezen- leuker lezen- beter in bijna alle vakken
3. voorkennis- woordkennis- makkelijker lezen- leuker lezen- meer lezen- beter in bijna alle vakken
4. voorkennis- woordkennis- makkelijker lezen- meer lezen- leuker lezen- beter in bijna alle vakken

Wat is het doel van grondig lezen?

1. Je zoekt naar een geschikte tekst of naar bepaalde informatie.
2. Je wilt snel weten waar een tekst over gaat en of hij interessant is om verder te lezen.
3. Je wilt echt begrijpen wat je leest en je wilt het onthouden.
4. Je wilt weten of het waar is wat je leest en of jij het met de tekst eens bent.

Wat is de eerste stap van grondig lezen?

1. Samenvatten
2. Ophelderen
3. Voorspellen
4. Vragen stellen

Noem 3 verschillende strategieën voor grondig lezen. (Arlette)

Wanneer gebruik je een signaalwoord? (Esther)

Welk verband geeft het signaalwoord 'uiteindelijk' aan?

1. tijdsverloop
2. samenvatting/conclusie
3. opsomming

Welk verband geeft het signaalwoord 'evenals' aan?

1. voorbeeld
2. vergelijking
3. opsomming

Welk verband geeft het signaalwoord 'hoewel'?

1. samenvatting/conclusie
2. argument
3. tegenstelling

https://www.ad.nl/. Is dit een betrouwbare bron? Waarom wel of niet? (Femke)

Hoe kun je weten of informatie op internet betrouwbaar is? (Thomas)

Wat is geen bron?

1. De online website
2. de titel
3. de datum
4. naam auteur

Leesstrategieën
Wat is het doel van ophelderen?

1. Een moeilijke tekst in het geheel zien.
2. Bepalen of je een tekst gaat gebruiken.
3. Zorgen dat je tijdens het lezen alles gaat begrijpen.
4. Bepalen of de tekst betrouwbaar is.

Welke strategie moet je gebruiken om te checken of je de tekst goed heb begrepen?

1. Terugkijken
2. Voorspellen
3. Vragen stellen
4. Samenvatten

Wat is niet handig om met voorspellen naar te kijken?

1. Moeilijke woorden
2. Tekstgeraamte
3. leesdoel
4. tekstniveau

Hoeveel stappen voor grondig lezen staan beschreven in de toolbox?
→ 7 stappen

1. 7
2. 5
3. 4
4. 3

Wat doe je tijdens ophelderen?
(Lisa S.)

Waarom is een hoofdgedachte belangrijk om te kunnen omschrijven?

1. Omdat je hiermee (in een zin) de kern uit de tekst haalt.
2. Omdat het aangeeft waarvoor de tekst geschreven is.
3. Om erachter te komen wat het hoofd voor gedachte had.

Waar moet je naar kijken om de hoofdzaken te vinden?

1. Tekstgeraamte
2. Signaalwoorden
3. Bron
4. Naar buiten

Waar in een tekst vind je geen bijzaken?

1. In de inleiding
2. In een voorbeeld
3. In een uitleg

bijzaken worden vooral gebruikt om een tekst leuker te maken en extra uitleg te geven.

1. Ja
2. Nee

Wat is geen tekstdoel?

1. Instructies geven
2. Bekritiseren
3. Amuseren

Wat is de bedoeling van het tekstdoel amuseren? (Lars)

Wat is een voorbeeld van een mening?

1. Er zijn zeven onvoldoendes gehaald
2. Zij vindt hem niet leuk
3. Een dag duurt 24 uur.
4. Deze banaan is paars.

‘Achter de school bij een grote wilg met een kleine vijver eronder is het voetbalveld. Hier spelen vaak kinderen.’
Waarnaar verwijst 'hier' ?

1. Achter de school
2. Een grote wilg
3. Achter de school bij een grote wilg met een kleine vijver eronder
4. Het voetbalveld

Welk woord is geen verwijswoord?

1. ook
2. hij
3. deze
4. hun

Hoeveel verwijswoorden staan er in deze zin?
‘Jantje loopt vandaag naar school. Normaal gaat hij daar met de bus naar toe, maar die heeft hij gemist.’

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Dit/dat, het, zijn: allemaal verwijswoorden die we gebruiken bij…

1. het-woorden
2. de-woorden
3. meervoudsvormen
4. allemaal goed

Welk signaal geeft het signaalwoord 'daarom' :

Ik voelde me niet zo lekker, daarom ging ik naar huis.

1. Tegenstelling
2. Reden
3. Voorwaarde
4. Uitleg

Leg uit wat een hoofdgedachte is. (Lisa P.)

Moet je de betekenis van het woord altijd proberen te achterhalen?

1. Ja, anders kun je niet verder met lezen.
2. Nee, sommige woorden ken je niet en als je ze probeert te achterhalen kost dit te veel tijd.
3. Ja, er kunnen vragen over gesteld worden die je anders niet kan begrijpen.
4. Nee, niet als het niet nodig is om de tekst te begrijpen

Wat is het verschil tussen een synoniem en een antoniem?
-

Leesmotor: Wat komt er na voorkennis?

1. sneller lezen
2. Leuker lezen
3. makkelijker lezen
4. beter lezen

Welke van deze signaalwoorden geven een reden/verklaring aan?

1. Zij is aan het sparen voor een nieuwe telefoon, dus ze geeft even geen geld uit.
2. Ze hebben allebei hun huiswerk niet af, ook hebben ze niet geleerd.
3. Je bent te laat op school, doordat de trein vertraging had.
4. Jullie willen naar de bioscoop, maar jullie ouders vinden dat niet goed.

Waarom is het handig om eerst te gaan voorspellen wat je leest voordat je echt begint met lezen?
(Pepijn)

Een voorbeeld van een overtuigende tekst is een…

1. Recept
2. Gedicht
3. Opiniestuk
4. Nieuwsbericht