Teken in je schrift 2311Na volgens het atoommodel van Bohr (met K,L,M-schillen).
1,5 minuten
In je schrift
timer
1:30
Slide 9 - Diapositive
Atoommodel Bohr Na-23
Atoomnummer = 11
Massagetal = 23
In de kern zitten 11 protonen en 23-11=12 neutronen
In de elektronenschillen (K,L,M) zitten 11 elektronen: 2, 8, 1
Wat verklaart de reactiviteit van natrium?
Slide 10 - Diapositive
Eigenschappen verklaren
Aan de hand van het atoommodel van Bohr kunnen veel eigenschappen van stoffen worden verklaard en voorspeld.
In de scheikunde maak je voortdurend een koppeling tussen macroniveau (waarneembaar) en het microniveau (niet waarneembaar).
Slide 11 - Diapositive
Macro en micro
Macroniveau: waarneembaar en meetbare eigenschappen, bijv. kleur, hardheid, geleidbaarheid, smelt- en kookpunt.
Microniveau: beschrijving op deeltjesniveau (moleculen, ionen, elektronen, bindingen).
Slide 12 - Diapositive
Reactiviteit van natrium
Macroniveau: natrium reageert heftig met water.
Microniveau: een natriumatoom heeft 1 valentie-elektron waar hij vanaf wil om de edelgasconfiguratie te bereiken.
Slide 13 - Diapositive
De geur van een geurkaars
timer
0:05
A
Macro
B
Micro
Slide 14 - Quiz
Chloor heeft 7 valentie-elektronen
timer
0:05
A
Macro
B
Micro
Slide 15 - Quiz
timer
0:05
A
Macro
B
Micro
Slide 16 - Quiz
Koperdraad is buigzaam
timer
0:05
A
Macro
B
Micro
Slide 17 - Quiz
De soortelijke warmte van water is 4,18 kJ per kg per Kelvin
timer
0:05
A
Macro
B
Micro
Slide 18 - Quiz
Magnesiumatomen hebben een sterke metaalbinding
timer
0:05
A
Macro
B
Micro
Slide 19 - Quiz
Metaalbinding
Slide 20 - Diapositive
Opdracht
Tweetallen: ± 8 minuten / Lees 2.3 en verklaar de volgende eigenschappen van metalen (macroniveau) op microniveau: groep a) elektrische en warmte-geleidbaarheid groep b) hoog smeltpunt groep c) vervormbaarheid.
Na 8 minuten: op het bord aan de klas uitleggen
Slide 21 - Diapositive
Bespreking opdracht
In je antwoord moet je minimaal de volgende begrippen noemen:
Elektrische en warmte-geleidbaarheid: metaalrooster, beweging elektronen/atomen
Hoog smeltpunt: sterkte metaalbinding, energie
Vervormbaarheid: metaalrooster
Edelheid: elektronen-/edelgasconfiguratie
Slide 22 - Diapositive
Filmpjes: edelheid van metalen
Neem de tabel over en vul in terwijl je de filmpjes kijkt. (10 min)
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Vidéo
Slide 25 - Vidéo
Slide 26 - Vidéo
Slide 27 - Vidéo
uitwerking
100 gram Nordic gold bevat 89 gram Cu en 5,0 gram Al.
89 gram Cu bevat 89 / 63,5 = 1,40 (mol) Cu. 5,0 gram Al bevat 5,0 / 27,0 = 1,85 x 10-1 (mol) Al.
De molverhouding Cu : Al is dus 1, 40 / (1,85 x 10-1) = 7,6 : 1,0.
Bindingstype in Nordic gold: metaalbinding juist = 1 punt.
uitwerking 32: De atoomdiameter van Al is groter dan die van Zn, maar kleiner dan die van Sn. De lijn zal dus steiler moeten lopen dan die van Zn, maar minder steil dan die van Sn. Dus lijn II geeft de invloed van de aluminium -atomen op de hardheid van een koperlegering weer.
Toelichting puntenscore:
Atoomdiameters van Al, Zn en Sn juist vergeleken = 1 punt.