13.3-2 Impulsgeleiding deel 2 5V 2223

13.3 Impulsgeleiding deel 2
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

13.3 Impulsgeleiding deel 2

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Vul in

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Doel 13.3
Je leert hoe neuronen signalen verwerken en hoe ze impulsen geleiden

Slide 5 - Diapositive

Benoem 1-5

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Impuls

Slide 9 - Diapositive

Impulsrichting
Vanaf de depolarisatie is er een periode dat het neuron ongevoelig is voor nieuwe prikkels, de Na+poorten kun even niet meer opnieuw geopend worden.

Deze periode is lang genoeg om te voorkomen dat de impuls ook weer terug gaat. De impuls gaat dus altijd maar één kant op.

Slide 10 - Diapositive

Refractaire periode
Vanaf depolarisatie is er een periode dat het neuron tijdelijk ongevoelig is voor nieuwe prikkels. Deze tijd heet de absoluut refractaire periode


Slide 11 - Diapositive

Refractaire periode
Na de hyperpolarisatie zijn de Na+ poorten nog gesloten maar is de rustpotentiaal nog niet bereikt. Deze periode heet de relatief refractaire periode. In deze periode kan alleen een extra sterke prikkel het neuron opnieuw prikkelen.

Slide 12 - Diapositive

Lange afstanden
Lange uitlopers hebben een myleineschede.
Deze myelineschede versnelt de impuls geleiding.

Slide 13 - Diapositive

Lange afstanden
Op de plek van de myeline kunnen er geen ionen in of uit de cel. Er bevinden zich geen Na+/K+-pompen of Na+ en K+ poorten.
Op de plek van de insnoering van Ranvier kan dit wél.
Hierdoor 'springt' de impuls van insnoering naar insnoering. Dit is nóg sneller.
Dit heet saltatoire impulsgeleiding.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Prikkelsterkte
De actiepotentiaal is altijd
even sterk. Sterkere
prikkel: hogere frequentie
van actiepotentialen.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Opdracht - 
Bekijk opdracht 6 van 13.4 over Botox. 

Botuline is een vorm van drugs, zoek 1 soorten drugs op en beschrijf het effect op neurotransmitters. (inhiberend of exciterend)
(denk hierbij aan, harddrugs, softdrugs, anti epileptica, antidepressiva, ritalin, gifstoffen) 

timer
20:00

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk
Werkblad Synapsen 

Slide 19 - Diapositive

Doel 13.3
Je hebt geleerd hoe neuronen signalen verwerken en hoe ze impulsen geleiden

Slide 20 - Diapositive

Begrippen 13.3
prikkelsterkte, insnoering van Ranvier, saltatoire impulsgeleiding

Slide 21 - Diapositive

Indelen presentaties

Slide 22 - Diapositive

Oefenen!!
Maak de oefenvragen H13 deel 1 in Goformative.

Slide 23 - Diapositive

Huiswerk
Maak de oefenvragen H13 deel 1
in Goformative.


Slide 24 - Diapositive