Semana 20 Unidad 2 Lección 1 Mis nuevos amigos - Repaso

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

                                 ¡HOLA! ¿QUÉ TAL?

Objetivos Doelen

Después de esta clase... Na deze les...

1. ... conocéis algunas palabras para cantidades kennen jullie een aantal woorden voor hoeveelheden

3. ... sabéis combinar los estados de ánimo con estas cantidades kunnen jullie de gemoedstoestanden combineren met deze woorden voor hoeveelheden

¿Cómo estás?

😒🙁😐🙂😃

¿Qué tal las vacaciones de mayo?

😒🙁😐🙂😃

¿Qué has hecho
en las vacaciones?
Noem één woord in het Spaans!

Weet je dit (nog)?

¡Vamos a repetir!

We gaan de woorden voor de gemoedstoestanden, 

karakters en hoeveelheden herhalen.

nervioso =

1. bang
2. nerveus
3. moe
4. boos

cansada =

1. bang
2. verdrietig
3. rustig
4. moe

contento =

1. tevreden
2. chagrijnig
3. rustig
4. boos

De gemoedstoestanden gaan met het werkwoord

1. ser
2. estar

Vertaal: Ik (v) ben boos.

simpática =

1. lui
2. aardig
3. ongeduldig
4. onvriendelijk

sincero =

1. sociaal
2. impulsief
3. eerlijk
4. hardwerkend

tímido =

1. verlegen
2. open
3. onafhankelijk
4. pessimistisch

De karaktereigenschappen gaan met het werkwoord

1. ser
2. estar

Vertaal: Jullie (m) zijn vriendelijk.

Mario está (nogal) nervioso.

1. un poco
2. bastante
3. muy
4. nada

Juan no es (helemaal niet) sincero.

1. no
2. demasiado
3. lo mismo
4. nada

Vertaal: Jij (v) bent een beetje lui.

Ejercicio inicial Startopdracht

Gebruik de woorden voor gemoedstoestanden en beschrijf hoe de volgende personen zich voelen. En daarna: hoe is het vandaag met jou?

                                María ....                                                                Juan ....

 

                                Ana ....                                                                    Antonio y Eva .... 

Cantidades Hoeveelheden

muy                  heel/erg                        Ana está muy nerviosa.                             + +

bastante        nogal                             Juan está bastante cansado.                  +

un poco         een beetje                   Mi madre está un poco triste.                  -

no ... nada     helemaal niet             Tú no estás nada asustado.                     - - 

demasiado   te (veel)                         Mario está demasiado enfadado.

Zie ook LT p. 27

LE p. 29 ej. 10 --> al gemaakt?

¡A trabajar! Aan het werk!

Zorg dat je het huiswerk voor

morgen/vrijdag af hebt:

Hacer y corregir: 

LE p. 28-31 ejercicios 6 / 7 / 10 / 13 / 14 / 15

Klaar & nagekeken? Fijne middag :)

Controlar los objetivos

Even checken of de lesdoelen zijn behaald.

Iemand uit de klas tekent een emoji op het bord en zet 

 ++, +, - of -- erbij om te verduidelijken.

De rest van de klas raadt de gemoedstoestand in combinatie

met de hoeveelheid. 

Por ejemplo: Estás muy enfadado.

Deberes Huiswerk

Hacer y corregir: LE p. 30/31 ej. 11-16

Estudiar: LT p. 32 A y B

¡Hasta luego!

                                 ¡HOLA! ¿QUÉ TAL?

Objetivos Doelen

En esta clase... In deze les...

1. ... comparo mi colegio con un colegio en España vergelijk ik mijn school met een school in Spanje

2. ... sé nombrar algunas diferencias y similitudes entre mi colegio y el colegio español weet ik een aantal verschillen en overeenkomsten te benoemen tussen mijn school en de Spaanse school

Comparar colegios Scholen vergelijken

• Werk in groepjes van 2 of 3 personen.
• Gebruik per groepje 1 computer en 1 cuaderno.  
• Hulp nodig? Gebruik je woordenlijst of interglot.com om woordjes te vertalen en je docent voor andere vragen.

