havo 2 De Brug Spelling

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Welkom!
De Brug - Spelling
herhalen theorie
maken opdrachten
Nieuw Nederlands, digitaal, versie h/v 6e editie!!

Slide 2 - Diapositive

Weet je het nog?

Slide 3 - Diapositive

Wanneer zet je een komma?
A
Je zet een komma tussen een naam en een uitroep.
B
Je zet een komma na een opsomming.
C
Je zet een komma na verbindingswoorden als doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, want...
D
Je zet een komma tussen twee persoonsvormen

Slide 4 - Quiz

Antwoord
Je zet een komma:
  • tussen twee persoonsvormen: Als jij de jassen haalt, ga ik betalen.
  • tussen de delen van een opsomming (maar niet voor en): Mulan spreekt Nederlands, Frans, Engels en Duits.
  • tussen een naam of een uitroep en de rest van de zin: Heb jij je huiswerk al af, Yaniek? Stop eens, ik heb een lekke band!
  • voor verbindindingswoorden als doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat, zodra.

Zet in het algemeen geen komma voor en en of.

Slide 5 - Diapositive

Antwoord
Je zet een komma:
  • tussen twee persoonsvormen: Als jij de jassen haalt, ga ik betalen.
  • tussen de delen van een opsomming (maar niet voor en): Mulan spreekt Nederlands, Frans, Engels en Duits.
  • tussen een naam of een uitroep en de rest van de zin: Heb jij je huiswerk al af, Yaniek? Stop eens, ik heb een lekke band!
  • voor verbindindingswoorden als doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat, zodra.

Zet in het algemeen geen komma voor en en of.

Slide 6 - Diapositive

hoofdletters en leestekens
Je schrijft een hoofdletter:
Zo gebruik je leestekens:
Je gebruikt aanhalingstekens...



boek blz. 266 

Slide 7 - Diapositive

Schrijf de verkleinwoorden op van de volgende woorden:
buggy, colbert, tang, wandelpad

Slide 8 - Question ouverte

verkleinwoorden
boek blz. 267

Slide 9 - Diapositive

Schrijf het meervoud op van:
klok, woord, duif, hobby, tv, bezem

Slide 10 - Question ouverte

meervoud
boek blz. 267 en 268

Slide 11 - Diapositive

bijvoeglijk naamwoord
neem de theorie door op blz. 268

Slide 12 - Diapositive

Je gaat zelf aan de slag:

Digitaal, Nieuw Nederlands, 6e editie, h/v versie, leerjaar 2, De Brug, Spelling.
Let op: we werken vanaf nu ook digitaal met de h/v-versie!!


Ben je klaar?
Zorg dat je  het gemaakte werk goed opslaat zodat de docent kan zien dat je het gemaakt hebt.

Al weer klaar? Top!
Lees in je leesboek of bekijk de theorie van formuleren in je leerboek blz. 262 t/m 265





Slide 13 - Diapositive

Hoe ging het zelfstandig werken?
Wat ging goed?
Kan er de volgende keer iets beter?

Slide 14 - Diapositive

Wat gaan we het volgende uur doen?
Verder met spelling werkwoorden



Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive