Napoleon

Napoleon en Lodewijk Napoleon
Welkom!
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens en maatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Napoleon en Lodewijk Napoleon
Welkom!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Uitleg Napoleon.
Quiz vragen.
Blooket.
Filmpje.

Slide 2 - Diapositive

Vorige week:
De bataafse revolutie; ook wel een democratische revolutie genoemd; een democratie is een land waarin het volk regeert.
De patriotten waren tegen de stadhouders. De stadhouders waren vaak erg absolutistisch in heen heerschappij. 
De patriotten kregen veel steun en mens maakten eigen kleine legertjes. Deze noem je vrijkorpsen
Willem de vijfde vlucht en de patriotten gaan naar Frankrijk. Hier kregen ze steun van de Fransen. En uiteindelijk winnen de patriotten en komt het parlement aan de macht. Het parlement is door het volk gekozen.
Na de Bataafse revolutie heette Nederland de Bataafse republiek.

Slide 3 - Diapositive

Na de Franse revolutie.
Na de revolutie nog veel onrustig in Frankrijk, ​
de bevolking ontevreden over wie het land moet besturen​.

Leger werd ingezet om rellen te onderdrukken, 
onder leiding van ​Generaal Napoleon Bonaparte​.

Populaire generaal kreeg steeds meer macht en steun van de bevolking.




Slide 4 - Diapositive

Napoleon Bonaparte
  • Geboren op het eiland Corsica op 15 augustus 1769

  • Hij was afkomstig uit de derde stand (zijn vader was advocaat)

  • Het gezin was niet rijk, maar Napoleon kon toch studeren

  • Hij ging op zijn 15e naar een militaire school

Slide 5 - Diapositive


Staatsgreep van Napoleon
november 1799



  • Generaal Napoleon Bonaparte heeft de Franse Republiek al eerder gered: in 1795, toen aanhangers van de overleden koning de macht wilden grijpen.
  • Hij is klaar met de zwakke Directoire en zet hen af. 
  • Napoleon benoemt zichzelf tot consul. Net zoals de Romeinen dat ooit deden.

Slide 6 - Diapositive


Napoleon wordt dictator
1799-1804



  • Hoewel de Franse Revolutie hem de kans heeft gegeven hoger op te komen, heeft Napoleon niet zoveel met de idealen van de Revolutie.
  • Hij schakelt tegenstanders uit en wordt langzaamaan dictator van Frankrijk.
  • Het volk heeft, door zijn overwinningen, alle vertrouwen in Napoleon.

Slide 7 - Diapositive


Frankrijk bezet Nederland
1795-1813




  • Op verzoek van de Patriotten, Nederlanders die van de prins van Oranje af willen, vallen Franse troepen Nederland binnen.
  • Nederland wordt de Bataafse Republiek, maar de Nederlanders zelf hebben maar weinig te zeggen.

Slide 8 - Diapositive


Napoleon kroont zichzelf keizer
1804



  • Nu Napoleon de absolute baas is in grote delen van Europa, kroont hij zichzelf tot keizer.

  • Na 15 jaar revolutie lijkt Frankrijk terug bij af: er is weer één man de baas.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo


Koninkrijk Nederland
1806-1810




  • De broer van Napoleon, Lodewijk Napoleon, wordt in 1806, de eerste koning van Nederland.
  • Hij is geliefd in ons land: zo probeerde hij ook Nederlands te praten. 
  • Dat was niet altijd makkelijk. Zo noemde hij zichzelf: 'konijn van Olland'

Slide 11 - Diapositive








Lodewijk Napoleon laat het stadhuis van Amsterdam tot zijn paleis verbouwen. 
Tegenwoordig heet het daarom nog steeds Paleis op de Dam.
Zijn vrouw vond het helemaal niets en vertrok weer naar Frankrijk

Slide 12 - Diapositive


Deel van Frankrijk
1810-1813




  • Napoleon vindt dat zijn broer veel te vriendelijk is voor de Nederlanders, en stuurt hem weg.
  • Nederland wordt nu een deel van het Franse Keizerrijk.
  • In 1811 brengt hij zijn eerste, en enige, bezoek aan Nederland.

Slide 13 - Diapositive


Tocht naar Rusland
juni 1812




  • Napoleon had gehoopt dat Rusland een bondgenoot zou zijn van de Fransen. 
  • Dat valt tegen en Napoleon kan maar één ding doen: Rusland aanvallen.
  • Hij verovert Moskou, maar de stad wordt door de Russen zelf in brand gestoken. Napoleon is verbijsterd...

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo


Napoleons terugtocht
oktober 1812




  • Rusland wordt zijn ondergang
  • De Russische tactiek én gevreesde winter verwoesten het Grande Armée van Napoleon.
  • Van de 680.000 soldaten, komen er uiteindelijk 40.000 terug in Frankrijk.

