paragraaf 4 de conjunctuur

Welkom bij Economie
Fijn dat jullie er weer zijn.
 * Ga lekker zitten op je plek
* Mobiel is weg deze zit in één van de vakjes van de telefoontas
* Mobiel staat op vliegtuigstand of staat uit
* Hoofdstuk 2 paragraaf 4 blz. 59
* We gaan zo beginnen ...........
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Economie
Fijn dat jullie er weer zijn.
 * Ga lekker zitten op je plek
* Mobiel is weg deze zit in één van de vakjes van de telefoontas
* Mobiel staat op vliegtuigstand of staat uit
* Hoofdstuk 2 paragraaf 4 blz. 59
* We gaan zo beginnen ...........

Slide 1 - Diapositive

bespreken paragraaf 3
6 tot met 10

Slide 2 - Diapositive

Soorten werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid: Werkloosheid die ontstaat doordat de bestedingen dalen.  De vraagt daalt naar goederen en diensten.

Slide 3 - Diapositive

Slecht gaat met economie gevolg?
  • bestedingen dalen. 
  • hierdoor verkopen de bedrijven minder
  • bedrijven ontslaan personeel
  • consumenten verdienen minder
  • bestedingen gaan verder achteruit.
  • Werkeloosheid stijgt  ( conjuncturele werkeloosheid)
  • ( dit alles noemen ze een laagconjunctuur)

Slide 4 - Diapositive

laagconjunctuur
Periode waarin de productie van een land niet groeit

Slide 5 - Diapositive

Laagconjunctuur

Slide 6 - Diapositive

Gevolgen laagconjunctuur: werkloosheid

In een laagconjunctuur is er weinig vraag naar goederen, dus weinig productie, met als gevolg weinig werkgelegenheid en dus hoge werkloosheid.


 

Slide 7 - Diapositive

Hoogconjunctuur 
  •  Hoger consumentenvertrouwen, bestedingen nemen toe.
  • Hoger producentenvertrouwen,  productie stijgt
  • Afname conjuncturele werkeloosheid

Slide 8 - Diapositive

vraagkant van de economie
(conjunctuur)
aanbodkant van de economie
(structuur)
Economie : vraag & aanbod

Slide 9 - Diapositive

Gevolgen hoog- en laagconjunctuur

Hoogconjunctuur:

sprake van loon-prijsspiraal ( hogere prijzen leiden tot hogere lonen vica versa)

stijgende lonen en stijgen prijzen (inflatie).


Laagconjunctuur: werkloosheid


Slide 10 - Diapositive

Waaruit bestaan deze bestedingen?
  • consumptie , de aankopen van consumenten
  • investeringen, de aankopen van bedrijven
  • de aankopen van de overheid
  • export, de aankopen vanuit het buitenland 

Slide 11 - Diapositive

Ontstaat conjuncturele werkloosheid tijdens hoog- of laagconjunctuur?
A
hoogconjunctuur
B
laagconjunctuur

Slide 12 - Quiz

veel consumentenvertrouwen is een kenmerk van een
A
hoogconjunctuur
B
laagconjunctuur

Slide 13 - Quiz

Hoe heet het als de bestedingen boven de trend zitten?
A
hoogconjunctuur
B
laagconjunctuur

Slide 14 - Quiz

Welke indicator zal afnemen bij een hoogconjunctuur?
A
Belastingontvangsten
B
Investeringen bedrijven
C
Uitkeringen
D
Inflatie

Slide 15 - Quiz

maken Paragraaf 2.4
4 tot met 11

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo