M2 U1 Sports & Passions §1 et §2

Aujourd'hui/Vandaag
Doel:
-Kennismaken met elkaar . 
-Je kunt iets vertellen over sporten die in Frankrijk populair zijn. 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Aujourd'hui/Vandaag
Doel:
-Kennismaken met elkaar . 
-Je kunt iets vertellen over sporten die in Frankrijk populair zijn. 

Slide 1 - Diapositive

Wat heb je nodig?
-Libre Service boek 2A
-Schrift
-Opgeladen iPad/oortjes
-Gemaakt/Geleerd  huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Formatieve toetsjes
10 woordjes 
Je krijgt een kleur ipv cijfer
Paars (oft) Groen (-2,5 ft) Oranje (-4,5) Rood >4, 5 ft
3x foutloos: bericht met compliment naar ouders
Napoleon!

Slide 3 - Diapositive

Periode 1
Studieplanner 
Unité 1 
(so: 20 September en toets: 4 oktober)
Unité 2 
(so: 14 oktober en toets: PTO week)

Slide 4 - Diapositive

Comment tu t'appelles?
Tu es français?
Tu habites où?
Tu habites dans une ville ou un village?
J'habite dans une ville.
Je m'appelle Thomas.
Non, je suis néerlandais.
J'habite à Utrecht.

Slide 5 - Question de remorquage

Combineer
Goedendag/ Hoi
Ik heet ...
Ik woon in ...
Ik ben twaalf jaar
J'habite à ...
J'ai douze ans
Bonjour / Salut
je m'appelle ...

Slide 6 - Question de remorquage

Je hebt jezelf voorstellen in het Frans herhaald. 
Combineer de Nederlandse zinnen met de Franse!
Ik heet 
Ik ben 13 jaar
Ik woon in 
Ik houd van
J'habite à
Je m'appelle
J'ai treize ans
J'aime

Slide 7 - Question de remorquage

Un jour une question

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Un jour Une question
C'est quoi l'e-sport?
1. Wat is e-sport? 
2. Waar wordt op gespeeld?
3. Welk voorbeeld wordt er in dit filmpje van gegeven? 
4. Hoe kunnen de fans de wedstrijden volgen?


Slide 10 - Diapositive

Antwoorden
1. electronic sport/sport électronique
2. een computer/un ordinateur
3. .videospelletjes / jeux vidéo
4. via internet.

Slide 11 - Diapositive

kleine quiz over franse sporten
Doornemen p. 6 et 7 

Slide 12 - Diapositive

Voor welke sport heb je 'une raquette' nodig?
A
boksen
B
tennis
C
volleybal

Slide 13 - Quiz

Wat is de bijnaam van het Franse voetbalelftal?
A
les Bleus
B
les Verts
C
Les Rouges

Slide 14 - Quiz

Hoe heet 'zwemmen' in het Frans
A
l'équitation
B
le golf
C
la natation

Slide 15 - Quiz

Op welke sport heeft de jaarlijkse 'Tour de France' betrekking?
A
Wielersport
B
Autosport
C
Atletiek
D
Paardrijden

Slide 16 - Quiz

Welke sport wordt beoefend in het stadion Roland Garros in Parijs.
A
l'athlétisme
B
le rugby
C
le tennis

Slide 17 - Quiz

Apprendre 1 et 2, p. 34
Huiswerk
10 minuten In stilte
-Overschrijven in je schrift of invoeren in quizlet
-Leren voor as maandag (f-n en n-f)


Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Lire
Doel: Je kunt een tekst over sport en hobby's begrijpen
Afmaken ex. 2 klassikaal
Klassikaal e. 5 et 6
Huiswerk:
Faire ex. 3A, 4 (p. 9)
Leren Apprendre 1 et 2 F-N et N-F p. 34)

Slide 20 - Diapositive

Grammaire herhalen
lesson up : Avoir/être/faire
Faire ex. 8abc

Slide 21 - Diapositive