5.5, de opkomst van het christendom

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

5.5.1 en 5.5.2

van splintergroep tot staatsgodsdienst

In een agrarisch-stedelijke samenleving werkt bijna iedereen op het land

1. Waar
2. Niet waar

Liefdadigheid betekend dat je hulp geeft zonder er iets voor terug te verwachten

1. waar
2. niet waar

De meeste mensen in het Romeinse Rijk geloofden in meerdere goden

1. waar
2. niet waar

Het christendom is ouder dan het jodendom

1. waar
2. niet waar

joden en christenen geloven allebei in Jezus als verlosser

1. waar
2. niet waar

Het christendom heeft een deel van de bijbel overgenomen van het jodendom

1. waar
2. niet waar

Huiswerk 5.4 nakijken

het jodendom

• Het jodendom is monotheïstisch , ze hebben maar 1 god.
• Profeten Abraham, Jacob en Mozes
• Joodse bijbel heet de Tenach
• Romeinen veroverden Joodse gebieden

het christendom

• Jezus werd door sommige mensen gezien als Messias 
• Apostelen (volgelingen van Jezus) schreven over zijn leven in het Nieuwe Testament
• Christendom werd populair bij vrouwen, slaven en soldaten

Hebben jullie alles begrepen?

Pak je laptop er weer bij

We gaan een quizje doen!

Hoe noemen christenen de Tenach?

1. de Bijbel
2. Oude Testament
3. Nieuwe Testament
4. de Messias

Wat is de naam van een geloof dat maar één god heeft?

1. Monotheïsme
2. Henotheïsme
3. Polytheïsme
4. Atheïsme

Waar of niet waar:
alle joodse mensen geloofden dat Jezus de Messias was

1. Waar
2. Niet waar

Waarom wachtten veel joden op de komst van een Messias?
(typ hier zelf je antwoord)

Waarom bekeerden in het begin vooral arme mensen zich tot het christendom?
(er zijn meerdere antwoorden goed)

1. Het was gratis
2. Ze hoopten op een betere tijd zonder onderdrukking
3. Christenen deelden geld uit
4. Je kon in de hemel komen

Opdracht

• Je gaat je inleven in een bepaald persoon
• Eerst individueel, daarna eens worden in nieuwe groepen. Beantwoord de vragen en geef uiteindelijk antwoord op de vraag: Hoe kijkt mijn personage aan tegen het christendom?
• Bespreken in nieuwe groepjes
• 5 minuten per ronde

Hoe was dit?

• Wat vonden jullie van deze werkvorm?
• Hebben jullie goed kunnen werken?

• Huiswerk voor volgende les:

Maak de invulsamenvatting: Ga naar paragraaf 5.7 - Invulsamenvatting - Maak invulsamenvattingen 8 -13.