Les 25 H1 Spelling: hoofdletters, leestekens en verkleinwoorden

Planning
Lezen (15min)
Huiswerkcontrole + nakijken (10min)
Uitleg over hoofdletters en spelling (5min)
Aan de slag! (20min)
Kahoot (10min)
Huiswerk
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Planning
Lezen (15min)
Huiswerkcontrole + nakijken (10min)
Uitleg over hoofdletters en spelling (5min)
Aan de slag! (20min)
Kahoot (10min)
Huiswerk

Slide 1 - Diapositive

De baby slaapt zacht

Slide 2 - Question ouverte

In de middag probeerde hij te leren

Slide 3 - Question ouverte

De harige spin weefde het mooiste web

Slide 4 - Question ouverte

Wat was het huiswerk?
H1 - PV en zinsdelen vanaf blz. 30


Maken: opdracht 1 t/m 5



Slide 5 - Diapositive


- Spelling H1 blz . 32

Doel: 
- Je weet wanneer je hoofdletters en leestekens moet zetten.
- je weet hoe je verkleinwoorden moet spellen




Vandaag

Slide 6 - Diapositive

Wat weet je er al van?

Slide 7 - Diapositive

Welk leesteken hoort er achter de zin?
Vind jij leestekens moeilijk

A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 8 - Quiz

Kloppen de hoofdletters in deze zin?

'S ochtends moet Tim vroeg opstaan.
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Lien

De plaatsnaam zet je in
A
kleine letters
B
hoofdletters
C
alleen eerste letter hoofdletter

Slide 11 - Quiz

Hoe schrijf je de naam van de maand?
A
Eerste letter met een hoofdletter
B
Helemaal in kleine letters
C
Eerste en laatste letter met een hoofdletter
D
Helemaal in hoofdletters

Slide 12 - Quiz

In welke zin zijn de hoofdletters en leestekens juist geplaatst?


A
Woon jij in Den helder of in Schagen?
B
Woon jij in Den Helder of in Schagen.
C
Woon jij in Den Helder of in Schagen?
D
Woon jij in Den helder of in Schagen.

Slide 13 - Quiz

Waar staan de leestekens goed?
A
Hallo pap, je bent op vakantie hoor.
B
Hallo pap, je bent op vakantie hoor
C
Hallo pap: je bent op vakantie hoor.
D
Hallo pap je bent op vakantie hoor

Slide 14 - Quiz

Hoe begin en hoe eindig je een zin?

- Start met een hoofdletter;
- Geef aan dat de zin ten einde is: punt, vraagteken, uitroepteken. 
Spelling:

Slide 15 - Diapositive

Wanneer gebruik je nog meer hoofdletters?

- Start de zin met een hoofdletter;
- In namen (alle namen, mensen, bedrijven, landen, plaatsen e.d. (aardrijkskundige namen));
Woorden die afgeleid zijn van aardrijkskundige namen). 
Spelling:

Slide 16 - Diapositive

Leestekens:
- Punt, Vraagteken, Uitroepteken, Komma
Komma:
- tussen twee persoonsvormen
- voor verbindingswoorden (daardoor, omdat, want.....)
- Na een uitroep. 'Hé, dat is mijn chocoladetaart!'

Meestal Geen komma voor en en of
Spelling:

Slide 17 - Diapositive

Wat is goed?
(niet aan het begin van de zin)
A
Zuid-Limburg
B
zuid-Limburg
C
zuid-limburg
D
Zuid Limburg

Slide 18 - Quiz


H1- Taalverzorging vanaf blz. 32
Lezen: de theorie over hoofdletters en leestekens
Maken: de opdrachten 1 t/m 4

Klaar? Maak alvast opdracht 5 + 6 (=huiswerk)
Succes!
Aan de slag:

timer
20:00

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Huiswerk
H1- Taalverzorging vanaf blz. 32

Lezen: de theorie over hoofdletters en leestekens
Afmaken: de opdrachten 1 t/m 4


Slide 21 - Diapositive