Les 8 het parlement

Het parlement 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute VKLeerroute VGLeerroute VTLeerroute 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Het parlement 

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van de les
 Weet jij wie er in het parlement zitten.
Weet jij wat de twee taken van het parlement zijn. 
Weet jij het verschil tussen coalitie en oppositie partijen.

Slide 2 - Diapositive

Eerste Kamer
  • 75 zetels 
  • indirect gekozen 
  • volk --> provinciale staten --> Eerste Kamer 
Parlement: Eerste en Tweede Kamer 
Tweede Kamer
  • 150 zetels 
  • gekozen door het volk 

Slide 3 - Diapositive

Eerste kamer
Er zitten 75 leden in de Eerste Kamer die indirect gekozen worden.

De Eerste Kamer doet een laatste check en gaat dan stemmen. (1)
Ministers en staatssecretarissen controleren. (2)

Slide 4 - Diapositive

Tweede kamer
Er zitten 150 leden in de Tweede Kamer die direct gekozen worden.

Wetsvoorstellen maken, veranderen en stemmen. (1)
Ministers en staatssecretarissen controleren. (2)

Slide 5 - Diapositive

Elke politieke partij wordt een fractie genoemd in het parlement. Elke fractie heeft een fractievoorzitter.

Coalitie partijen 
Deze partijen werken samen in het kabinet 

Oppositiepartijen 
Deze partijen zitten niet in het kabinet maar wel in het parlement 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Eerste Kamer
 
Tweede Kamer
Parlement
Eerste en Tweede Kamer hebben 2 taken 

  • (mede)wetgevende taak: ministers en Tweede Kamerleden mogen wetten schrijven 
  • controlerende taak: controleren of het kabinet de wetten goed uitvoert. 

Slide 8 - Diapositive

Rechten van het parlement (GT)
(mede)wetgevende taak

  • recht van initiatief (wetsvoorstel schrijven alleen Tweede Kamer)
  • recht van amendement  (wetsvoorstel wijzigen alleen Tweede Kamer)
  • goed- of afkeuren wetsvoorstellen
  • budget-begrotingsrecht (voorstel wijzigen, goed of afkeuren)

Controlerende taak

  • vragenrecht 
  • recht op motie (wantrouwen) 
  • ministers en staatssecretarissen in debat ter verantwoording roepen 
  • recht op enquête of parlementair onderzoek 
  • budget- of begrotingsrecht (controleren waar geld aan wordt uitgegeven) 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Wie zitten er in het kabinet?
A
Koning en ministers
B
Ministers en het parlement
C
Eerste en Tweede Kamer
D
Ministers en staatssecretarissen

Slide 13 - Quiz

Noem twee taken van het kabinet

Slide 14 - Question ouverte

Waaruit bestaat het parlement?

Slide 15 - Question ouverte

Welke taak van het parlement zie je in het filmpje?

Slide 16 - Question ouverte

Hoeveel leden zitten er in de tweede kamer?
A
50
B
75
C
151
D
150

Slide 17 - Quiz

Hoeveel leden zitten er in de eerste kamer?
A
65
B
71
C
75
D
70

Slide 18 - Quiz

Wie zitten er in het parlement?
A
Ambtenaren
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Leraren en ministers
D
staatssecretarissen

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Vidéo

Dagelijks bestuur Nederland 
Volksvertegenwoordigers 
Kabinet
Parlement
1. Wetten maken 
2. Wetten uitvoeren
1. Wetten maken 
2. Controleren

Slide 22 - Question de remorquage

Wat hebben jullie tijdens deze les geleerd? Noem twee voorbeelden.

Slide 23 - Question ouverte