les 1 conflict MO

Organisatie tijd

 Korte uitleg over wat er van je wordt verwacht

timer
5:00
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Organisatie tijd

 Korte uitleg over wat er van je wordt verwacht

timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Lees tijd
Lees paragraaf 1  blz. 7-8
IN STILTE!!!!!!
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Lestijd 15 min

Slide 3 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom Joden lange tijd leefden in diaspora en hoe het zionisme ontstond.

Slide 4 - Diapositive










Het Romeinse Rijk (1e eeuw)

Slide 5 - Diapositive

Joden in het Romeinse Rijk (1)
  • Leefden in de provincie Judea

  • Romeinen veroveren dit gebied rond het jaar 1

  • Spanningen tussen Romeinen en Joden: Romeinen geloven in meerdere goden (polytheïsme), Joden maar in één god (monotheïsme). 

Slide 6 - Diapositive

Joden in het Romeinse Rijk (2)
  • Joden erkennen de Romeinse goden niet

  • Julius Caesar maakt uitzondering voor Joden, maar dan moeten ze wel extra belasting betalen

  • Extra belastingen zorgen voor onrust, opstanden en uiteindelijk oorlog (Joodse Oorlog: 66-70 n. Chr.)

Slide 7 - Diapositive
















Verovering en vernietiging van Jeruzalem door de Romeinen

Slide 8 - Diapositive

Joodse diaspora
  • In de Joodse oorlog kwamen veel Joden om of werden gevangen genomen (en als slaaf verkocht)

  • Na een nieuwe Joodse opstand worden Joodse rituelen verboden

  • Steeds meer Joden trekken/vluchten weg uit de province Judea (latere naam: Syria-Palestina)

  • De verspreiding van het Joodse volk over de hele wereld heet diaspora (letterlijk: 'verstrooiing')

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Antisemitisme in de Middeleeuwen
  • Antisemitisme betekent: haat tegen Joden

  • Oorzaken zijn o.a. dat Joden houden sterk vast aan hun eigen gewoonten/tradities, en dat ze gezien worden als 'moordernaars van Jezus'

  • Gevolgen: verbod op het bezit van eigen grond, uitgesloten worden van verschillende soorten banen (Joden moeten andere, gevaarlijke, niet populaire beroepen gaan uitoefenen: bankier of juwelier)

  • Joden worden bij rampen gezien als schuldigen (zondebok) met pogroms tot gevolg

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Joden in Nederland
  • Na de Middeleeuwen konden Joden in de Republiek redelijk in vrijheid leven

  • Ze mochten (soms) hun eigen geloof beoefenen

  • Amsterdam had de grootste Joodse gemeenschap van Europa: 20.000 Joden (rond 1795)

Slide 13 - Diapositive

Jiddische woorden in de Nederlandse taal
Jiddisch is een Hebreeuws-Duitse mengtaal van de Joden die zich in de zeventiende eeuw in de Nederlanden vestigden

bollebos, gabber, gein, jatten, kapsones, bajes, gozer, pleite, mazzel, tof, jatten, stiekem, lef, smeris, smoes, snaaien, lawaai, heibel, enz. enz. enz.

Slide 14 - Diapositive

Nationalisme en Zionisme (1)
  • Nationalisme komt in de 19e eeuw sterk op: veel landen/volken willen laten zien dat zij het beste zijn.

  • Hierdoor zijn andere landen/volken/culturen minder. Gevolg: discriminatie, onderdrukking en geweld

  • Zeer veel geweld (pogroms) tegen Joden in Rusland

Slide 15 - Diapositive

Nationalisme en Zionisme (2)
  • Geweld en discriminatie (Dreyfus-affaire) doen Joden beseffen dat een land/plek voor henzelf het beste is.

  • Zionisme: het streven van Joden naar een eigen Joodse staat (het liefst in Palestina)

  • Belangrijke zionist: Theodor Herzl (1860-1904) (boek: Der Judenstaat)

Slide 16 - Diapositive














‘We vormen een volk, één volk. Overal waar we geleefd hebben, hebben we oprecht geprobeerd ons aan te passen aan de levensstijl van anderen, zonder ons eigen geloof op te geven. Maar dat stond men ons niet toe... Daarom is het antwoord simpel. Geef ons een stukje aarde waar we in overeenstemming met onze eigen Joodse behoeften kunnen leven, dan zullen we ons voor de rest best kunnen redden.’



                                                                             




                                                            - Theodor Herzl, Der Judenstaat, 1896

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo







Even terug naar het Midden-Oosten...

Slide 19 - Diapositive

Palestina na de Romeinen
  • Het gebied werd in de 7e eeuw door Arabische moslims veroverd.

