Leesvaardigheid II
1 / 27
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
A
men zoekt iemand om op te passen
B
men zoekt een juf
C
men zoekt een ober
D
men is op zoek naar een verdwaald persoon
Slide 2 - Quiz
A
je moet in de ochtend oppassen
B
je moet in de middag oppassen
C
je moet 's avonds oppassen
Slide 3 - Quiz
Wat ga je verdienen?
Slide 4 - Question ouverte
Wat moet je doen als je interesse hebt?
Slide 5 - Question ouverte
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Jeudi
Vendredi
Mardi
Dimanche
Mercredi
Samedi
Lundi
Slide 6 - Question de remorquage
Slide 7 - Diapositive
Logique?
Je vais organiser une fête surprise. Dommage!
Je vais organiser une fête surprise. Dommage!
A
oui
B
non
Slide 8 - Quiz
Logique?
Vendredi prochain, j'ai réservé une table au restaurant.
Vendredi prochain, j'ai réservé une table au restaurant.
A
oui
B
non
Slide 9 - Quiz
donc
Slide 10 - Question ouverte
déjà
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
si
pour
très
sans
jusqu'à
als
voor
zeer, heel
zonder
tot
Slide 13 - Question de remorquage
Wanneer was het concert?
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
le poisson
A
vis
B
vlees
C
gif
D
kaas
Slide 16 - Quiz
les oeufs
A
de ogen
B
de eieren
C
de beren
D
de verrassingen
Slide 17 - Quiz
Je kan een gesprekje afsluiten in het Frans met 'à la prochaine'
A
ja
B
nee
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Arthur houdt van tekenfilms
A
waar
B
niet waar
C
kan je niet weten
Slide 21 - Quiz
Voor Zoë is het belangrijkste om samen naar de film te gaan
A
waar
B
niet waar
C
kan je niet weten
Slide 22 - Quiz
Arthur vindt het een goed idee om zaterdag te gaan
A
waar
B
niet waar
C
kan je niet weten
Slide 23 - Quiz
Zoë nodigt Arthur uit om naar een restaurant te gaan
A
waar
B
niet waar
C
kan je niet weten
Slide 24 - Quiz
Waarom kan ze dat niet?
Slide 25 - Question ouverte
Hoe zegt Zoë dat ze ernaar uitkijkt om naar de bioscoop te gaan?
