10.4

Schooljaar 2022-2023
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Schooljaar 2022-2023

Slide 1 - Diapositive

Planning

Slide 2 - Diapositive

- terugblik 10.3
- uitleg 10.4
- Zelfstandig werken
Huiswerk maandag 14 nov:
Maken + nakijken opdrachten 10.4  1 t/m 11
Leren: toepassing + begrippen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive


Wat is de lading van:
1: Zuurstof
2: Kalium

A
1: 2+ 2: 1+
B
1: 2+ 2: 1-
C
1: 2- 2: 1+
D
1: 2- 2: 1-

Slide 5 - Quiz

+
2+
-
2-
0
3+

Slide 6 - Question de remorquage


Geef de naam van zout AgF.
gebruik kleine letters

Slide 7 - Question ouverte


Geef de naam van zout CuO .
gebruik kleine letters

Slide 8 - Question ouverte


Geef de naam van het zout 
gebruik kleine letters
MgI2

Slide 9 - Question ouverte


Geef de naam van het zout 
gebruik kleine letters
Na2S

Slide 10 - Question ouverte


Bariumfluoride is een zout. Juna probeerd 3500 mg van dit zout op in 33 cl water op te lossen.
Laat met een berekening zien of ze al het zout kan oplossen.
Noteer of je de tips hiernaast gebruikt hebt.
Bereken wat  de concentratie zou zijn in g/L.
1
Bekijk in de oplosbaarheidtabel of dit zout g, m of s oplosbaar is. 

2
Bekijk de concentratie. Is dit meer of minder dan 10g/L. Is dit meer dan Is de oplossing verzadigt. 
3
Ben je klaar? Lees alvast 10.4 door.
Tips

Slide 11 - Question ouverte


Beheers jij de leerdoelen van 10.3?
A
Ja, voldoende.
B
Ja, goed.
C
Nee, te weinig gedaan.
D
Nee, snap het niet.

Slide 12 - Quiz

Pak je boek erbij blz 87 - 89

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

zilverchloride 
ijzer(II)jodide
calciumfluoride
1. Noteer de naam van het zout.
2. Schrijf de ionen eronder + de lading.
3. Ze de verhouding + en - ion eronder.
4. Maak het zout kloppend.
5.  Schrijf de zoutformule op zonder lading.

Slide 25 - Diapositive

Vervolg les:
Huiswerk maandag 14 nov:
Maken + nakijken opdrachten 10.4  1 t/m 11
Leren: toepassing + begrippen

Slide 26 - Diapositive

Maak van de volgende zouten de zoutformule:
1: zilverbromide
2: IJzer(II)jodide
3: kaliumsulfide
4: IJzer(III)oxide
5: IJzer(III)fluoride
Hoe stel je een zoutformule op:

Slide 27 - Diapositive

Planning

Slide 28 - Diapositive

Pak je boek erbij blz 87 - 89

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Maak de oplosvergelijking van koperchloride:

Slide 37 - Question ouverte

macro-niveau

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Maak de indampvergelijking van natriumsulfide.

Slide 45 - Question ouverte

Huiswerk vrijdag 18 nov:

Maken + nakijken opdrachten 10.4  1 t/m 23
Leren: toepassing + begrippen

Slide 46 - Diapositive


Wat is de zoutformule van natriumoxide?

Slide 47 - Question ouverte


Wat is de zoutformule van kali?

Slide 48 - Question ouverte


Wat is de zoutformule van marmer?
TIP: gebruik bron 1 van paragraaf 10.5

Slide 49 - Question ouverte