Les 3

1 / 36

Slide 1: Diapositive

WiskundeHBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Voorbereiding, materialen rekenen tot 100:

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

hoadd.noordhoff.nl

Slide 8 - Lien

Spelletjes telrij

Slide 9 - Carte mentale

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Splitsen

Rijgen

Slide 16 - Question de remorquage

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Wat doet Josje, wat is je aanpak?

Slide 24 - Diapositive

Nog een casus

Dit is Lars. Hij is 7 jaar. Hij zit op handbal en heeft een jonger broertje van 3. Lars vindt rekenen leuk. Hij kan een som als 37 + 14 prima uitrekenen op een lege getallenlijn en vaak ook al uit zijn hoofd.

Hij heeft de som 46 - 19 als volgt uitgerekend:

46 - 20 = 26. Maar ik moest min 19 doen en 20 is 1 teveel.

Ik moet er dus nog één af doen.

Dus 46 – 19 = 25.

Bedenk welke strategie Lars gebruikt.

Welke fout maakt hij?

Hoe ga je hem zijn fouten in laten zien?

Slide 25 - Diapositive

Wat zag je bij Lars?

Slide 26 - Question ouverte

Bedenk zelf een som (tot 100). Los hem op door te rijgen en daarna door te splitsen.

Slide 27 - Question ouverte

Reken 35 + 27 uit met de combinatiemethode:

Slide 28 - Question ouverte

Los 74 - 26 op door rijgen, de winkelmethode:

Slide 29 - Question ouverte

Reken 35 + 48 uit door termen veranderen:

Slide 30 - Question ouverte

Reken 35 + 18 uit door compenseren:

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Reken 8 + 6 uit via de vijfstructuur.
Reken 7+8 uit via bijna-dubbelen.
Reken 9+3 uit via tiental.
Reken 17-9 uit door haal het van de tien.
Reken 6-3 uit door inverse.

Slide 34 - Question ouverte

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive