SBO - KlassenThermometer

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMentorles+3BasisschoolGroep 5-8

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Introduction

“Ik vind je aardig, maar ik ben het er niet mee eens!” “Ik vind echt iets totáál anders!!” “Oké, hier ga je te ver, je maakt me écht kwaad!” Deze les gaat over de meningen in de klas! Wat vind je oké en waarvan kun je ontploffen? Iedereen heeft een punt waar je grens wordt overschreden. Waar ligt deze grens eigenlijk? En heb je er weleens aan gedacht dat deze grens niet voor iedereen hetzelfde is? Wat voor de één ‘normaal’ is, kan voor de ander een belediging zijn. Deze les is bedoeld om samen met je klas inzichtelijk te maken hoe iedereen over bepaalde onderwerpen denkt. Hoe verschillend meningen kunnen zijn en waar het gevoelig of misschien zelfs explosief wordt! Met de les ‘Klassen Thermometer’ breng je in kaart welke meningen er zijn bij verschillende onderwerpen. Je begint met een woordspin over het onderwerp. Welke meningen zijn er? Daarna kijk je of je eigen mening er ook bij staat! En wat denken je klasgenoten eigenlijk? Tip voor docenten: oefen deze tool eerst met eenvoudige onderwerpen zodat je hem ook kan toepassen als er heftige onderwerpen spelen. Als docent krijg je inzicht in de ‘temperatuur’ van je klas.

Instructions

Wat heb je nodig?

Klassikaal

  • Werkblad in kleur op A3 formaat (kies voor: ‘met voorbeeld’ of ‘leeg’)
  • Zwarte stift/pen

In groepjes
  • Per groepje een werkblad in kleur op A4 of A3 formaat (kies voor: ‘met voorbeeld’ of ‘leeg’)
  • Zwart potlood / pen
Burgerschap
Met deze les werk je aan de volgende actuele burgerschapskerndoelen:
  • Kerndoel 1. Veilige schoolcultuur:
  • Zorgen voor een veilige schoolomgeving met aandacht voor diversiteit en inclusie.
  • Aanbieden van activiteiten die de betekenis van democratische waarden laten zien.
  • Stimuleren van kritische denkvaardigheden, morele en ethische oordeelsvorming en het offline en online respectvol communiceren daarover.
  • Samen met leerlingen vormgeven van een democratische cultuur.
  • Aandacht besteden aan actualiteit en maatschappelijke vraagstukken in samenhang met verschillende leergebieden.
  • Kerndoel 2. Diversiteit:
  • In gedrag rekening houden met ervaringen en perspectieven van anderen.
  • Kerndoel 3. Democratische waarden:
  • Verkennen van de grenzen van vrijheid, gelijkheid en solidariteit
  • Verkennen op basis van morele en ethische perspectieven wat rechtvaardigheid en verantwoordelijk handelen betekent voor jezelf.
  • Afwegen hoe het eigen handelen effect heeft op de omgeving en het welzijn van anderen, nu en in de toekomst.
  • Kerndoel 4. Maatschappelijke betrokkenheid:
  • Benoemen en waarderen van de eigen bijdrage aan de samenleving in dagelijkse situaties.
  • Verkennen van de eigen mogelijkheden om maatschappelijke betrokkenheid vorm te geven.
  • Kerndoel 5: Democratische betrokkenheid
  • Communiceren op respectvolle wijze
  • Leren omgaan met de wensen en de stem van de minderheid in besluitvormingsprocessen
  • Kerndoel 6. Maatschappelijke vraagstukken:
  • Uitdrukken van persoonlijke idealen en opvattingen.
  • Reflecteren hoe de eigen identiteit en waarden het handelen kunnen beïnvloeden.
  • Verkennen welke individuele en collectieve bijdragen aan oplossingen mogelijk zijn.

Instructions

Feuilles de travail

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

INTRO

“Ik vind je aardig, maar ik ben het er niet mee eens!” “Ik vind echt iets totáál anders!!” “Oké, hier ga je te ver, je maakt me écht kwaad!”   

Deze les gaat over de meningen in de klas! Wat vind je oké en waarvan kun je ontploffen? Iedereen heeft een punt waar je grens wordt overschreden. Waar ligt deze grens eigenlijk? En heb je er weleens aan gedacht dat deze grens niet voor iedereen hetzelfde is? Wat voor de één ‘normaal’ is, kan voor de ander een belediging zijn.
 
Deze les is bedoeld om samen met je klas inzichtelijk te maken hoe iedereen over bepaalde onderwerpen denkt. Hoe verschillend meningen kunnen zijn en waar het gevoelig of misschien zelfs explosief wordt!  
 
Met de les ‘Klassen Thermometer’ breng je in kaart welke meningen er zijn bij verschillende onderwerpen. Je begint met een woordspin over het onderwerp. Welke meningen zijn er?
Daarna kijk je of je eigen mening er ook bij staat! En wat denken je klasgenoten eigenlijk?

Tip voor docenten: oefen deze tool eerst met eenvoudige onderwerpen zodat je hem ook kan toepassen als er heftige onderwerpen spelen. Als docent krijg je inzicht in de ‘temperatuur’ van je klas.


Slide 2 - Diapositive

Eén onderwerp - vele meningen!
Meningen zijn er veel. Denk je eens in dat over de eenvoudigste dingen verschillen van meningen bestaan: “Ik vind pindakaas heeeerlijk!” of “Getsie… pindakaas!!??”.

Tip: vraag de leerlingen eventueel wat ze van pindakaas (of een ander voorbeeld) vinden.

Als er over eenvoudige dingen al verschillende meningen zijn, hoe zit het dan met ingewikkeldere dingen? En met dingen die je echt belangrijk vindt?

Slide 3 - Diapositive

Hoe werkt de MeningMeter
We gaan straks onze ‘MeningMeter’ invullen. Een MeningMeter geeft aan welke verschillende meningen er allemaal kunnen zijn.
En je kunt hem gebruiken om ook te kijken waar jouw ‘eigen’ mening zit op de meter.

Het rode deel is voor echt pittige meningen, waar je best boos van kan worden. Of waarvan je denkt: Oef, dat klinkt wel heftig. Dat vinden anderen misschien niet zo fijn.
 
Het groene deel is de andere kant. De meningen waarvan we denken: Ja, dat is veilig en daar is iedereen het wel mee eens.

Het oranje en gele deel is voor de dingen die ertussenin zitten.
Oranje gaat meer richting pittig en geel wat meer naar veilig.

Je moet straks dus samen goed puzzelen waar welke mening past op de MeningMeter.
Dat is niet makkelijk én het gaat om wat JULLIE denken, niet wat goed of fout is!


Optie 1: Gebruik het voorbeeld: ‘Je mag altijd zeggen wat je denkt’.

Optie 2: Gebruik een leeg werkblad en bedenk zelf een onderwerp.

Let op: in de bijlage is een werkblad met het voorbeeld toegevoegd.
De mening naast het rode gedeelte (bovenaan de meter) is hier al ingevuld.  

Kies je voor een eigen onderwerp, maak dan gebruik van het lege werkblad en kies een onderwerp. Je weet zelf wat er speelt of goed bij jullie past.

Slide 4 - Diapositive

Woordspin  
Voordat we de MeningMeter in gaan vullen, maken we eerst samen een woordspin. Welke meningen kun je allemaal bedenken over het onderwerp?
 
Bedenk samen welke meningen je kent, hebt gehoord of gewoon kan verzinnen.
LET OP: het hoeft niet je eigen mening te zijn!

Bedenk minimaal 4 en maximaal 8 verschillende meningen die je later naast de MeningMeter kunt schrijven.



Slide 5 - Diapositive

Optie 1 - Klassikaal: print een grote versie van de MeningMeter uit (of gebruik het digibord) en doe de volgende stappen klassikaal.

Optie 2 – In groepjes: deel aan iedereen in het groepje het werkblad met de MeningMeter uit.


