Hoofdstuk 29 onregelmatige en Engels werkwoorden

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, planner op tafel.


timer
10:00
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, planner op tafel.


timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Deze week...
H29 Onregelmatige en Engelse werkwoorden
Les 1: Instructie onregelmatige werwoorden
Les 2:Instructie Engelse werkwoorden
Les 3: Leesuur
Tekst
Weektaak (dit moet 21 oktober af zijn!
Leren:  13, 27,28 ,29 ( so)
Maken: 1 t/m 10


Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- wat de regels voor het spellen van onregelmatige werkwoorden zijn; 
- hoe je met onregelmatige werkwoorden omgaat, zodat ze goed in de zin passen. 

Slide 3 - Diapositive

Werkwoordspelling
We hebben al veel gewerkt over werkwoorden. Voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord en de persoonsvorm. 




Tegenwoordige tijd
ik ik-vorm
je/jij ik-vorm+t*
hij/zij/het ik-vorm+t
meervoud hele werkwoord
Verleden tijd
enkelvoud ik-vorm +de/te
meervoud ik-vorm +den/ten
*als je/jij achter de persoonsvorm staat, gebruiken we de ik-vorm

Slide 4 - Diapositive

Onregelmatige werkwoorden
De meeste werkwoorden worden volgens de regels in de vorige sheet vervoegd. Er zijn ook sterke werkwoorden, die in de verleden tijd van klank veranderen. 

Bij sommige werkwoorden gelden zelfs de regels die voor de tegenwoordige tijd gelden niet; dit zijn onregelmatige werkwoorden: 
hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen (zie pagina 118)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag
Werk nu aan opdracht 1 tot en met 7 op pagina 118 en 119
timer
1:00

Slide 12 - Diapositive

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'hebben'?
A
ik heb, jij hebt, hij hebt, wij hebben
B
ik heeft, jij heeft, hij heeft, wij heven
C
ik heb, jij heeft, hij heeft, wij hebben
D
ik heb, jij hebt, hij heeft, wij hebben

Slide 13 - Quiz

Dansen is een
A
Onregelmatig werkwoord
B
Regelmatig werkwoord

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'zijn'?
A
ik ben, jij is, hij is, wij bennen
B
ik is, jij is, hij is, wij zijn
C
ik ben, jij bent, hij is, wij zijn
D
ik ben, jij bent, hij bent, wij bennen

Slide 15 - Quiz

Hoe weet je of je te maken hebt met een onregelmatig werkwoord?
A
onregelmatige werkwoorden zijn duidelijk herkenbaar.
B
je schrijft de persoonsvorm en het voltooid deelwoord niet volgens de normale regels.
C
een onregelmatig werkwoord komt niet heel regelmatig voor.
D
onregelmatige werkwoorden kunnen alleen in een zin staan.

Slide 16 - Quiz

Welkom!
Welkom 

Starttaak:
Schrijf een samenvatting van de vorige les in je schrift.


timer
5:00
Etui, lesboek, schrift, planner op tafel.

Slide 17 - Diapositive

Deze week...
H29 Onregelmatige en Engelse werkwoorden
Les 1: Instructie onregelmatige werwoorden
Les 2:Instructie Engelse werkwoorden
Les 3: Leesuur

Slide 18 - Diapositive

 Terugblik les 1 Onregelmatige werkwoorden
Zwak:vt -en, vervolgens +de(n) of +te(n)
Sterk: in de vt veranderd klinker, vd eindigt op -en
Onregelmatig: tt andere vorm, of in vt ook onvoorspelbaar Bijv ook verandering van medeklinker

Slide 19 - Diapositive

De ik-vorm en de tegenwoordige tijd van Engelse werkwoorden

  • Meestal gelden voor de Engelse werkwoorden dezelfde regels als voor de Nederlandse werkwoorden. 
  • Je gaat bij Engelse werkwoorden ook uit van de ik-vorm
  • Die kun je meestal maken door -en van het werkwoord af te halen.

      checken -  ik check
      crashen -   ik crash
      streamen - ik stream





Slide 20 - Diapositive

  • Soms komt er een letter bij                          
     scoren - ik scoor                      promoten - ik promoot
 
  • Soms gaat er  een extra letter af
     bloggen - ik blog                       crossen - ik cros

  • Maar let op
     Als je de ik-vorm maakt, hoef je soms alleen de -n weg te halen, omdat
     de uitspraak van het woord anders niet meer klopt. De -e laat je dan
     staan.
     racen - ik race (ik rac klinkt niet goed)               deleten - ik delete (delet)







Slide 21 - Diapositive

In de tegenwoordige tijd vervoeg je Engelse werkwoorden op dezelfde manier als de Nederlandse werkwoorden:

1e persoon enkelvoud  = ik-vorm                               ik e-mail 
2e persoon enkelvoud  = ik-vorm + t                          jij e-mailt 
3e persoon enkelvoud  = ik-vorm + t                          hij/zij/het/u e-mailt 

1e persoon meervoud  = hele werkwoord                  wij e-mailen
2e persoon meervoud  = hele werkwoord                  jullie e-mailen
3e persoon meervoud  = hele werkwoord                  zij e-mailen
 

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo


In de zomer (wakeboarden)…mijn broer soms urenlang.

Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. 

Slide 24 - Question ouverte


Mijn buurman (recyclen)…echt al zijn afval.  

Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. 

Slide 25 - Question ouverte


Als het mooi weer is (loungen)...hij het liefst aan het water.
Zet het werkwoord in de tegenwoordige tijd.
A
loungt
B
lounget
C
lounged
D
loungdt

Slide 26 - Quiz

De verleden tijd van Engelse werkwoorden

  • De verleden tijd  van Engelse werkwoorden maak je op dezelfde manier als die van Nederlandse (zwakke) werkwoorden. 

  • Je schrijft  in de verleden tijd ook -de(n) of -te(n) achter de ik-vorm.
  • Je luistert naar de uitspraak.
  • Je kijkt of de laatste letter van de ik-vorm in 't -x kofschip staat.

     skaten    - ik skate (je hoort een -t-) - ik skatete     - wij skateten 
     e-mailen - ik e-mail                            - jij e-mailde  -jullie e-mailden


Slide 27 - Diapositive


De ministers (lobbyen)…gisteren bij het bedrijfsleven.

Zet de persoonsvorm in de verleden tijd.

Slide 28 - Question ouverte


De auto (crashen).....nadat die uit de bocht vloog.

Zet de persoonsvorm in de verleden tijd.

Slide 29 - Question ouverte


De barman (shaken)...een lekkere cocktail.
Zet het werkwoord in de verleden tijd.
A
shakete
B
shaked
C
shaket
D
shakte

Slide 30 - Quiz

Nu jij......
Maken  opdracht 10 
(blz 121)
timer
5:00

Slide 31 - Diapositive