3.1 De economie van de stad

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

3.1 de economie van de stad

H3 Stedelijke gebieden

Domein Leefomgeving

H4

Lesdoel

• Je weet dat de creatieve beroepen in steden de motor zijn van de kenniseconomie en steeds belangrijker worden. 
  
• Je begrijpt op welke manier de creatieve sector steden economisch laat groeien
  

De stad als economisch centrum

Belangrijkste productiefactor huidige economie?

• Kennis

• 'Harde' technologische kennis: technische uitvindingen
• 'Zachte' sociale kennis: kennis van het gedrag van mensen

• Wat valt je op?
  

• Waar zullen de meeste kennisintensieve bedrijven zich bevinden? 
  

Waarom vind je die kennisbedrijven dicht bij elkaar?

• Profiteren van nabijheid: uitwisseling van goederen, informatie en diensten
  

Science parks

Clustering van bedrijven in science parks

Informatie delen

Het delen van kennis en informatie en het aanleveren van diensten noemen we zakelijke dienstverlening

Dit zijn vaak kleine bedrijfjes waar het vooral om de brains gaat. 

De aantrekkelijke stad

• 1975-1990: leegloop 
  
• Na 1990: kenniseconomie zorgt voor een aantrekkelijke stad, meer mensen gaan weer in de stad wonen. 
  

Met name creatieve beroepen: 
Vormgevers, marketeers, ICT, architecten etc. 

Oorzaken

1. creatieven wonen graag in steden en geven veel geld uit aan stedelijke voorzieningen.
2. creatieven creëren een sfeer van succes.
3. Stad wordt hierdoor aantrekkelijk om te wonen en voor bedrijven om zich te vestigen.
   

Steden proberen op twee manieren de creatieve sector aan te trekken:

1. Science parks ontwikkelen 
   
2. Goedkope bedrijfsruimte: broedplaatsen 
   

Voorbeelden?

www.ndsm.nl

De creatieve stad

Groot aantal ICT’ers en mensen in creatieve en hightech beroepen.

1. Waarom in die steden?
2. Wie profiteren? 
   

• Hoog opgeleide werknemers 
  

1. Welke twee negatieve gevolgen? 
   

• Duale arbeidsmarkt 
  
• Sociale ongelijkheid 
  

Creatieve stad in Nederland?

Nederlandse steden kennen meer creatieve hoeken i.p.v. de gehele stad. 

Verwerkingsopdracht

Werk in tweetallen (indien mogelijk).

1. Kies een (grote) Nederlandse stad
2. Ga in deze stad op zoek naar het creatieve gebied.
3. Is er überhaupt een creatieve hoek?
   

• Zo ja, waar dan?
• Zo niet, waarom zou deze hier niet te vinden zijn. 

4. Hoe gaat de lokale overheid hier mee om? Wordt de creatieve stad gestimuleerd?

5. Welke voordelen heeft de betreffende stad van de aanwezigheid/het ontbreken van een creatief gebied?

aan de slag

Maak de opdracht van week 26 online

1.    Ga in Magister in het linkermenu naar ‘leermiddelen’
2.    Kies AK ‘buiteNLand 4H online’
3.    In het nieuwe tabblad zie je het online boek en werkboek in één.
4.    Kies bovenaan het juiste hoofdstuk (H3)

5.    Kies nu in het menu er onder de juiste paragraaf

6. Maken online H3.1 “De economie van de stad” vraag 1, 3 en 4