Leven met aandoeningen aan de hersenen en het zenuwstelsel les 1

Leven met aandoeningen aan de 
hersenen en het zenuwstelsel
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 9 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Leven met aandoeningen aan de 
hersenen en het zenuwstelsel

Slide 1 - Diapositive

Chronisch ziek 
een lichamelijke of geestelijke aandoening 
die minimaal drie maanden duurt, telkens terugkomt en niet compleet te genezen is. 

Een zorgvrager moet de gevolgen van zijn aandoening kennen. 
en op welke manier zelf invloed op zijn ziekte is uit te oefenen. 

Alleen met voldoende informatie heeft, kan er goede keuzes maken over zijn gezondheidsgedrag. (gedrag dat gezondheid ten goede komt of bedreigt. (leefstijl.)

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen

  • Je legt uit wat een CVA is en waar de begeleiding uit bestaat.
  • Je legt uit wat de ziekte van Parkinson is en wat dit betekent voor de begeleiding van deze doelgroep.
  • Je kunt aan de hand van jouw kennis over de anatomie en pathologie uitleggen welke letsels er zijn.
  • je kunt jouw kennis over aandoeningen van het zenuwstelsel en de hersenen toepassen op verschillende doelgroepen. 

Slide 3 - Diapositive

TIA = Transiënte ischemische aanval
  • een tijdelijke afsluiting van een bloedvat in de hersenen. De afsluiting wordt veelal veroorzaakt door een bloedprop.
  • geen blijvende afsluiting
  • kortdurende uitvalsverschijnselen
Duurt dit langer dan 24 uur, dan is het geen TIA, maar een CVA(infarct)

Slide 4 - Diapositive

CVA

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Vidéo

Waar staan de letters CVA voor?
A
Cerebrale Vasculine Aandoening
B
Cerebro Vasculatie Aaandoening
C
Cerebro Vasculair Accident
D
Cerebraal Vasculine Activiteit

Slide 7 - Quiz

Welke twee aandoeningen vallen onder een CVA?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Aandoeningen in de hersenen
  • Hersenbloeding (door trauma of aneurysma)
  • Herseninfarct (waaronder ook TIA)
 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Parkinson

Slide 13 - Diapositive

Parkinson

Slide 14 - Carte mentale

Slide 15 - Vidéo

Wat is de ziekte van Parkinson?
A
Een chronische hartziekte
B
Een chronische longziekte
C
Een chronische zenuwziekte
D
Een chronische hersenziekte

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

Symptomen van Parkinson

Slide 18 - Carte mentale

Parkinson is een:
A
Ziekte van de bloedvaten
B
Ziekte van het hart
C
Ziekte van de hersenen
D
Ziekte van het zenuwstelsel

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Wat zijn de eerste 'vage' klachten van Parkinson?
A
Trillen, freezing, verminderd ruiken
B
Obstipatie, evenwichtsproblemen, stijve spieren
C
Obstipatie, verminderd ruiken, slapstoornissen
D
Trillen, wanen/ hallucinaties, slaapstoornissen.

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo

"Dhr van der M. (58) heeft de ziekte van Parkinson. Dhr heeft hulp nodig bij het eten en zijn dagelijkse verzorging zoals wassen en aankleden. Hij heeft 24-uurszorg nodig en verblijft in een verpleeghuis.
Via welke wet wordt dit geregeld?
A
WGBO
B
WKKGZ
C
WLZ
D
WVGGZ

Slide 24 - Quiz

Parkinson kan erfelijk zijn
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo

Volgende week

Slide 27 - Diapositive