H2 Jij en je geld! Wie weet het meest?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 2:

Jij en je geld

Wie weet het meest?

In een winkel heb je een T-shirt gekocht. Bij de betaalautomaat pin je het bedrag van je aankoop.

Vul in: Je hoeveelheid ......... geld ......

1. Giraal - daalt
2. Chartaal - stijgt
3. Chartaal - daalt
4. Giraal - stijgt

Je hebt € 13,50 overgemaakt voor contributie van je sportvereniging. Op je bankrekening is € 7,50 bijgeschreven voor het wassen van je moeders auto. Het saldo op je bankrekening is nu € 56,21.
Bereken hoeveel het vorige saldo op je bankrekening was.

1. € 62,21
2. € 77,21
3. € 50,21
4. € 35,21

Heb je hier te maken met directe ruil of indirecte ruil?

In de vakantie pas je een paar keer op bij de buren. In ruil
daarvoor mag je aan het eind van de vakantie een dag mee naar een pretpark.

1. Directe ruil
2. Indirecte ruil

Wat is de juiste omschrijving van sparen?

1. Sparen betekent dat je geld dat je overhoudt op een spaarrekening bij de bank zet.
2. Sparen betekent dat je je geld niet nu uitgeeft, maar bewaart voor later.
3. Sparen betekent dat je steeds meer inkomsten hebt.
4. Sparen betekent dat je steeds minder uitgaven hebt.

Kyara spaart elke maand zodat ze, als bijvoorbeeld de wasmachine kapot gaat, geld heeft om een nieuwe te kopen.

Stelling I: Hier is sprake van sparen voor een doel.
Stelling II: Hier is sprake van sparen uit voorzorg

1. Alleen stelling 1 is juist
2. Alleen stelling 2 is juist
3. Beide stellingen zijn juist
4. Beide stellingen zijn onjuist

Wat is de formule voor het berekenen van het rentepercentage?

1. Rente : spaargeld x 100%
2. Rente x spaargeld : 100%
3. Spaargeld : rente x 100%
4. Spaargeld x rente : 100%

Spaarrekening: € 1.500
1,2% rente
Hoeveel rente na 3 jaar?

1. € 54
2. € 18
3. € 37,50
4. € 12,50

Ramon heeft gezien dat een spelcomputer bij Amazon €20 goedkoper is dan bij Bol.com. Welke van deze geldfunctie herken je?

1. Ruilmiddel
2. Spaarmiddel
3. Rekenmiddel
4. Betaalmiddel

Esther heeft een aanbieding gezien voor airpods voor € 155. Omdat ze nog niet genoeg gespaard heeft, vraagt ze aan haar ouders of ze het geld van hen kan lenen.
Welke reden heeft Esther om te gaan lenen?

1. Je wilt nu al iets duurs hebben en gebruiken
2. Je hebt onverwacht dringend geld nodig

Uit welke twee delen bestaat de maandtermijn van een lening bij de bank?

1. Het aflossen van de lening - De afsluitkosten van de lening
2. De rente voor de lening - Het aflossen van de lening
3. De rente voor de lening - afsluitkosten van de lening

Tess leent €1500 en kiest voor een looptijd van twee jaar. 

Bereken de rentekosten. 

1. €71
2. €204
3. €1500
4. €1704

Sadet heeft bij een bank € 1.500 geleend. Ze betaalt € 114 aan rente.
Bereken hoeveel procent de rente is van haar lening.

1. 13,2%
2. 15,3%
3. 0,76%
4. 7,6%

Een verzekering sluit je af bij een verzekeringsmaatschappij.
Dat is de ......

1. Verzekeraar
2. Verzekerde

Als bewijs van je verzekering ontvang je een ......

1. Polis
2. Polisvoorwaarde
3. Premie

Bedrag dat je jaarlijks betaald voor je verzekering

1. Polis
2. Rente
3. Premie
4. Kosten

Hierin staat waar je wel of geen recht hebt.

1. Polis
2. Polisvoorwaarden
3. Assurantiemodule
4. Verzekeringsoverzicht

Op je bankrekening staat aan het begin van de week € 38,50.
Deze week wordt € 10 afgeschreven voor je telefoonabonnement. Met je pinpas betaal je € 4,95 voor een cadeautje. Je zakgeld van € 20 wordt bijgeschreven. Bereken hoeveel het saldo op je bankrekening is na deze week.

1. € 33,55
2. € 23,55
3. € 43,55
4. € 73,45

Klaar......

Wie heeft de meeste punten?