Die erste Stunde Deutsch 2 kader

Kapitel 1: Ich
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Kapitel 1: Ich

Slide 1 - Diapositive

Lernziel (doel):
  • je begrijpt hoe het boek in elkaar zit
  • je kunt het digitale materiaal terugvinden in magister
  • je hebt de lessonupapp gedownload met de klascode

Slide 2 - Diapositive

Schreib deinen Namen  auf: Vorname
und Nachname vollständig.
Namenschild

Slide 3 - Diapositive

Uitleg digitaal materiaal:
  1. Ga naar magister, leermiddelen, Duits
  2. Dubbelklik 
  3. Controleer het juiste niveau van je leerboek
  4. kader 1-2 vmbo-kgt

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Uitleg lessonup:
  • download de lessonup app
  • eerste keer registeren met je schoolmail en wachtwoord
  • vul de volgende code in 
  • 2ka: ycymr
  • 2kb: twypq
  • 2kc: djqes

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Duits is de meest gesproken moedertaal in de EU
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Hoe spreek je de klank "äu" uit? (zoals in Mäuse)
A
au
B
eu
C
oi

Slide 9 - Quiz

0

Slide 10 - Vidéo

Waarvoor is pizza in dit lied de oplossing?
A
om verveling tegen te gaan
B
voor alle problemen in de wereld
C
als je trek/honger hebt

Slide 11 - Quiz

Als dit op mijn bord ligt, wat eet ik dan?
A
Klöße/Knödel
B
Boulette
C
Spätzle

Slide 12 - Quiz

Hoe noemen de Duitsers de letter "ß"?
A
Ringel-S
B
Beta-S
C
Eszet

Slide 13 - Quiz

Hoe heet de "vind ik leuk"-button op de Duitse versie van Fcebook?
A
gefällt mir
B
find ich toll
C
super

Slide 14 - Quiz

0

Slide 15 - Vidéo

In welk dialect is dit lied gezongen?
A
Deutsch
B
Österreichisch
C
Schweizerisch

Slide 16 - Quiz

Als Duitsers "Schwein haben", wat hebben ze dan?
A
een varkentje gekocht
B
mazzel/geluk
C
honger

Slide 17 - Quiz

Als je in Zwitserland iemand begroet, wat zeg je dan?
A
Grüß Gott
B
Servus
C
Grüezi

Slide 18 - Quiz

Een Duitse jongere spreekt zijn eigen oma aan met .......
A
du (jij)
B
Sie (u)

Slide 19 - Quiz

Welke van de volgende woorden betekent in het Duits niet hetzelfde als in het Nederlands?
A
het meer/das Meer
B
echt/echt
C
de angst/die Angst

Slide 20 - Quiz

Schattingsvraag: Hoeveel Duitse woorden zijn er? (In het Nederlands ongeveer 1 miljoen)

Slide 21 - Question ouverte

En de winnaar is:

Slide 22 - Diapositive

Ziel erreicht?
Weet jij, hoe het boek in elkaar zit?                                                                                                              
Kun je het digitale metariaal terugvinden in magister? 

Heb jij de LessonUp app gedownload en de juiste klascode ingevoerd?                                                    

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive