Kapitel 1 herhaling

• Duits
• Speciaal Onderwijs
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerroute VT
• Leerjaar 2

Vertaal: die Leute

1. de mensen
2. vandaag
3. de meute

Kapitel 1 Wiederholung

Planung für diese Stunde Deutsch

- Herhalen van woordjes.

- Herhalen van de grammatica.

- Herhalen van de zinnetjes.

Vertaal het volgende woord naar het Duits: heten

Vertaal het volgende woord naar het Nederlands: heute

Vertaal het woord naar het Duits: oud

Vertaal: hoe heet je?

Geef antwoord op de vraag in het Duits: hoe oud ben je?

Präsens - sein

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind

seid

sind

sein

sein

Ich komme aus Frankreich.

Ich spiele gerne Fußball.

Ich heiße Angela.

Ich lebe in Berlin.

Wie heißt du?

Woher kommst du?

Wo lebst du?

Was ist dein Hobby?

Was sind deine Hobbys?

Woher kommst du?

Hast du Geschwister?

Wie heißt du?

Was ist deine Adresse?

Wer bist du?

Hoe heet je?

Waar kom je vandaan?

Wat is je adres?

Heb je broers/zussen?

Wat zijn je hobby's?

Wie ben je?

Vertaal: der Monat

1. de week
2. de maandag
3. de maand
4. de maan

Vertaal: Oostenrijk

1. Östereich
2. Osterreich
3. Ostereich
4. Österreich

Vertaal: waarvandaan

1. woher
2. wo
3. wann
4. wer

Vertaal: Zwitserland

1. Swiss
2. die Schweiz
3. Schwitzerland
4. die Schwiss

Vertaal: twaalf

1. zwolf
2. zwaalf
3. zwölf

Vertaal: negen

1. nein
2. nine
3. neen
4. neun

FRAGEWÖRTER

wie

was

wer

woher

warum

wo

wohin

welche

wie

hoe

waar

wat

waarheen

welke

waarom

waar vandaan

Morgen toets!
Ben je goed voorbereid op deze toets?

😒🙁😐🙂😃

Heb je nog vragen over de leerstof? Noteer hier je vraag!