H2 Les 14: oefenen voor de repetitie

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Opfrissen! 

Pragraaf 2.1, 2.2 en 2.3

Alle tafels leeg en alle telefoons in de telefoontas.

Deze les

• MiniSO3 inzien
• Oefenen voor de repetitie met LessonUp & het werkblad

MiniSO3

• Faseaanduidingen vergeten (of alleen bij een van de stoffen genoteerd).
• De 7 elementen, broom, chloor, fluor, jood, stikstof, waterstof en zuurstof als atomen opgeschreven i.p.v. molecuul.
• Waterstofatoom (H) i.p.v. water opgeschreven.
• Oneven getallen zuurstof waren lastig.

Pak je laptop en open LessonUp

Hoeveel moleculen zijn er getekend?

1. 14
2. 13
3. 38
4. 2

Hoeveel soorten moleculen zijn er getekend?

1. 14
2. 13
3. 38
4. 2

Hoeveel atomen zijn er getekend?

1. 14
2. 13
3. 38
4. 2

Hoeveel soorten atomen zijn er getekend?

1. 14
2. 13
3. 38
4. 3

Staat er voor de pijl een zuivere stof of een mengsel?

1. Een zuivere stof, want het bestaat uit één soort atomen.
2. Een zuivere stof, want het bestaat uit één soort moleculen
3. Een mengsel, want het bestaat uit twee soorten moleculen
4. Een mengsel, want het bestaat uit 2 soorten atomen

elementen en verbindingen

Mengsel

Zuivere stof: element

Zuivere stof: verbinding

Elementen

Verbindingen

Bestaat uit 1 atoomsoort

Bestaat uit meer atoomsoorten

Opbouw stoffen

Atoom

Molecuul & Element

Molecuul &
Verbinding

Molecuul &
Verbinding

Molecuul & Element

In dit plaatje zie je:

1. Een chemische reactie, want uit een verbinding ontstaan twee elementen .
2. Een chemische reactie, want uit een zuivere stof ontstaat een mengsel
3. Een chemische reactie, want uit een mengsel ontstaan twee stoffen.
4. Een scheiding, want uit een mengsel ontstaan twee stoffen.

Verbinding

Element

C (s)

Fe (s)

P (s)

Cl2 (g)

He (g)

H2 (g)

O2 (g)

H2O(l)

CO2 (g)

HBr (g)

SCl2 (g)

C3H8 (g)

NH3 (g)

Niet alle stoffen kun je
ontleden.

Kun je ontleden

kun je niet ontleden

Element

verbinding

Ontleedbare stof

Niet

ontleedbare stof

Stel in molecuulformules de reactievergelijking op voor de omzetting van diwaterstofcarbonaat, H₂CO₃, in koolstofdioxide. Behalve koolstofdioxide wordt ook water gevormd.

Diwaterstofcarbonaat, H₂CO₃ is opgelost in water.

1. H₂CO₃(aq) → CO₂ (g)
2. 2 H₂CO₃(aq) → 3 H₂O (l) + 2 CO₂ (g)
3. H₂CO₃(aq) + H₂0 (l) → H₂O (l) + CO₂ (g)
4. H₂CO₃(aq) → H₂O (l) + CO₂ (g)

Stel in molecuulformules de reactievergelijking op voor de ontleding van de gas stikstofmonoxide in zuurstof en de gas stikstof.

1. NO (g) ⇾ N₂ (g) + O₂ (g)
2. 2NO (g) ⇾ N₂ (g) + O₂ (g)
3. 2NO (s) ⇾ N₂ (g) + O₂ (g)
4. NO (g) ⇾ N (g) + O (g)

Maak deel 2 van het werkblad