Basiswoordenschat 1,2,4,5
1 / 12
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
de verjaardag
A
der geburtstag
B
der feiertag
C
der Feiertag
D
der Geburtstag
Slide 3 - Quiz
Schrijf op in het Duits:
Wanneer ben je jarig?
Wanneer ben je jarig?
Slide 4 - Question ouverte
Schrijf in het Duits op :
Hoe heet u?
Hoe heet u?
Slide 5 - Question ouverte
Familie und Verwandte?
Slide 6 - Carte mentale
Het spijt me maar....
A
Es tut mir Leid, aber...
B
Das ist nett , aber...
C
Haben Sie Lust...
D
Ich möchte bitte ...
Slide 7 - Quiz
Ich habe es nicht verstanden.
Slide 8 - Question ouverte
Schrijf in het Duits :
Mijn voornaam is ... en mijn achternaam is....
Mijn voornaam is ... en mijn achternaam is....
Slide 9 - Question ouverte
Schrijf in het Duits:
Ik bedoel de leeftijd.
Ik bedoel de leeftijd.
Slide 10 - Question ouverte
Schrijf in het Duits:
Hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag!
Hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag!
Slide 11 - Question ouverte
der Wohnort
die Handynummer
das Geburtsdatum
die Fächer
der Familienname
de geboortedatum
het mobiele nummer
de vakken
de woonplaats
de achternaam
