Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Criminaliteit: de finale check
Slide 1 - Diapositive
In sommige gevallen laat de politie beelden en het gezicht zien van verdachten of daders. Dit gebeurt bijvoorbeeld in het programma Opsporing verzocht.
A
Om mensen voor deze personen te waarschuwen
B
Als onderdeel van de straf die ze krijgen.
C
Om tips te krijgen over deze verdachten of daders.
D
Omdat veel mensen kijken naar dit soort programma's.
Slide 2 - Quiz
Wat is een goede definitie voor het woord "asociaal'?
A
Voordringen bij de kassa
B
Geen rekeningen houden met anderen.
C
Antwoorden voorzeggen tijdens een toets.
D
De allerhoogste status die je kan krijgen.
Slide 3 - Quiz
Waar of niet waar ?
Overtredingen zijn net zo erg als misdrijven.
Waar
Niet waar
Slide 4 - Question de remorquage
Wat is een goede omschrijving van het woord criminaliteit?
De politie denkt dat jij iets hebt gedaan en dat onderzoekt.
C
Kranten schrijven dat jij iets hebt gedaan.
D
Je moet getuigen in de rechtzaal.
Slide 9 - Quiz
De politie mag altijd je huis doorzoeken.
Waar
Niet waar
Slide 10 - Question de remorquage
De politie mag je altijd fouilleren.
Niet waar
Waar
Slide 11 - Question de remorquage
Wie bepaalt of iemand voor de rechter moet verschijnen?
A
Officier van Justitie
B
Advocaat
C
Politie
D
Rechter
Slide 12 - Quiz
Wat is een "strafblad"?
A
Een document waarin alle straffen beschreven staan
B
Een document waarin alle misdrijven staan
C
Een document met de uitleg over welke straf je kan krijgen.
D
Een document waarin staat waarvoor iemand is veroordeelt door de rechter en welke straf hij heeft
gekregen
Slide 13 - Quiz
Vanaf welke leeftijd kun je een strafblad krijgen?
A
11 Jaar
B
12 jaar
C
14 jaar
D
13 jaar
Slide 14 - Quiz
Hoe noem je de uitspraak van een rechter?
Slide 15 - Question ouverte
Welke van de onderstaande antwoorden is een overtreding?
A
Zwart rijden
B
Diefstal
C
Mishandeling
D
inbraak
Slide 16 - Quiz
In welke wet staat dat drugs verboden zijn?
A
Opiumwet
B
Anti-drugswet
C
Wietwet
D
Wet op de restrictie van het gebruik van verdovende middelen (WRVM).
Slide 17 - Quiz
Een taakstraf is een hoofdstraf.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Soms veroordeelt een rechter iemand die een geestelijke afwijking heeft. De veroordeelde krijgt dan een speciale medische behandeling in een gevangenis/kliniek.
A
TBC
B
TBV
C
TBS
D
TBH
Slide 19 - Quiz
De langste straf die je in Nederland kunt krijgen is levenslang.
NIet waar
Waar
Slide 20 - Question de remorquage
Wanneer weigert een gemeente om een VOG af te geven aan een persoon?
A
Als hij pas twee jaar in Nederland woont
B
Als hij geen schooldiploma's heeft.
C
Als hij teveel bekeuringen niet betaald heeft
D
Als hij een strafblad heeft.
Slide 21 - Quiz
Bureau Halt is vooral voor mensen die op jonge leeftijd en voor het eerst
met de politie en justitie in aanraking komen. Je krijgt dan een taakstaf.
Waar
Niet waar
Slide 22 - Question de remorquage
Geldboetes krijg je meestal als....
A
de politie het te druk heeft om je mee te nemen naar het
politiebureau
B
het de eerste keer is dat je wordt opgepakt.
C
het om overtreding gaat
D
je minderjarig bent.
Slide 23 - Quiz
Als je een strafbaar feit pleegt noemen we dat een....
A
overtreding
B
Delict
C
Dilemma
D
Vonnis
Slide 24 - Quiz
Is criminaliteit een maatschappelijk probleem?
A
Ja, veel mensen hebben er iets mee te maken en er zijn veel meningen over. daarnaast bemoeit de politiek zich ermee.
B
Nee, Alleen voor daders, slachtoffers en de politie.
C
Ja, omdat het in elke samenleving voorkomt.
D
Nee, Er zijn veel belangrijkere problemen zoals armoede en milieuvervuiling.
Slide 25 - Quiz
Is fraude een vorm van criminaliteit?
Ja
Nee
Slide 26 - Question de remorquage
Een rechtsstaat is een land waar:
A
de rechten van verdachten en gevangenen in wetten geregeld zijn.
B
de rechters de rechten van gevangenen en verdachten bepalen
C
de politie zich niet aan de wet hoeft te houden.
D
de rechters de belangrijkste beslissingen nemen.
Slide 27 - Quiz
Wat weet jij over de aanklacht? De ... leest de aanklacht voor.
Slide 28 - Question ouverte
Wat weet jij over de aanklacht? De aanklacht is gericht tegen de ...
Slide 29 - Question ouverte
Noem twee theorien met betrekking tot de vraag hoe mensen crimineel worden
Slide 30 - Question ouverte
Repressie om criminaliteit te bestrijden hoort bij
A
Linkse partijen
B
Midden partijen
C
Rechtse partijen
Slide 31 - Quiz
Preventie om criminaliteit te bestrijden hoort vooral bij
A
Linkse partijen
B
Midden partijen
C
Rechtse partijen
Slide 32 - Quiz
Als een rechter een vonnis uitspreekt kan hij
A
Alleen een hoofdstraf geven
B
Alleen een bijkomende straf geven
C
Alleen een maatregel nemen
D
Een hoofdstraf geven in combinatie met bijkomende straf en/of maatregel