Slide 16 - Diapositive


Verbannen naar Elba
1814




  • Napoleon wordt in 1814 afgezet en verbannen naar het eiland Elba, maar hij weet te ontsnappen en Parijs te bereiken.
  • De Fransen juichen hem toe als hij langsrijdt: Napoleon wordt opnieuw keizer

Slide 17 - Diapositive


Slag bij Waterloo
1815




  • Napoleon is nog 100 dagen keizer, daarna wordt hij verslagen door o.a. Engeland, Pruisen en de Nederlanden in de Slag bij Waterloo (B).
  • Napoleon wordt opnieuw verbannen. Nu voorgoed.
  • De rest van zijn leven zal hij doorbrengen op St. Helena (Atlantische Oceaan)

Slide 18 - Diapositive


Napoleon sterft
1821




Napoleon sterft op 5 mei 1821 op 51-jarige leeftijd aan maagkanker. 
Zijn lichaam werd naar Parijs gebracht, waar zijn praalgraf 
tegenwoordig nog steeds te vinden is.
Nederland is er dan weer een Oranje aan de macht: Koning Willem I

Slide 19 - Diapositive

Erfenis van Napoleon
  • Verkeer: rechts rijden

  • Burgerlijke stand: aangifte van geboorte en sterfte (Code Napoléon)

  • Invoering van achternamen

  • Invoering van het metrieke stelsel (meters, kilometers)

  • Nederland wordt écht één land

Slide 20 - Diapositive

3

Slide 21 - Vidéo

02:23
Het is goed dat een koning meer onder het volk wil leven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage

03:24
"Het katholieke geloof werd gedoogd en de kerken waren van de protestanten"
Bij welk verlichtingsdenken hoort dit? Wat wilden mensen veranderen op het gebied van religie?
A
Godsdienstvrijheid.
B
Democratie.
C
Gelijkheid.
D
Eerlijkheid.

Slide 23 - Quiz

04:25
Ben je het eens met de uitspraak van Frank Lammers? "Je kunt beter een buitenlandse koning hebben die alle problemen oplost dan een Nederlandse die dit niet doet".
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Lodewijk de zestiende
Willem de vijfde.
Napoleon Bonaparte
Robbespierre.

Slide 25 - Question de remorquage

Wat heeft napoleon veranderd in ons land?
1. We hebben nu een metriek stelsel.
2. We hebben nu zorgtoeslag.
3. We hebben achternamen.
A
1, 2 en 3 zijn waar.
B
1 en 2 zijn waar.
C
2 en 3 zijn waar.
D
1 en 3 zijn waar.

Slide 26 - Quiz

Napoleon kroonde zichzelf tot keizer en op welke manier heeft hij zijn gebied en macht uitgebreid?
A
Door het netjes te vragen.
B
Door oorlogen te voeren.
C
Door steden in de brand te steken.
D
Door het met stemmen te winnen.

Slide 27 - Quiz

Waarom waren de Nederlanders blij dat de Fransen in Nederland kwamen?
A
De Fransen waren goede vrienden van de NL,ers.
B
De Fransen waren beter in het voeren van revolutie.
C
De Fransen kwamen de NL,ers helpen tijdens de revolutie.
D
De Fransen hadden betere kanonnen. Dat was goed voor het leger.

Slide 28 - Quiz

Hoe heette Nederland na de Bataafse revolutie?
A
De Franse republiek.
B
Republiek Waterloo.
C
De Bataafse republiek.
D
De Nederlandse republiek.

Slide 29 - Quiz

Patriotten
Orangisten
Voor de stadhouder.
Tegenstander van de stadhouder

Slide 30 - Question de remorquage

Waarom kwam het volk in opstand tijdens de Bataafse revolutie?
A
De Nederlanders vonden de stadhouder niet leuk.
B
Er was erg veel armoede en werkeloosheid in Nederland.
C
De adel en de rijke mensen werden teveel voorgetrokken. Het volk had niks te zeggen.
D
Ze hadden er gewoon zin in.

Slide 31 - Quiz

Wat is een absolute vorst?
A
Een vorst die zijn macht deelt en verantwoording schuldig is aan anderen.
B
Een vorst die zelf kiest wat hij doet en geen verantwoording heeft aan anderen.

Slide 32 - Quiz

Wat is een vrijkorps?
A
Een burgerleger.
B
Een soort koor.
C
Een aparte tak van het leger.
D
Een sportclub.

Slide 33 - Quiz

Wat is het parlement?
A
Een ander woord voor koning.
B
De hofhouding van de koning.
C
Door het volk gekozen leiders.
D
Een beroep in de bouw.

Slide 34 - Quiz

Wat is een democratie?
A
Een land waar het parlement regeert.
B
Een land waar de koning regeert.
C
Een land waar niemand regeert.
D
Een land waar het volk regeert.

Slide 35 - Quiz

Blooket

Slide 36 - Diapositive