38 betr vnw

Betrekkelijk vnw
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Betrekkelijk vnw

Slide 1 - Diapositive

Het betrekkelijk voornaamwoord in het Grieks snap ik :
0100

Slide 2 - Sondage

Betrekkelijk vnw herken je aan?

Slide 3 - Carte mentale

Betr vnw herken je aan:
  • rijtje ongeveer gelijk aan lidwoord, maar altijd een spiritus asper aan het begin
  • het staat meestal achter een komma, in de bijzin.

Slide 4 - Diapositive

Antecedent en betr. vnw. komen altijd overeen in...
A
Naamval
B
geslacht
C
getal
D
verbuigingsgroep

Slide 5 - Quiz

"1. Het meisje, dat op straat loopt, heeft een rood jurkje aan."
Het betr. vnw staat in de ...
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 6 - Quiz

"2. De vrouw, van wie ik dit cadeau heb gekregen, heet Simone."
Het betr. vnw staat in de ...
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 7 - Quiz

"3. De Griekse goden, die ik erg bewonder, zijn onsterfelijk."
Het betr. vnw staat in de ...
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 8 - Quiz

Hoe vertaal ik:
ἥν

Slide 9 - Question ouverte

Hoe vertaal ik:
οἷς

Slide 10 - Question ouverte

Betrekkelijk voornaamwoord
Kies in de volgende zinnen het passende betrekkelijk voornaamwoord.

Let daarbij op het volgende:
- het geslacht en getal is gelijk aan het antecedent
- de naamval is afhankelijk van de functie in de bijzin

Slide 11 - Diapositive

Τὰ ἔπη, ... Ὀδησσεὺς εἶπεν, ψεύδη ἦν
A
B
C
ἧς
D
ἅς

Slide 12 - Quiz

Αἱδε αἱ πόλεις, ἐν ... πάλαι ᾠκοῦμεν, ἀπώλοντο
A
αἷ
B
C
αἷς
D
ἧς

Slide 13 - Quiz

Ὁ οἶνος, ... ἀεὶ πίνομεν, ἡδύς ἐστιν
A
ὧν
B
C
ὅν
D
ὅς

Slide 14 - Quiz

Αἱ νῆες, ἑφ' αἷς οἱ ναῦται ἔπλεον, ταχεῖαι ἦσαν

de juiste vertaling is:
A
De matrozen voeren op het schip dat snel was
B
De matrozen voeren op de schepen, die snel waren
C
Het schip waarop de matrozen voeren, was snel
D
De schepen waarop de matrozen voeren, waren snel

Slide 15 - Quiz

Οἱ ξένοι, οἷς αἱ γυναίκες διαλέγονται, αὐτὰς ἀπατῶσιν.
de juiste vertaling is:
A
De vreemdelingen met wie de vrouwen spreken, bedriegen hen
B
De vreemdelingen, die met de vrouwen spreken, bedriegen hen
C
De vreemdelingen, die hen bedriegen, spreken met de vrouwen spreken
D
De vrouwen bedriegen de vreemdelingen, met wie zij spreken

Slide 16 - Quiz

Het betrekkelijk voornaamwoord in het Grieks begrijp ik en kan ik correct vertalen
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage