Blok 4 De invloed van grote bedrijven

Thema 7 Handel
Blok 4 
De invloed van grote bedrijven
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens en MaatschappijMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 7 Handel
Blok 4 
De invloed van grote bedrijven

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Quizlet: Herhalen blok 1, 2 en 3
  • Aan de slag: Blok 4
  • Samenvatten
  • Terugblik

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Aan de slag! 
  • Blok 
  • Lezen: Leerteksten markeren of onderstrepen van de belangrijk zinnen/begrippen
  • Klaar?
  • Samenvatting van de leerdoelen maken (staan in de studiewijzer (samen of alleen).


Slide 4 - Diapositive

Einde les

Slide 5 - Diapositive

Programma
  • Dagopening
  • Video: Privacy of veiligheid
  • Aan de slag
  • Terugblik
  • Vrijdag 18 november toets Thema 7 Handel

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wat vind jij ervan dat bedrijven in jouw gegevens kunnen kijken?
Bedenk een voordeel en een nadeel.

Slide 8 - Question ouverte

Doel
  • Je weet wat en hoe je kunt leren voor de toets voor mens en maatschappij.  
  • Je weet waar je het materiaal voor M&M kan vinden.

Slide 9 - Diapositive

Leren voor M&M...
1. Woordweb
-Blok 1 t/m blok 4 
-In beeld brengen van de leerstof/leerdoelen
2. Begrippen
- Woordkaartjes - begrippenlijst maken
3. Opdrachten maken blok 4 

- Maak: 12, 13, 14, 16 en 17  (blz. 71 t/m 77)
Kijk vragen na via de studiewijzer
4. Of een eigen manier
.Bijvoorbeeld: Samenvatting maken, oefenen quizlet.
Alleen
Alleen of samen
Alleen of samen
Alleen

Slide 10 - Diapositive

Woordkaartjes
  • Schrijf 10 begrippen op van thema 1 die we in de lessen besproken hebben op een woordkaartje
  • Schrijf een begrip op de voorkant van het blaadje. Op de achterkant schrijf je de uitleg of maak je een tekening die het begrip uitlegt.
  • Oefen vervolgens in twee- of drietallen
  • Klaar? 

Slide 11 - Diapositive

Doel
  • Je weet wat en hoe je kunt leren voor de toets voor mens en maatschappij.  

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Einde les

Slide 14 - Diapositive

Thema 7 Handel
Blok 4 
De invloed van grote bedrijven

Slide 15 - Diapositive

Wat zijn de leerdoelen van Blok 4 les 1? 
  • Je kan uitleggen wat diensten zijn en hier voorbeelden van noemen.
  • Je kan het verschil tussen een werkgever en een werknemer uitleggen
  • Je kan uitleggen wat een multinational is en hier voorbeelden van noemen.
  • Je kan uitleggen wat concurrentie is en verklaren waarom het lastig is met een multinational te concurreren.
  • Je kan uitleggen wat bedrijven (kunnen) doen met jouw online gegevens

Slide 16 - Diapositive

Waar gaat blok 4 over? 

In de ruimte zweeft Starman in een Tesla. Tesla is een automerk. Elon Musk is de eigenaar van Tesla en van het ruimtevaartbedrijf SpaceX.  

Wat is de invloed van grote bedrijven en rijke personen?  Hoe zijn zij zo ontzettend rijk geworden? Welke invloed hebben zij op ons? Kunnen wij invloed op hen hebben? 

Slide 17 - Diapositive

Video
  • Wanneer heeft iemand te veel macht? 
  • Heeft Elon Musk te veel macht?

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Video
  • Wanneer heeft iemand te veel macht? 
  • Heeft Elon Musk te veel macht?

Slide 20 - Diapositive

Internetsatellieten
Bedrijven bieden diensten aan via internet. Diensten zijn 'niet tastbare'  producten. Denk aan het werk van een tuinman, een adviseur of een docent.  

SpaceX wil mensen in dunbevolkte gebieden snel internet aanbieden via satellieten. Zo kunnen consumenten  in deze gebieden met een simpele antenne toch goederen en diensten bestellen. 

  • Dunbevolkt= gebied waar weinig mensen per vierkante kilometer wonen
  • Consumenten= Mensen die goederen en diensten kopen. 

Slide 21 - Diapositive

Internetsatellieten
SpaceX heeft in 2019 60 satellieten gelanceerd. Wetenschappers maken zich zorgen over al deze satellieten. Ze verstoren de ruimte en wat als er een ongeluk gebeurd? 


Concurrerende bedrijven willen nu ook satellieten gaan lanceren... 
  • concurreren = als bedrijven die dezelfde klanten willen.  


Je kan uitleggen wat diensten zijn en hier voorbeelden van noemen.

Slide 22 - Diapositive

Online reisadvies
Bedrijven die goederen en diensten aanbieden via internet bestuderen via 'cookies' jouw zoekgedrag op internet.

Stel: Jij wil graag op vakantie naar een lekker warm land. Via jouw social media en zoekgedrag kan het online reisbureau jou een passende reis aanbieden. Ze 'kijken' dus wat jij leuk vindt en bieden dat aan. 

 
Wat vind jij ervan dat bedrijven in jouw gegevens kunnen kijken? 
Bedenk een voordeel en een nadeel. 

Slide 23 - Diapositive

Werkgever en werknemer
Jeff Bezos is de baas van Amazon en de rijkste 
persoon op aarde. 
Amazon is een werkgever met veel werknemers, veel mensen op de wereld werken bij Amazon. Amazon is een grote multinational.  Multinationals zijn bedrijven met vestigingen in meerdere landen en zij zorgen voor veel banen en betaalbare producten. 

In Nederland hebben kleinere bedrijven meer mensen in dienst dan
de multinationals.  Veel mensen mensen zelfstandig. ZZP'ers
heten zij. Zelfstandigen Zonder Personeel

Slide 24 - Diapositive

Multinationals zijn....
A
Bedrijven die in één land gevestigd zijn
B
mensen met meerdere nationaliteiten
C
Mensen met één nationaliteit
D
Bedrijven die in meerder lander gevestigd zijn

Slide 25 - Quiz

consument
A
iemand die goederen of diensten koopt
B
mensen die leven van de jacht en wat ze vinden in de natuur
C
rondtrekkende mensen zonder vaste woonplaats
D
iemand die goederen maakt

Slide 26 - Quiz

2. Wat gaan we doen deze les? 
  • Uitleg over blok 4
  • Opdracht: Wat ga jij doen met een miljoen?
  • Kijken: Schooltv Belasting 
  • Uitleg over nepartikelen en illegale bedrijven

Slide 27 - Diapositive

Wat zijn de leerdoelen van Blok 4 les 2? 
  • Je kan uitleggen hoe werkgevers superrijk kunnen worden
  • Je kan de nadelen van de handel in namaakartikelen
  • Je kan de nadelen noemen van de handel in drugs
  • Je kan uitleggen wat belasting is en voorbeelden noemen waar belasting voor gebruikt wordt. 

Slide 28 - Diapositive

Wat zou jij doen met een miljoen? 
Werkgevers en werknemers betalen belasting aan de overheid. De overheid betaalt hiervan diensten zoals onderwijs, wegen, dijken, zorg. 

In Nederland betalen grote bedrijven minder belasting dan 'gewone' burgers. Nederland wordt dan ook wel eens een belastingparadijs voor multinationals genoemd.  Kleine bedrijven betalen meer belasting dan grote bedrijven. 

Bill Gates, eigenaar van Microsoft. Hij geeft veel geld weg aan goede doelen. Ook andere rijke mensen geven geld aan doelen die zij goed vinden.... 


Slide 29 - Diapositive

Wat zou jij doen met een miljoen? 
  • Maak een groepje van 4. 
  • 1 persoon noteert de uitkomst. 1 persoon waakt over de tijd. 1 persoon let op dat het gesprek goed verloopt en dat er goed uitgelegd waarom keuzes gemaakt worden. 1 persoon presenteert dit straks in 1 minuut aan de klas. 
  • Bespreek met elkaar wat jullie zouden doen als jullie 10 miljoen euro zouden mogen uitgeven. 
  • Waar zouden jullie geld aan besteden als je heel veel had? Aan jezelf? Aan goede doelen, aan bekenden, aan iets wat je heel belangrijk vindt. 
  • Bespreek met elkaar waaraan en waarom jullie daar het geld aan uitgeven. 


timer
6:00

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Aan de slag! 
Lezen: Bronnen Blok 4 (blz. 78 t/m 92)
Maken en nakijken: 2, 3, 5, 6, 8, 9 t/m 20
Leren: Begrippen en leerdoelen Blok 1 t/m 4

Doen:
Samenvatting van de leerdoelen maken
Oefenen met Quizlet


timer
15:00
Je kan je opdrachten ook in Mundo Online maken

Slide 32 - Diapositive

Niet van echt te onderscheiden 
Er zijn ook bedrijven die namaakproducten maken. Schoenen, kleding, tassen, horloges, laptops etc.  
Het gaat zo >  Een bedrijf kopieert Italiaanse schoenen van een duur merk. Via internet is dit amper te onderscheiden. 
Het bedrijf in Italië verliest zo veel geld. Zij hebben de ontwerper betaald, het product getest, reclame gemaakt etc.  De namaakartikelen zijn vaak van minder goede kwaliteit. 