Stap 1: klassikaal of in groepjes - Kookpunt kiezen

Nu we heel veel meningen over het onderwerp hebben verzameld, zoeken we samen naar het ‘kookpunt’. Welke mening is het heftigst, wat zou je echt boos maken? Deze schrijf je naast het rode gedeelte op je eigen MeningMeter.

Welke mening is volgens jullie het veiligst, het normaalst?
Deze schrijf je naast het groene gedeelte.   

Slide 6 - Diapositive

Waar hoort jouw mening?
Stap 2: klassikaal of in groepjes

Ga vervolgens verder met de meningen die naast het gele en oranje gedeelte kunnen. Schrijf alle meningen op jullie werkblad bij oranje, geel of groen.

Waar horen de mening volgens jullie?
Wat klinkt meer rood/oranje en wat meer groen/geel?

Slide 7 - Diapositive

Hoe ging het?
Vat kort samen hoe het bedenken van de meningen ging en welke denkrichtingen de leerlingen op zijn gegaan. Laat de leerlingen die willen, kort wat delen.

Slide 8 - Diapositive

Waar staat jouw mening?
We gaan nu kijken waar je zelf zit op deze thermometer!
Waar past jouw eigen mening over dit onderwerp op de MeningMeter?

Optie: klassikaal
Iedereen mag nu (één voor één) een streepje op de MeningMeter (komen) zetten.
Bekijk alle meningen naast de MeningMeter nog eens goed en zet een streepje waar jouw mening zit!

Optie: in groepjes
Bespreek nu met je groepje waar je eigen mening zit op de Meter.
Waar zou jij jezelf neer zetten en durf jij je groepje te vertellen waarom?

LET OP: zorg bij deze stap voor een veilige sfeer in de klas. Het kan best moeilijk zijn voor leerlingen om deze stap te zetten. Denk daarover na in combinatie met het onderwerp. Maak hier een weloverwogen keuze in!

 
 

Slide 9 - Diapositive

Afronding
De ingekleurde werkbladen maken de verschillende meningen visueel. Hoe zijn de meningen vertegenwoordigd? Is er veel verschil of is er veel eenduidigheid?  Het zichtbaar maken en daarmee accepteren van deze verschillen is het doel van de les.

Veilige sfeer in de klas?
Daag de leerlingen uit om in de klas op zoek te gaan naar iemand met een andere mening. Voer een gesprek over wat jullie verschillen en overeenkomsten zijn over dit onderwerp. Iedereen heeft een andere mening over het onderwerp en dat is okay!  
Durven jullie elkaar te vertellen over jullie mening en waar je grenzen liggen?

Minder veilige sfeer in de klas?  
Benoem een aantal verschillen en overeenkomsten over dit onderwerp zonder op individuele meningen in te gaan. Iedereen heeft een eigen mening over het onderwerp en dat is heel ok! Leg uit dat het leerzaam is om elkaars grenzen af en toe te horen en te waarderen. Je hoeft niet altijd een ander te overtuigen.

Tip:
Hang de MeningMeters ergens zichtbaar op! Zo zie je de klassentemperatuur over het gekozen onderwerp.
 


Slide 10 - Diapositive

Evalueren: mijn mening – jouw mening!
Bespreek de les eventueel nog na met je leerlingen. Maak daarbij gebruik van de volgende reflectievragen:

Inhoud:
  • Waren jullie het met elkaar eens?
  • Heeft iedereen durven zeggen wat hij vond?
  • Is je mening veranderd door deze opdracht?
  • Heb je dingen gehoord van klasgenoten wat je niet wist?
  • Vond je het spannend om je eigen mening te delen?
  • Is er veel verschil in onze klas?
  • Etc.
Proces:
  • Was het lastig? Zo ja wat?
  • Was alles duidelijk?
  • Vond je het leuk om te doen en waarom?
  • Zou je het nog een keer willen doen met een ander onderwerp?
  • Welke onderwerpen zou je nieuwsgierig naar zijn?