Opdrachten H4

Hoe werd de snelle, totale en overrompelende aanval op Polen genoemd?
A
Blitzkrieg
B
Bombardement
C
Capitulatie
D
Von Schlieffenplan
1 / 35
suivant
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoe werd de snelle, totale en overrompelende aanval op Polen genoemd?
A
Blitzkrieg
B
Bombardement
C
Capitulatie
D
Von Schlieffenplan

Slide 1 - Quiz

Zet de zinnen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
Hitler sluit een niet aanvalsverdrag met de Sovjet Unie.
De conferentie van München.
Hitler valt Polen binnen.
Hitler begint met de herbewapening van Duitsland.

Slide 2 - Question de remorquage

Zet de kaarten in de juiste volgorde volgorde.
1
2
3
4

Slide 3 - Question de remorquage

De maker van de spotprent denkt dat de appeasementpolitiek wel/niet
zal werken, want.............

Tekst bij de spotprent: Het mannetje in het midden is de "The appeaser"
Boven de spotprent staat: 'Onthoud: nog één lolly en dan moeten jullie
allemaal naar huis.'

Slide 4 - Question ouverte

Wat zie je hier?
A
Duitsland valt Polen binnen
B
Groot-Brittanie en Frankrijk verklaren Duitsland de oorlog
C
Hitler lijft Oostenrijk bij Duitsland in
D
Hitler lijft Sudetenland in bij Duitsland

Slide 5 - Quiz

De Tweede Wereldoorlog had twee bondgenootschappen: de geallieerden en de asmogendheden.
Welk land hoorde bij welke kant? Eentje is al ingevuld.
Asmogendheden
Geallieerden

Slide 6 - Question de remorquage

Plaats de zinnen in de goede volgorde.
1
3
4
2
5
6
Duitsland bezet landen in Noord en West Europa 

Duitsland capituleert
Geallieerde legers landen in Normandië
Geallieerden legers landen op Sicilië
Operatie Barbarossa
Slag om Stalingrad

Slide 7 - Question de remorquage

Open de opdracht en voeg een screenshot toe.

Slide 8 - Question ouverte

Lees het artikel uit de krant; De Morgen. Gebruik de bron in jouw antwoord.
a. Leg uit waarom sommige zigeunerkinderen konden overleven.
b. Leg uit waarom Winterstein gemotiveerd is om haar verhaal te blijven doen.

Slide 9 - Question ouverte

Bekijk de bron. Gebruik een beeldelement in jouw antwoord.
Leg uit waarom de toegangspoort van Auschwitz symbool staat voor de wreedheid van de Duitsers.

Tekst poort: Arbeit macht frei. (Arbeid maakt vrij)

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de aanleiding voor de Tweede Wereldoorlog?

Slide 11 - Question ouverte

In welk jaar valt Hitler Polen binnen?
A
1938
B
1939
C
1940
D
1941

Slide 12 - Quiz

Hoe wordt de oorlogstactiek van Hitler genoemd??
A
Blitzkrieg
B
Von Schlieffenplan
C
Operatie Barbarossa
D
Slag om Engeland

Slide 13 - Quiz

Slag om Engeland is een succes voor Hitler
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat is het keerpunt in WOII voor Hitler, waarna hij de oorlog gaat verliezen?
A
Slag bij Barbarossa
B
Slag om Engeland
C
Slag bij Stalingrad
D
Slag van Munchen.

Slide 15 - Quiz

Welk land hoort niet bij de Asmogendheden?
A
Duitsland
B
Italië
C
Japan
D
Ottomaanse Rijk

Slide 16 - Quiz

Met welke reden gaat de VS meedoen aan WOII?
A
Onbeperkte Duikbotenoorlog
B
Pearl Harbor
C
Inval van Polen
D
Inval van België

Slide 17 - Quiz

Wie is deze leider?
A
Churchill
B
Stalin
C
Roosevelt
D
Mussert

Slide 18 - Quiz

Door wie werden er in Middelburg gevochten en waarom?

Slide 19 - Question ouverte

Maak de juiste combinaties.
Passief verzet
Hongerwinter
Gewelddadig actief verzet
Februaristaking
Oorzaak van de capitulatie van Nederland

Slide 20 - Question de remorquage

Hoe worden mensen genoemd die samenwerken met nazi's?

Slide 21 - Question ouverte

Hoe wordt het plan genoemd dat Britten bedachten om NL te bevrijden?

Slide 22 - Question ouverte


Slide 23 - Question ouverte

Leg uit waarom het bloedbad van Nanking (Nanjing) wordt gezien als één van de meest gruwelijke massamoorden.

Slide 24 - Question ouverte

Wat is de aanleiding voor de Tweede Wereldoorlog?

Slide 25 - Question ouverte

In welk jaar valt Hitler Polen binnen?
A
1938
B
1939
C
1940
D
1941

Slide 26 - Quiz

Hoe wordt de oorlogstactiek van Hitler genoemd??
A
Blitzkrieg
B
Von Schlieffenplan
C
Operatie Barbarossa
D
Slag om Engeland

Slide 27 - Quiz

Slag om Engeland is een succes voor Hitler
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Wat is het keerpunt in WOII voor Hitler, waarna hij de oorlog gaat verliezen?
A
Slag bij Barbarossa
B
Slag om Engeland
C
Slag bij Stalingrad
D
Slag van Munchen.

Slide 29 - Quiz

Hieronder staan 4 kaarten van operaties in de Tweede Wereldoorlog. Klik op de kaartjes om ze groter te maken.

Zet ze in de juiste volgorde door de gele vakjes met de cijfertjes op de kaartjes te slepen. De 1 sleep je naar de eerste operatie, de 2 naar de tweede, etc. 
1
2
3
4

Slide 30 - Question de remorquage

Op de foto zie je 'Little Boy' een atoombom die op de Japanse stad Hiroshima is gegooid.

De president van de Verenigde Staten besloot tijdens de Tweede Wereldoorlog atoombommen in te zetten tegen Japan.

Welk argument had de president voor de inzet van de atoombommen?
A
De Amerikanen dachten dat bij de verovering van Japan veel van hun soldaten zouden sneuvelen.
B
De As-mogendheden hadden een bondgenootschap gesloten met de Sovjet-Unie
C
De Geallieerden wilden voorkomen dat de Sovjet-Unie een atoombom zou inzetten.
D
Japan weigerde zich over te geven aan de As-mogendheden.

Slide 31 - Quiz

Maak de goede combinaties
Bombardement van de Duitsers op Rotterdam.

Japanse aanval op Pearl Harbour.
Engeland en Frankrijk verklaren de oorlog aan Duitsland.
Twee jaar voor de Duitse inval in Nederland.
Vier dagen nadat de Duitsers Nederland binnenvielen.
Hiermee begon de Tweede Wereldoorlog.
De Duitsers bezetten Oostenrijk en Tsjechië.
De Verenigde Staten verklaren de oorlog aan Duitsland, Italië en Japan.

Slide 32 - Question de remorquage

Welke zin over de Tweede Wereldoorlog is juist?
A
De Duitse overwinning bij Stalingrad was een keerpunt in de oorlog.
B
Duitsland, Groot-Brittannië en de VS vormden de geallieerden.
C
In 1941 werden de VS aangevallen door Duitsland en Japan.
D
Vanaf 1943 drongen de geallieerden het Duitse leger terug.

Slide 33 - Quiz

Eerste Wereldoorlog
Tweede Wereldoorlog

Slide 34 - Question de remorquage

Opdrachten H4

Slide 35 - Diapositive