Comparar colegios Scholen vergelijken

We gaan het Harens Lyceum vergelijken met een school

in Zaragoza, een stad in het noord-westen van Spanje.

Ej. 1 Ga via Google naar I.E.S. Zaragoza España. 

a. Hoeveel scholen zijn er in Zaragoza?

b. Hoeveel scholen zijn er waar jij woont?

c. Waarom denk je dat er meer/minder scholen zijn in Zaragoza dan waar jij woont?

d. Wat betekent I.E.S.?

Comparar colegios Scholen vergelijken

Ej. 1 Ga via Google naar I.E.S. Zaragoza España. 

a. Hoeveel scholen zijn er in Zaragoza? 41 scholen

b. Hoeveel scholen zijn er waar jij woont? Ongeveer 15 scholen

c. Waarom denk je dat er meer/minder scholen zijn in Zaragoza dan waar jij woont? Zaragoza is een erg grote stad, waardoor er daar meer scholen zijn dan bv. in Haren of in Groningen. 

d. Wat betekent I.E.S.? Instituto de Educación Secundario

Comparar colegios Scholen vergelijken

Klik nu op de website van de volgende school: 

IES Miguel Servet

Ej. 2
a. Wat is het adres van de school?

b. Wat is het telefoonnummer van de school?

c. Kijk eens naar de plaatjes van de school. 

Hoe ziet de school eruit? Wel/niet leuk? Waarom wel/niet?

Comparar colegios Scholen vergelijken

Ej. 2

a. Wat is het adres van de school? Paseo de los Ruiseñores 49, 51, 50006 Zaragoza, España.

b. Wat is het telefoonnummer van de school? [phone]

c. Kijk eens naar de plaatjes van de school. 

Hoe ziet de school eruit? 

Wel/niet leuk? Waarom wel/niet?

Comparar colegios Scholen vergelijken

Klik nu bij "El Instituto" op "Horario".

Ej. 3

a. Hoe laat starten en eindigen de leerlingen met de lessen?

b. Hoe lang duren de lessen?

c. Hoeveel pauzes hebben de leerlingen op een dag?

Klik daarna bij "El instituto" op "Calendario escolar 2023-2024"

d. Hebben de leerlingen op deze school langer of korter zomervakantie dan wij?

e. Hebben de leerlingen op deze school herfstvakantie? En meivakantie?

Comparar colegios Scholen vergelijken

Ej. 3

a. Hoe laat starten en eindigen de leerlingen met de lessen? 8.30 uur - 14.30 uur.

b. Hoe lang duren de lessen? 55 minuten

c. Hoeveel pauzes hebben de leerlingen op een dag? 1 pauze

d. Hebben de leerlingen op deze school langer of korter zomervakantie dan wij? korter

e. Hebben de leerlingen op deze school herfstvakantie? En meivakantie? Allebei niet.

Comparar colegios Scholen vergelijken

Klik nu op "Departamentos".

Ej. 4

a. Noem in het Nederlands 3 vakken die de leerlingen op deze school hebben die jij ook hebt.

b. Noem 2 vakken die jij wel hebt en zij niet.

Klik als laatste bij "Alumnos y familias" op "Horarios de grupos" en dan op klas 2C.

c. Welk vak hebben zij op maandag, dinsdag en woensdag het 3e uur?

d. Hoe heet hun Frans docent?

Comparar colegios Scholen vergelijken

Ej. 4

a. Noem in het Nederlands 3 vakken die de leerlingen op deze school hebben die jij ook hebt. Bv. Engels, wiskunde, LO, AK, GS, tekenen, nask, muziek.

b. Noem 2 vakken die jij wel hebt en zij niet. Bv. Nederlands, Duits, drama, talentrichting, biologie.

c. Welk vak hebben zij op maandag, dinsdag en woensdag het 3e uur? wiskunde

d. Hoe heet hun Frans docent? Sergio Gambón Darquié (afkorting GDS)

Afsluiting

Noem één overeenkomst en één verschil tussen het Harens Lyceum en het Miguel Servet die jij het meest opvallend vond.

Deberes Huiswerk

Geen huiswerk!

Veel plezier tijdens de talentweek en in de meivakantie!

¡Hasta luego!