Hoofdstuk 1: Hulp- en transportmiddelen les 1

• Praktische economie
• MBO
• Studiejaar 1

Hulp- en transportmiddelen

Doel van de les: aan het einde van de les kennen we de begrippen

* intern transport

* extern transport

* rijdende transportmiddelen

* stationaire transportmiddelen

Een transportmiddel is een middel om goederen te vervoeren. Met transportmiddel bedoelen we vaak een vrachtauto, maar het kan ook een zeecontainer, wissellaadbak of bestelauto zijn.

Met een hulpmiddel bedoelen we een apparaat om goederen te laden of te lossen, zoals een vorkheftruck, een laadkraan of een pallettruck. 

Wat is intern transport?

Als goederen of artikelen binnen de winkel of het magazijn worden verplaatst.

Wat is extern transport?

Worden goederen vervoerd/verplaatst van de leverancier naar de winkel/magazijn of winkel/magazijn naar de klant, dan wordt gebruik gemaakt van externe transportmiddelen.

Stukje lezen

In een magazijn verplaats je vaak goederen. De ingekochte goederen komen aan bij afdeling Ontvangst. De logistiek medewerkers lossen, controleren en sorteren dit. De goederen gaan daarna direct door naar de opslag of naar de expeditie. De orderpicker haalt ze weer uit het magazijn om naar de expeditie te brengen. Tot slot maken de medewerkers van de expeditie de goederen klaar voor verzending. Hulp- en transportmiddelen zijn dus bij veel activiteiten in het magazijn te gebruiken. Deze moeten worden aangeschaft en onderhouden.

Welke logistieke processen
las je op de vorige sheet?

Logistiek is een breed begrip. Dit betekent dat logistieke processen in verschillende hoofdcategorieën kunnen worden ingedeeld. Deze categorieën, ook wel logistieke activiteiten genoemd, kunnen worden onderverdeeld in vervoer, opslag, productie en organisatie en aansturing. 

Waarom hebben we het
nu over hulp- en transportmiddelen?

Rijdend

Stationair

horizontaal rijdend hulpmiddel

Horizontaal rijdend

Verticaal rijdend

horizontaal rijdend hulpmiddel

Welke hulp- en transportmiddelen
zag je in het filmpje?

 Hulp- en transportmiddelen

Doel van de les: aan het einde van de les kennen we de begrippen

* intern transport

* extern transport

* rijdende transportmiddelen

* stationaire transportmiddelen

* horizontaal transportmiddel

* verticaal transportmiddel

Praktijkopdracht in duo's

De lading is binnengekomen en Nick heeft de opdracht gekregen deze te lossen. Chris zijn teamleider, heeft Nick al laten weten dat het om een grote levering tuinbeits gaat. Nadat Nick en zijn collega's met een handpallettruck de vrachtwagen hebben gelost, voeren ze de gebruikelijke controles uit.

Een deel van de lading moet hij naar de expeditieruimte transporteren aan de andere kant van het magazijn. Deze pallets gaan met een vrachtwagen aan het eind van de middag weer mee naar een klant.

1. Welk transportmiddel kan Nick het beste gebruiken?

2. Het andere deel moet het magazijn in. In het magazijn staan hoogbouwstellingen. Welk transportmiddel kan Nick hier het beste gebruiken?

3. Het magazijn en de transportmiddelen vergen onderhoud. Hoe organiseert Chris dat?

Antwoorden praktijkopdracht

1. Nick kan het beste een vorkheftrucktruck gebruiken. Hiermee kun je zware pallets over lange afstanden verplaatsen.

2. Nick kan het beste een hoogbouwtruck gebruiken. Hiermee kan hij tot een hoogte van vijftien meter pallets uit de stellingen halen of erin zetten.

3. Chris moet zijn mensen regelmatig de staanders en liggers laten controleren. Daarnaast moet de vloer opgeruimd en hygiënisch zijn. Onderhoud van de transport- en opslagmiddelen vergt meer tijd. 

Chris moet twee vormen van

onderhoud regelen: preventief en curatief. 

Het preventieve onderhoud bestaat uit het dagelijks onderhoud, het periodiek onderhoud en de revisie. 

Als Chris schade laat repareren, dan noem je dat curatief onderhoud. Chris rekent uit wat het beste is: alle onderhoud door eigen mensen laten doen, alle onderhoud uitbesteden, of een combi van beide.