1 Organisme 10 september '24

Levend - dood - levenloos
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Levend - dood - levenloos

Slide 1 - Diapositive

Thema 1 Planten en Dieren
planten en dieren
Hoofdstuk 1, organismen 1.2Levend - dood - levenloos
Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen wat een organisme is
  • Je kunt de 7 levenskenmerken noemen
  • Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.




Slide 2 - Diapositive

Wat is een organisme?

Slide 3 - Question ouverte

Organismen

Slide 4 - Diapositive

Organismen
Alle organismen hebben levenskenmerken
als iets leeft, is het een organisme
Wanneer een organisme geen 
levenskenmerken meer heeft 
is het dood
Dingen die nooit 
hebben geleefd zijn: levenloos

Slide 5 - Diapositive

Basisstof 1: Organismen
Organisme: levend wezen
Alle organismen hebben levenskenmerken

Slide 6 - Diapositive

Kun je een levenskenmerk bedenken?

Slide 7 - Question ouverte

Basisstof 1: Organismen
Zeven levenskenmerken:
Stoffen opnemen en afgeven
  • ademhalen
  • voeden
  • uitscheiden

Slide 8 - Diapositive

Basisstof 1: Organismen
Zeven levenskenmerken:
Reageren op de omgeving
  • waarnemen
  • bewegen

Slide 9 - Diapositive

Basisstof 1: Organismen
Zeven levenskenmerken:
Voortbestaan
  • voortplanten
  • groeien

Slide 10 - Diapositive

De zeven levenskenmerken

Slide 11 - Diapositive

Basisstof 1: Organismen
Levend, dood, levenloos
Levend: heeft levenskenmerken
Dood: geen levenskenmerken meer, maar heeft dat wel gehad
Levenloos: nooit levenskenmerken gehad

Slide 12 - Diapositive

Levend - dood - levenloos

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Wat bedoelen we met levensverschijnselen?
A
kenmerken van levenloze dingen
B
kenmerken van het leven
C
kenmerken van de dood
D
kenmerken van dode organismen

Slide 15 - Quiz

Wat is een levensverschijnsel?
A
Leven
B
waarnemen
C
Dood gaan
D
Stromend water

Slide 16 - Quiz

groeien is
A
Nieuwe vorm krijgen
B
Ouder worden
C
Groter en zwaarder worden
D
Groter worden

Slide 17 - Quiz

Een levend wezen.
A
orgaan
B
cel
C
biologie
D
organisme

Slide 18 - Quiz

Wat is levend?
A
een boom
B
een deur
C
een lantaarnpaal
D
een herfstblad

Slide 19 - Quiz

Wat is een levensverschijnsel?
A
Leven
B
Levenloos
C
Uitscheiden
D
Stromend water

Slide 20 - Quiz

Welke van onderstaande dingen is levenloos?
A
Een appel
B
Een steen
C
Een skelet
D
Een bloem

Slide 21 - Quiz


A
levend
B
dood
C
levenloos
D
gewoon, water

Slide 22 - Quiz


A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
D
geen idee

Slide 23 - Quiz

Weet je het nog?
  1. Geef een voorbeeld van een organisme.
  2. Noem vier levenskenmerken.
  3. Geef een voorbeeld van wat levenloos is.

Slide 24 - Diapositive

Aan de slag!
Begin nu aan de oefeningen bij deze paragraaf. 
4 minuten in stilte!

Slide 25 - Diapositive

Huiswerk
- Afmaken opdrachten bs 1.

Slide 26 - Diapositive