Instructies

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

In een instructie tekst schrijf je ......

1. feiten
2. geen meningen en geen feiten
3. meningen
4. feiten en meningen

                            INSTRUCTIES

Wat is een instructie?

1. Wil je naar de deur lopen?
2. Jij loopt naar de deur en doet het licht aan.
3. Loop naar de deur , doe het licht aan.
4. Wat fijn dat jij het licht aan wilt doen!

Wat is een voorbeeld van een instructie?

1. Recept
2. Nieuwsbericht
3. Stripverhaal
4. Leesboek

kenmerken instructie

• Duidelijke titel ( het onderwerp)  
• Uitleg in stappen; begin met werkwoord.
• Korte zinnen
• Gebruik nummers of dots.
• Gebruik signaalwoorden.
• Gebruik afbeeldingen.
• Beschrijf eventueel het resultaat.
• Voeg eventueel een benodigdhedenlijst toe.

Aan de slag (tweetallen vs tweetallen)

Je bouwt als tweetal een toren. 

Je wilt graag dat een ander tweetal dezelfde toren bouwt. 

Alleen...

Het andere tweetal is ergens anders en je ziet elkaar niet. 

Je kunt alleen mondeling instructies geven. 

Lukt het jullie om duidelijke instructies te geven? 

Beschrijf de stappen zo

duidelijke mogelijk. 

Hoe is een gesproken instructie opgebouwd?

1. Inleiding, middenstuk en slot
2. Inleiding en slot
3. Alleen een middenstuk
4. Een gesproken instructie heeft geen opbouw