Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Les 13 "Herhaling Grammatica PTO3"
1 / 20
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
20 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Programma
Herhaling grammatica:
Keuzevoorzetsels
3e of 4e naamval
De persoonlijke voornaamwoorden
1e, 3e en 4e naamval
Sterke werkwoorden met een -e in de stam
Slide 2 - Diapositive
Keuzevoorzetsels
Voorzetsel met de 3e of 4e naamval
an, auf, hinter, neben, in, über, unter, vor, zwischen
(aan, op, achter, naast, in/naar, boven/over, onder, voor, tussen)
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Maar wanneer met de 3e en wanneer met de 4e?
dezelfde situatie (zonder beweging) = derde naamval
geen locatie
= derde naamval
verandering (met beweging)= vierde naamval
geen locatie
(
auf
en
über
) = vierde naamval
Er sitzt
auf
dem Stuhl
. (Wo? Waar?)
Er setzt sich
auf
den Stuhl
. (Wohin?)
Slide 5 - Diapositive
Welke keuzevoorzetsels
ken je?
Slide 6 - Carte mentale
Maak de zin af:
Ich gehe in (de) ___ Kirche (v).
A
der (3e naamval)
B
die (4e naamval)
Slide 7 - Quiz
Maak de zin af:
Ich stehe neben (de) ___ Parkplatz.
A
dem (3e naamval)
B
den (4e naamval)
Slide 8 - Quiz
Maak de zin af:
Sie sprechen über (de) ___ Schule.
A
der (3e naamval)
B
die (4e naamval)
Slide 9 - Quiz
De persoonlijke voornaamwoorden
In de
1e
,
3e
en
4e
naamval
ich
mir
mich
du
dir
dich
er
ihm
ihn
sie
ihr
sie
es
ihm
es
wir
uns
uns
ihr
euch
euch
sie
ihnen
sie
Sie
Ihnen
Sie
Slide 10 - Diapositive
Zet de persoonlijke voornaamwoorden in de 3e naamval!
mir
dir
ihm / ihr / ihm
uns
euch
ihnen
Ihnen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 11 - Question de remorquage
Zet de persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval!
mich
dich
ihn / sie / es
uns
euch
sie
Sie
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 12 - Question de remorquage
Maak de zin af:
Ich freue mich für (jou) ___.
A
dir (3e naamval)
B
dich (4e naamval)
Slide 13 - Quiz
Maak de zin af:
Von (hem) ___ weiß ich nicht viel.
A
ihm (3e naamval)
B
ihn (4e naamval)
Slide 14 - Quiz
Sterke werkwoorden met een -e in de stam
ich helf
e
du
hilfst
er/sie/es
hilft
wir helf
en
ihr helf
t
sie/Sie helf
en
ich habe geholfen
Een onregelmatig werkwoord
Waarom?
Slide 15 - Diapositive
Vervoeg het werkwoord "sehen"
seh
e
siehst
sieht
seh
en
seh
t
seh
en
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 16 - Question de remorquage
Maak de zin af:
_____ du mir den Zucker bitte?
A
Gebst
B
Gibst
C
Gibt
D
Gebe
Slide 17 - Quiz
Maak de zin af:
Er _____ heute nicht am Unterricht teil
A
nehmt
B
nimmst
C
nimt
D
nimmt
Slide 18 - Quiz
Wat hebben we
vandaag herhaald?
Slide 19 - Carte mentale
Wat gaan we volgende keer doen?
Herhaling Woordenschat
Zelfstandig aan de slag
(Quizlet of leerwerk)
Slide 20 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
V4 26.1. Wiederholen, Hören + Sehen
Janvier 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
3H
Avril 2020
- Leçon avec
14 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
4v
Juin 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
4v
Avril 2020
- Leçon avec
14 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 5 Grammatica pers vnw 1e 3e 4e
Avril 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 3
herhaling persoonlijke voornaamwoorden 3e naamval
Novembre 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2,3
3 havo Kapitel 2 5 les DU 4
Octobre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Secondary Education
Naamvallen Ontleden + Pers.vnw. 3AHA
Novembre 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1