WATER 3.2 TEMPERATUUR

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

3.2 Temperatuur
Lesdoel:
De onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen.
Kunnen uitleggen hoe Celsisus een thermometer maakte.
De gasbrander op een juiste manier aan en uitzetten.

Slide 2 - Diapositive

lesinhoud
bespreken huiswerk
uitleg 3.2
zelfstandig werken 3.2
quiz over 3.1 en 3.2


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Het meetbereik is hier van -20°C tot 120°C.
De  onderdelen v.e. vloeistofthermometer  zijn:
- reservoir
- schaalverdeling
- stijgbuis
- vloeistof (meestal alcohol)

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

De Celsiusschaal
1) Smelten ijs (0°C)
2) Kokend water (100°C)
3) Schaalverdeling tussen 0 en 100°C
4) Schaalverderling onder 0°C

Slide 9 - Diapositive

Een thermometer ijken
Als je een thermometer ijkt, dan zordgje dat deze voldoet aan een bepaalde standaard. De ijkpunten bij de thermometer van Celsius zijn 0 en 100 °C.

Slide 10 - Diapositive

De koortsthermometer heeft een brede stijgbuis en een groot reservoir. 
Het bereik is van 35 tot 42°C

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Belang lesdoel
Je kan op een juiste manier de temperatuur meten.
Je begrijpt dat de wegen onder 0°C bevriezen en dat dit nulpunt door Celsius bepaald is.
Je kunt je practicum water koken beter uitvoeren.

Slide 13 - Diapositive

Lees de vier thermometers af en noteer de waarde.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Zelfstandig werken
Ga aan de slag met opdracht 1 t/m 7
Jullie hebben de tijd tot 11:30
Samenwerken mag, maar op fluisterniveau
Ik loop rond om te helpen
eerder klaar? Top! Ga rustig wat voor jezelf doen

Slide 16 - Diapositive

Hoe komt het dat een stof verschillende fasen heeft ?
A
doordat moleculen veranderen
B
door de temperatuur
C
doordat moleculen verschillend bewegen
D
door de luchtdruk

Slide 17 - Quiz

Welke vloeistof zit er tegenwoordig in de meeste thermometers ?
A
kwik
B
alcohol
C
Water met een kleurtje
D
rode infra

Slide 18 - Quiz

Van welk principe maakt een thermometer gebruik ?
A
van smeltend ijs in water
B
van het principe: meten is weten
C
uitzetting
D
warmte geleiding

Slide 19 - Quiz

Waar is de stijging van een thermometer van afhankelijk ?
A
van de temperatuur natuurlijk
B
van de luchtdruk
C
of je koorts hebt
D
van de breedte van de buis en de temperatuur

Slide 20 - Quiz

Hoe noem je de 'streepjes' en getallen op een thermometer ?
A
de meetwaardes
B
de temperatuur in graden Celsius
C
ijkwaarden
D
schaalverdeling

Slide 21 - Quiz

Meneer Celsius maakte de voor ons bekende thermometer met hulp van
A
Meneer Fahrenheit
B
ijs
C
zijn lichaamstemperatuur en het koudste wat hij had in zijn laboratorium
D
smeltend ijs in water dat hij 0 graden noemde

Slide 22 - Quiz

Van welk principe maakt een thermometer gebruik ?
A
van smeltend ijs in water
B
van het principe: meten is weten
C
uitzetting
D
warmte geleiding

Slide 23 - Quiz


Wat is geen fase van een stof ?
A
vast
B
gas
C
vloeibaar
D
water

Slide 24 - Quiz

Hoe komt het dat een stof verschillende fasen heeft ?
A
doordat moleculen veranderen
B
door de temperatuur
C
doordat moleculen verschillend bewegen
D
door de luchtdruk

Slide 25 - Quiz

Welke vloeistof zit er tegenwoordig in de meeste thermometers ?
A
kwik
B
alcohol
C
Water met een kleurtje
D
rode infra

Slide 26 - Quiz

Een thermometer met een bereik van 35 t/m 42 graden Celsius heeft een
A
groot reservoir en grote schaalverdeling
B
nauwe stijgbuis en kleine schaalverdeling
C
groot reservoir en nauwe stijgbuis
D
gevoelige vloeistof en kleine schaalverdeling

Slide 27 - Quiz