Hart b2

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer
1 / 38
suivant
Slide 1: Question de remorquage
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 1 - Question de remorquage

grote bloedsomloop. Hoe stroomt een druppel bloed? Begin in de linkerboezem.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Het bloed komt in de linkerboezem.
Het bloed komt in de linkerkamer
Het bloed komt in de rechterboezem.
Het bloed komt in verschillende organen.
Het bloed komt in de aorta
Het bloed komt in de holle aders

Slide 2 - Question de remorquage

De longslagader
A
van het hart en heeft veel zuurstof
B
gaat naar het hart en heeft veel zuurstof
C
van het hart met weinig zuurstof
D
gaat naar het hart met weinig zuurstof

Slide 3 - Quiz

Bloed
bestanddelen bloed

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Witte bloedcel

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Plasma-eiwitten
Bijv. fibrinogeen

Dit eiwit is nodig voor de bloedstolling.

Slide 12 - Diapositive

Bloedplaatjes, fibrinogeen en RBC

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

is onderdeel van het bloed
is geen onderdeel van het bloed
Rode bloedcel
Zuurstof
witte bloedcel
ijzer
Plasma
Water
Vet

Slide 15 - Question de remorquage

Er zijn meer witte bloedcellen dan rode bloedcellen in een druppel bloed.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Bloed bevat witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes.
Welke functie hebben de rode bloedcellen?

A
Afweer
B
Transport van zuurstof
C
Bloedstolling
D
Transport opgeloste stoffen

Slide 17 - Quiz

Koppel de functies van het bloed met het juiste onderdeel van het bloed
1-Bloedplasma
2-Witte bloedcellen
3-Bloedplaatjes
4-Rode bloedcellen
Bloedstolling
Transporteren van stoffen
Zuurstof vervoeren 
Afweer

Slide 18 - Question de remorquage

Wat is de longader?
A
2
B
3
C
7
D
1

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

De longader..
A
Loopt naar de long, is zuurstofrijk
B
Loopt vanaf de long, is zuurstofarm
C
Loopt naar de long, is zuurstofarm
D
Loopt vanaf de long, is zuurstofrijk

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

De longslagader is.......
A
zuurstofrijk
B
zuurstofarm

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Longader
Aorta
Holle ader
Nierader

Slide 28 - Question de remorquage

Wat is de longslagader?
A
2
B
1
C
3
D
7

Slide 29 - Quiz

In de afbeelding zie je verschillende typen bloedvaten.
Wat is de naam van elk type bloedvat? 
Slagader 
Ader
Haarvat

Slide 30 - Question de remorquage

Een bloedvat met kleppen in het bloedvat.
A
Haarvat
B
Slagader
C
Ader

Slide 31 - Quiz

In de tekening hiernaast zie je een stukje van de bloedsomloop met de drie typen bloedvaten.
Hoe heten de bloedvaten 1, 2 en 3? 
1.
2.
3.
Ader
Slagader
Haarvaten

Slide 32 - Question de remorquage

Haarvaten
Aders
Welke kenmerken horen bij welk bloedvat? 
Sleep de juiste woorden naar de bloedvaten.
Slagaders
Kleppen
Hoge bloeddruk
Liggen dieper in het lichaam
De wand is één cellaag dik
De wand is dik, stevig en elastisch
Bloed stroomt van de organen weg naar het hart toe
Voedingsstoffen en zuurstof, maar ook koolstofdioxide en andere afvalstoffen gaan erdoorheen, 

Slide 33 - Question de remorquage

In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten.

Sleep de bloedvaten naar de juiste namen.
Kransslagader
Bovenste holle ader
Aorta
Longslagader
Longader

Slide 34 - Question de remorquage

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive