Vermogen van Elektrische Apparaten

Vermogen van Elektrische Apparaten

Leerdoelen

Leerdoel 4.4.1: Uitleggen wat het vermogen van een apparaat is. Leerdoel 4.4.2: Het vermogen van een apparaat berekenen. Leerdoel 4.4.3: Uitleggen waarom een apparaat met een groter vermogen meer elektrische energie verbruikt.

Wat weet je al over het vermogen van elektrische apparaten?

Wat is Vermogen?

Vermogen is de snelheid waarmee een apparaat energie verbruikt of omzet. Het wordt gemeten in watt (W).

Vermogen Berekenen

Het vermogen van een apparaat kan worden berekend met de formule: Vermogen = Energieverbruik / Tijd. Bijvoorbeeld, een apparaat verbruikt 500 J energie in 10 seconden, het vermogen is dan 50 W.

Verschil in Vermogen

Een apparaat met een groter vermogen verbruikt meer elektrische energie per tijdseenheid. Dit komt doordat het sneller energie omzet of verbruikt.

Interactieve Oefening

Laat de studenten in groepen van twee of drie een lijst maken van elektrische apparaten en hun vermogens. Vraag hen ook om te schatten hoeveel elektrische energie elk apparaat verbruikt in een uur.

Vermogen en Energieverbruik

Een apparaat met een vermogen van 1000 W verbruikt in 1 uur 1 kWh (kilowattuur) aan elektrische energie.

Toepassing van Vermogen

Vermogen is belangrijk bij het kiezen van apparaten, vooral bij apparaten die continu worden gebruikt, zoals koelkasten. Een hoger vermogen betekent vaak hogere energiekosten.

Samenvatting

Vandaag hebben we geleerd over het vermogen van elektrische apparaten, hoe we het kunnen berekenen en waarom apparaten met een hoger vermogen meer elektrische energie verbruiken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.