Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Herhaling Spelling
Herhaling Spelling
Welkom
Pak voor je:
-tablet, boek en pen
1 / 32
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
32 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Herhaling Spelling
Welkom
Pak voor je:
-tablet, boek en pen
Slide 1 - Diapositive
Wat moet je leren voor de toets spelling?
- Cursus 7 Spelling par. 2 hoofdletters
-Cursus 7 Spelling par. 3 leestekens
-Cursus 7 Spelling par 4. leestekens
-Cursus 7 Spelling par. 5 bijvoeglijk naamwoord
-Cursus 7 Spelling par. 6 meervouden
Slide 2 - Diapositive
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
lente
B
Lente
Slide 3 - Quiz
Hoofdletter of een hoofdletter?
timer
1:00
A
Ameland
B
ameland
Slide 4 - Quiz
Hoofdletters:
waar staan de hoofdletters goed?
A
Ik ken stef Van leeuwen
B
Ik ken Stef van Leeuwen
C
ik ken stef van Leeuwen
D
ik ken Stef Van leeuwen
Slide 5 - Quiz
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Gucci
B
gucci
Slide 6 - Quiz
Hoofdletters.
Wanneer gebruik je geen hoofdletter?
A
aan het begin van de zin
B
bij namen van mensen, gebouwen en merken
C
bij namen van straten, rivieren en landen
D
na een dubbele punt (als er een opsomming volgt)
Slide 7 - Quiz
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Achtstegroepers Huilen Niet
B
Achtstegroepers huilen niet
Slide 8 - Quiz
Wat heeft geen hoofdletter?
A
Engels
B
Amsterdamse
C
Noorden
D
Peugeot
Slide 9 - Quiz
Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
dhr. van Leeuwen
B
Stef van Leeuwen
C
stef van Leeuwen
D
Stef Van leeuwen
Slide 10 - Quiz
Kloppen de leestekens?
A
Rosie zei: 'Wie gaat er mee naar de Mac?'
B
Rosie zei Wie gaat er mee naar de Mac?
C
Rosie zei: Wie gaat er mee naar de Mac?
D
Rosie zei 'Wie gaat er mee naar de Mac?'
Slide 11 - Quiz
Wat zijn voorbeelden van leestekens?
A
a -e -i -o- u
B
. - , - ! - ?
C
Hoofdletters
Slide 12 - Quiz
Wat zijn leestekens?
A
Alle tekens in een tekst
B
Alle letters in een tekst
C
Alle cijfers in een tekst
D
Leestekens bestaan niet
Slide 13 - Quiz
Wat is niet waar over leestekens?
A
Je mag er soms twee achter elkaar gebruiken.
B
Ze zorgen ervoor dat je een tekst makkelijker kan lezen.
Slide 14 - Quiz
26. Leestekens. Welke zin heeft alle leestekens goed?
A
Ga jij smorgens nog naar vakwerktijd?
B
Ga jij 's morgens nog naar vakwerktijd.
C
Ga jij 's morgens nog naar vakwerktijd?
D
Ga jij s' morgens nog naar vakwerktijd?
Slide 15 - Quiz
Hoe heten deze leestekens?
" "
A
luchtkomma's
B
aerostrofen
C
citeerkomma's
D
aanhalingstekens
Slide 16 - Quiz
Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast
Slide 17 - Quiz
Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast
Slide 18 - Quiz
Wat is geen bijvoeglijk naamwoord?
A
groene
B
sterke
C
man
D
boze
Slide 19 - Quiz
'veel ' en 'weinig' zijn bijvoeglijk naamwoorden. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over
A
een zelfstandig naamwoord (noun)
B
een werkwoord (verb)
Slide 20 - Quiz
Wat zijn bijvoeglijk naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 21 - Quiz
een bijvoeglijk naamwoord is een ..
A
zinsdeel
B
woordsoort
Slide 22 - Quiz
Wat is het meervoud?
A
machine
B
machientjes
C
machines
D
machine's
Slide 23 - Quiz
meervouden
Wat is het meervoud van technologie?
A
technologies
B
technologieën
C
technologiën
D
technologieeën
Slide 24 - Quiz
Meervoud: wat is het meervoud van piano?
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's
Slide 25 - Quiz
Meervoud
A
cafées
B
cafees
C
cafés
D
café 's
Slide 26 - Quiz
Meervoud van:
haar
A
haren
B
haaren
Slide 27 - Quiz
Meervoud
A
garages
B
garage's
Slide 28 - Quiz
meervouden
Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën
Slide 29 - Quiz
Welk onderdeel vind je super makkelijk?
Slide 30 - Question ouverte
Welk onderwerp vind je nog lastig?
Slide 31 - Question ouverte
Wie haalt hoger dan een 6,0?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 32 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
Herhaling Spelling cursus 7 2b/k/t
Septembre 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
1HV1 - Herhalingsles spelling par. 1 t/m 4
Janvier 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Les 25-3
Mars 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Les 17 spelling - 21 december 2023 7e uur
Octobre 2024
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
SO Spelling test je zelf... H2 + H4
Octobre 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Cursus 7 Spelling par 5 bijvoeglijk naamwoord 2B,2K,2T
Novembre 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Herhaling Spelling
Mai 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
SSM - 22/11 - C7 - Spelling - les 4
Novembre 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 3