Hoofdstuk 5

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 5

de ontkenning 

- welke 3 stappen zijn er?

- welke ontkenningen ken je?

De ontkenning

Maak de volgende zin ontkennend:

Je parle français.

Voeg de juiste ontkenningen bij elkaar

Nog niet

Niet meer

Niet/geen

Nooit

Niets

Ne ... pas

Ne ... pas encore

Ne ... jamais

Ne ... rien

Ne ... plus

Andere ontkenningen

welke ontkenningen ken je nog meer in het Frans?

De ontkenning/
la négation

Maak ontkennend met ne.... pas :
 Nous parlons allemand.  

ne

pas

nous

allemand

parlons

De ontkenning

Maak de volgende zinnen ontkennend:

Je parle français.

Tu habites à Paris?

Je suis néerlandais.

Maak ontkennend:

Adrien habite à Orléans

niet meer

Ontkenning

Maak de zinnen ontkennend.

1. Il va au supermarché
2. Nous mangeons une salade.
3. J'ai 14 ans.
4. C'est facile. 

Verschillende ontkenningen

ne ... pas	niet (geen)	Je ne mange pas de viande.	Ik eet niet (geen) vlees.
ne ... plus	niet (geen) meer	Je ne mange plus de viande.	Ik eet niet (geen) vlees meer .
ne ... jamais	nooit	Je ne mange jamais de viande.	Ik eet nooit vlees.
ne ... rien	niets	Je ne mange rien .	Ik eet niets .
ne ... pas encore	nog niet	Je ne mange pas encore de viande.	Ik eet nog niet (geen) vlees.

Uitleg ontkenning

• Ontkenning in het Nederlands...?
• Ontkenning in het Frans:
  
  ne / n' ... (persoonsvorm) ... pas
  
  c'est -> ce n'est pas 
  

Maak ontkennend:

Anna habite à Toulouse.

1. Anna ne habites pas à Toulouse
2. Anna n' habites pas à Toulouse
3. Anna ne habite pas à Toulouse
4. Anna n' habite pas à Toulouse

Ontkenning. Hoe zet je "C'est" in de ontkenning?

1. C'n'est pas
2. Ce ne est pas
3. C'est ne pas
4. Ce n'est pas

Maak de zin ontkennend:

Nous parlons français.