Het is illegaal om namaakartikelen te kopen en verkopen. Bedrijven betalen geen belasting over deze artikelen

Slide 33 - Diapositive

Made in China
China is een van de grote opkomende landen  (BRIC landen) in de wereld.

In het begin: lagelonenland > arbeidsintensieve productie voor de export
Nu: hogere lonen -> grote en groeiende binnenlandse afzetmarkt
Gevolg > minder namaakartikelen -> eigen kennisintensieve producten > levert meer geld op dan het produceren of in elkaar zetten (assemblage) van buitenlandse producten -> van ‘maakland’ naar ‘innovatieland’.


Waarom?  > Apple verdient 175 euro aan een iPad. Het in elkaar zetten (in China) levert slechts 10 euro op. De arbeidsintensieve arbeid verplaatst  naar andere landen. 

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Drugs in een weiland
Ook in Nederland zijn illegale bedrijven. In Nederland wordt veel geld verdient met de productie van drugs. Deze bedrijven zijn illegaal en betalen geen belasting.  
Nederland is een 'drugsparadijs'   In Nederland wordt zowel veel wiet geteeld. En er worden kunstmatige drugs geproduceerd. 

Waarom in Nederland? : Via de haven van Rotterdam kunnen drugs makkelijk vervoerd worden. Nederland ligt gunstig in Europa en de straffen zijn relatief laag.  
Je kan op schooltv kijken naar: De kennis van nu > Drugsafval

Slide 36 - Diapositive

Superrijken
Bedrijven die veel geld verdienen kunnen geld:
  •  aan hun werknemers geven/ salarissen verhogen
  • Investeren in nieuwe artikelen, meer reclame, innovaties
  • Ook kunnen ze concurrerende bedrijven opkopen

Maar vaak besparen bedrijven op de kosten van salarissen zodat de eigenaren rijker worden. Het verschil tussen arm en rijk wordt zo groter en groter 

Slide 37 - Diapositive

3. Wat gaan we doen deze les? 
  • Oefenen met het formuleren van goede antwoorden
  • Een samenvatting van de leerdoelen van blok 4 maken. 
  • Spel spelen

Slide 38 - Diapositive

Goed formuleren
Geef uitgebreid antwoord op vragen:
  • Herhaal (een deel van) de vraag.
  • Gebruik geen ze, hun en begin de zin niet met 'omdat'
  • Lees de vraag goed en zorg dat je alle onderdelen beantwoord hebt. 
  • Een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt. 

timer
25:00

Slide 39 - Diapositive

Wat is een werkgever?
A
Iemand die bij een bedrijf/winkel werkt
B
Een bedrijf/winkel die werknemers in dienst heeft
C
Een leerling
D
Vakkenvuller

Slide 40 - Quiz

Wat zijn belastingen?
A
Winst die bedrijven moeten betalen aan de overheid.
B
Geld dat burgers en bedrijven aan de overheid moeten betalen.
C
Het bedrag dat superrijken aan goede doelen besteden.
D
Geld dat bedrijven aan hun werknemers betalen als loon.

Slide 41 - Quiz


Werknemer
A
Iemand die elk werk wil doen.
B
Iemand die werk afpakt van een ander.
C
Iemand die een eigen bedrijf heeft.
D
Iemand die voor een ander werkt en daarvoor betaald krijgt.

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Vidéo

Slide 44 - Vidéo

Programma
  • Dagopening
  • Oefentoets maken
  • Aan de slag
  • Terugblik
  • Vragen?




Slide 45 - Diapositive

Oefentoets
  • Maak zelfstandig de oefentoets. Deze staat in de studiewijzer.
  • Nakijkmodel staat ook in de studiewijzer. 
  • Hulp nodig? Schuif aan bij de instructietafel
  • Klaar? Ga aan de slag met een van de volgende acties

Slide 46 - Diapositive

Aan de slag
1. Oefentoets maken

Zie studiewijzer voor het nakijken
2. Begrippen
- Woordkaartjes maken - quizlet oefenen - begrippenlijst maken 
3. Of een eigen manier
... Bijvoorbeeld: Samenvatting/woordweb maken, oefenen quizlet.
Alleen
Alleen of samen
Alleen

Slide 47 - Diapositive