  • In de stad Jeruzalem bouwden ze op de Tempelberg o.a.: de Rotskoepel en de Al-Aqsamoskee

  • In die tijd woonden moslims, christenen en Joden min of meer vreedzaam naast elkaar

Slide 20 - Diapositive

Kruistochten
  • Vreedzame situatie verandert in de 11e eeuw: de Seltsjoeken (Turks-Islamitisch volk) nemen het gebied in en maken het christelijke pelgrims lastig

  • Europese legers proberen het gebied (en Jeruzalem) te veroveren

  • Deze kruistochten waren maar tijdelijk succesvol

Slide 21 - Diapositive





Het Ottomaanse Rijk
in 1683

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Bij het heilige verbond kregen de Israëlieten (Joden) het 'beloofde land' Judea.

Welk land is dit 'beloofde land'?
A
Palestina
B
Egypte
C
Vaticaanstad
D
Midden-Oosten

Slide 24 - Quiz

Romeinen stonden bekend als tolerante mensen tegenover andere geloven. Waarom zouden ze dit niet zijn bij de Joden?
A
Omdat zij de keizer niet wilden accepteren
B
Omdat zij zich niet aanpasten aan de Romeinse cultuur
C
Omdat zij monotheïstisch waren
D
Omdat zij meteen in opstand kwamen tegen de Romeinen

Slide 25 - Quiz

Wat betekent diaspora?
A
Jodenhaat
B
Verspreiding van Joden over de wereld
C
Aanvallen op Joodse mensen en bezittingen
D
Terugkeer naar Israël

Slide 26 - Quiz

Wat moesten de Joden beloven in dit 'heilige verbond'
A
Eeuwige trouw aan de ene ware God
B
De ongelovigen te zullen straffen
C
Niet uit dit beloofde land te zullen vertrekken
D
Zoveel mogelijk mensen bekeren tot het jodendom

Slide 27 - Quiz

Tijdens de middeleeuwen waren Joden vaak het doelwit van spot en onderdrukking. Om welke redenen?
A
Ze werden gezien als buitenstaanders die zich niet aanpasten aan hun omgeving
B
Ze waren altijd met geld bezig en daarom niet te vertrouwen
C
Ze kregen vaak de goede baantjes
D
Ze werden beschuldigd van de moord op Jezus

Slide 28 - Quiz

Wat is het zionisme?
A
Beweging die de rechten van Joden bevorderde
B
Beweging die streefde naar een eigen land voor Joden
C
Beweging die tegen het nationalisme van de Joden was
D
Beweging die herstelbetalingen wil voor het leed dat de Joden is aangedaan

Slide 29 - Quiz

Aan welke persoon is het modern Zionisme te danken?
A
Sigmund Freud
B
Isaac Israëls
C
Theodor Hertzl
D
Baruch Spinoza

Slide 30 - Quiz

Beredeneer waarom Joodse gemeenschappen vaak onderdrukt worden in gebieden waar een sterk nationalisme is.

Slide 31 - Question ouverte

Ottomaanse rijk
  •  Sinds 1271 (laatste kruistocht) geen Joodse aanwezigheid meer in Palestina.

  • Vanaf 1516 was Palestina onderdeel van het Ottomaanse rijk.

  • Halverwege de 19e eeuw door toedoen van opkomend nationalisme (antisemitisme) en zionisme, eerste Joodse migranten in Palestina.

Slide 32 - Diapositive

Wat is 'antisemitisme'?
A
Sterk gevoel van nationalisme
B
Haat tegen elk vorm van geloof
C
Haat tegen joden
D
Beweging die streeft naar eigen land voor Joden

Slide 33 - Quiz

Verval Ottomaanse rijk
  • In de loop van 19e eeuw brokkelt het Ottomaanse rijk af (landen worden zelfstandig).

  • Engeland aast op Palestina om het Suez kanaal veilig te kunnen stellen.

  • 'Deze navelstreng van het Britse rijk'  mocht niet in gevaar komen.

Slide 34 - Diapositive

Op het plaatje zie je de koloniën van Engeland.
Bedenk waarom het Suez Kanaal de 'navelstreng van het Britse rijk wordt genoemd'

Slide 35 - Question ouverte

Eerste Wereldoorlog
  •  1914 breekt WO1 uit. Het Ottomaanse rijk was een bondgenoot van Duitsland (en daarmee vijand van ENG).

  • Engeland maakt een afspraak met de Arabieren in Palestina; als zij de Britten helpen de Turken te verslaan worden ze onafhankelijk.

  • Sykes-Picotverdrag; FR en ENG spreken in het geheim af het Midden-Oosten te verdelen onder elkaar (geen onafhankelijkheid voor de Arabieren).

  • Balfour-verklaring; ENG belooft de joden een eigen gebied in Palestina in ruil voor hulp bij de oorlog.

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

Welk land heeft de sterkste claim op gebied in Palestina? (gezien de afspraken met de Britten)
A
De Arabieren
B
De Joden (zionisten)

Slide 38 - Quiz

Pauzemoment
timer
4:00

Slide 39 - Diapositive

Werktijd max. 20 min.
  1. Werk de eerste helft van paragraaf 1 voor jezelf verder uit 
timer
15:00
timer
10:00

Slide 40 - Diapositive