geschiedenis p 3

geschiedenis p 3
tweede wereldoorlog
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

geschiedenis p 3
tweede wereldoorlog

Slide 1 - Diapositive

Hoe ontstond de tweede wereldoorlog?
wat zijn de oorzaken?
A
Door de jodenhaat in Duitsland
B
Door de herstelbetalingen die Duitsland moest doen van de eerste wereldoorlog.
C
Duitsland had Oostenrijk al bezet.
D
Door de economische wereldcrisis.

Slide 2 - Quiz

Wat is een annexatie?
A
Een vriendelijk overname van een land.
B
Een vijandelijke overname van een land.

Slide 3 - Quiz

Wat wordt bedoeld met de Anschluss?
A
Dat Oostenrijk bij het Duitse rijk wordt vervoegd in 1938
B
Dat Nederland door de Duitsers wordt bezet in 1940.

Slide 4 - Quiz

Na Oostenrijk veroverde Hitler...
A
Nederland en Frankrijk
B
Zwitserland en Italie
C
Het Rijnland en Tsjecholowakije
D
Engeland en Spanje

Slide 5 - Quiz

Vanaf wanneer verklaarden Engeland en Frankrijk de oorlog aan Duitsland?
A
in 1940 toen Hitler Nederland binnen viel.
B
In 1940 Toen Duitsland Frankrijk bezette.
C
in 1939 toen Duitsland Polen aanviel.

Slide 6 - Quiz

Wat is een Blitzkrieg?
A
Een verassingsoverval met een sterk leger.
B
Een aangekondigd overval.

Slide 7 - Quiz

De techniek van oorlog voeren was veranderd sinds de eerste wereldoorlog wat was er veranderd?
A
De loopgraven waren verbeterd
B
Snelle tanks en vliegtuigen en bombardementen op steden.

Slide 8 - Quiz

Duitsland probeerde ook Engeland snel te bezetten door de slag om Engeland lukte dit?
A
ja, door luchtaanvallen hebben ze Engeland snel veroverd.
B
nee, door de grote afstand van Engeland en de afstand over de zee lukte het Duitsland niet om Engeland te veroveren.

Slide 9 - Quiz

Wie was de prime minister van Engeland gedurende de tweede wereld oorlog?
A
Franklin Roosevelt
B
Sir Winston Churchill

Slide 10 - Quiz

Aan het begin van WO 2 waren er twee bondgenootschappen.
De asmogendheden en de geallieerden
Welke landen behoorden bij de asmogendheden?
A
Frankrijk en Engeland
B
Duitsland, Italie, Japan, Hongarije en Roemenie
C
Canada en Amerika

Slide 11 - Quiz

Aan het begin van WO 2 waren er twee bondgenootschappen.
De asmogendheden en de geallieerden
Welke landen behoorden bij de geallieerden?
A
Frankrijk en Engeland
B
Duitsland, Italie, Japan, Hongarije en Roemenie
C
Canada en Amerika

Slide 12 - Quiz

Bij operatie Barbarossa veranderde de oorlog in een wereld oorlog.
Welk land vielen de Duitsers toen binnen?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Amerika
D
Rusland

Slide 13 - Quiz

Waarom was Stalin zo verrast dat de Duitsers Rusland binnen vielen?
A
Hij dacht een goede band met de Duitsers te hebben.
B
Hij dacht nog steeds een niet-aanvalsverdrag met Duitsland te hebben.

Slide 14 - Quiz

Na de slag om Stalingrad ( 42 en 43)leden de Duitsers voor het eerst grote verliezen. En konden de Russen gebieden terug veroveren
Duitsland raakte verstrikt in een twee fronten oorlog. Wat waren de twee fronten.

A
In het Oosten polen en Hongarije. In het westen Frankrijk en Italie
B
In het oosten Rusland In het westen Engeland en de Verenigde Staten.

Slide 15 - Quiz

De Japanners vielen in 1941 een Amerikaans legerbasis in Hawaii aan hoe heet deze legerbasis?

Slide 16 - Question ouverte

Welke groeperingen hadden te maken met de rassenhaat van de nazi's?
A
De joden
B
De ariers
C
de Roma
D
de zigeuners

Slide 17 - Quiz

Welke maatregelen werden niet tegen Joden genomen?
A
Mensen moesten een verplicht persoonsbewijs hebben.
B
Joden mochten niet meer in openbare gebouwen komen.
C
Joden moesten een jodenster dragen.
D
Joden mochten niet meer naar buiten.

Slide 18 - Quiz

Wat gebeurde er tijdens een razzia?
A
De joden mochten openbare gebouwen niet meer in.
B
De joden moesten een gele ster dragen.
C
De joden werden massal opgepakt en naar concentratiekampen gebracht.

Slide 19 - Quiz

Op 6 juni 1944 voerden Amerika en Engeland met hulp van Canada met duizenden schepen naar een kust in Frankrijk
( Normandie) De dag van deze dag heet...
A
de slag om Normandie
B
D-day
C
De slag om Frankrijk

Slide 20 - Quiz

Met D-day begon de bevrijding van Europa. Welke stad werd als eerste bevrijd?
A
Brussel
B
Amsterdam
C
Parijs
D
Rome

Slide 21 - Quiz

Wie had de leiding bij de NSB in Nederland?
A
Adolf Hitler
B
Anton Mussert
C
Winston Churchill

Slide 22 - Quiz

Wat was de codenaam van de geallieerden om Nederland te bevrijden?
A
Operation garden Market
B
D-day
C
Operation Market Garden

Slide 23 - Quiz

Waardoor ontstond de hongerwinter in 1944?
A
Door de spoorwegstaking .
B
Door het koude weer was er geen voedsel meer

Slide 24 - Quiz