4B 5 De wereld om je heen

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

5.1 Ontwikkelingslanden

Deze les leer je de volgende begrippen:

- ontwikkelingsland, analfabeet, het nationaal inkomen en infrastructuur.

Ontwikkelingsland: land waar de inkomens en productie laag zijn en waar de meeste mensen in de landbouw werken.

Belangrijke gevolgen van armoede zijn:
• een laag nationaal inkomen per hoofd van de bevolking;
• analfabetisme;
• ondervoeding;
• een slechte gezondheidszorg;
• een lage gemiddelde leeftijd;
• een slechte infrastructuur;
• immigratie in de rijke landen.

Analfabeet: iemand die niet kan lezen en schrijven.

Nationaal inkomen per hoofd van de bevolking: het gemiddeld jaarinkomen per persoon in een land.

Nationaal inkomen: het totaalbedrag van alle inkomens in een land.

Ondervoeding: onvoldoende voeding en/of eenzijdige voeding.

Infrastructuur: wegen, bruggen, vliegvelden, havens etc...

Eindvragen

- Wat is een ontwikkelingsland?

- Wat is een analfabeet?

- Geef voorbeelden van infrastructuur?

5.2 Oorzaken van armoede

Deze les leer je:

- wat de belangrijkste oorzaken zijn van armoede in ontwikkelingslanden.

Belangrijke oorzaken van armoede in ontwikkelingslanden zijn:
• een ongunstig klimaat;
• natuurrampen;
• oorlogen;
• een grote bevolkingsgroei;
• gebrek aan scholing en kennis;
• invoerrechten van andere landen;
• een slechte infrastructuur.

Eindvraag

- Wat zijn de belangrijkste oorzaken van armoede in ontwikkelingslanden?

-

-

-

-

5.3 Handel in grondstoffen

Deze les leer je de volgende begrippen:

- vraag & aanbod, welvaart en fairtrade.

Aanbod: de verkopers.

Vraag: de kopers

Welvaart: de mate waarin mensen in hun behoeften kunnen

voorzien.

Fairtrade: een keurmerk dat staat voor eerlijke handel. De boeren krijgen een eerlijke prijs voor hun producten.

Eindvragen

- Wat is het verschil tussen vraag en aanbod?

- Wat is welvaart?

- Wat is fairtrade?

5.4 Ontwikkelingshulp?

Deze les leer je de volgende begrippen:

- ontwikkelingshulp, noodhulp, structurele hulp en
gebonden hulp

ontwikkelingssamenwerking (ontwikkelingshulp): hulpverlening aan ontwikkelingslanden.

Voorbeelden van ontwikkelingshulp
• noodhulp;
• structurele hulp;
• gebonden hulp;
• hulp bij hoge schulden;
• vermindering van invoerrechten;

Noodhulp: hulp om de ergste gevolgen op te vangen van een

natuurramp of oorlog.

Structurele hulp: hulp die een blijvende oplossing biedt voor een

probleem van een ontwikkelingsland.

Gebonden hulp: steun aan een ontwikkelingsland met producten die afkomstig zijn uit het land dat de steun geeft

Eindvragen

- Wat is ontwikkelingshulp?

Wat betekenen de volgende begrippen:

- Noodhulp

- Structurele hulp

- Gebonden hulp

5.5 Wat kun jij doen?

Deze les leer je:

- wat wij kunnen doen om ontwikkelingslanden te helpen

- wat microkrediet is

Hoe kunnen wij helpen

• geld geven;
• producten uit arme landen kopen;
• gaan werken in arme landen;
• spaargeld beleggen in microkredieten (uitleg volgende pagina);
• stemmen op politieke partijen met goede ideeën over ontwikkelingshulp.

Microkrediet

Kleine lening aan mensen met een laag inkomen in ontwikkelingslanden.

Eindvragen

- hoe kunnen wij ontwikkelingslanden helpen?

- wat is een microkrediet?