U3 les 5

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

BONJOUR et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Lundi 24 janvier

Les objectifs pour aujourd'hui :

- Jij kunt het bijvoeglik naamwoord in zinnen aanpassen;

- Jij kunt de bijzondere gevallen herkennen en in zinnen aanpassen;

- Jij kunt zinnen met bijvoeglik naamwoord produceren;

- Jij kunt het werkwoord "mettre" in zinnen vervoegen.

Klaas est grand. Dalyssa est....

L'adjectif 

Het adjectif  past zich aan aan het zelfstandig naamwoord waarop het adjectif  terugslaat.

Le grand-père est vieux. La mamie est...

Attention

	Mannelijk enk	Mannelijk meerv	Vrouwelijk enk	Vrouwelijk meerv
nieuw	nouveau	nouveaux	nouvelle	nouvelles
mooi	beau	beaux	belle	belles
oud	vieux	vieux	vieille	vieilles

Merdan est beau. Aya est...

Soufian est un beau garçon.
Léonardo di Caprio est un .... homme.

andere uitzonderingen

een aantal zeer onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden

manlijk enkelvoud	manlijk enkelvoud bij klinker of stomme "h	manlijk meervoud	vrouwelijk enkelvoud	vrouwelijk meervoud
beau	bel	beaux	belle	belles
nouveau	nouvel	nouveaux	nouvelle	nouvelles
vieux	vieil	vieux	vieille	vieilles
long		longs	longue	longues
gros		gros	grosse	grosses
blanc		blancs	blanche	blanches

Sam est joyeux. Agibail et Lina sont...

Les adjectifs en -x et -f

Dere est sportif. Noor est....

Les adjectifs en -x et -f

Unee maison est rouge. Un placard est...

ATTENTION!!!!

Eindigt een bijvoeglijk naamwoord al op een E? 

Dan geen extra E bij de vrouwelijke vorm!

Bv : Un pull rouge, une robe rouge.

Un fromage est français. Deux fromages sont...

  Het bijvoeglijk naamwoord

UITZONDERING:

-e (VRL)	Als het BN eindigt op -e, geen extra e bv: une chose roug e
-s, -x (MNL) en MV	Als het BN eindigt op -s of -x, geen extra s bv: un livre françai s / deux livres françai s un vieu x sac/ des vieu x sacs

Ce professeur est fou. Madame Baichere est...

Uitzonderingen vervolg

op pagina 115-116 vind je nog een aantal bijzondere vormen:

vieux-vieille                   blanc-blanche          gros-grosse

nouveau-nouvelle      fou - folle

bon-bonne                     long-longue

* ken ook de Nederlandse betekenis. Leer apprendre 5, p 115,116 goed .

Il y a un nouvel avis sur internet. Il y a des ..... avis sur internet.

! Attention !

Bijzondere mannelijke vormen

Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een :

-eau--> dan komt er een -x achter bij mannelijk meervoud

bv. un  beau livre - des beaux livres

Le Louvre est un musée national. Le Louvre et le musée d'Orsay sont des musées....

! Attention !

Bijzondere mannelijke vormen

Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een:

-al --> dan eindigt het mannelijk meervoud op - aux

bv. Un musée national - des musées nationaux.

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans.

Het bijvoeglijk naamwoord in het Frans staat:

1- achter de persoonsvorm of

2- voor/achter het zelfstandig naamwoord

voor:      grand - petit - nouveau - beau - joli - vieux - premier

achter: de kleuren en alle andere bijvoeglijke naamwoorden

Zelfstandig werken

Ouvre ton livre page 127.

Fais l'exercice 16H.

tip 1: les roses et les tulipes sont des fleurs.

tip 2: "beau" est le contraire (tegenstelling) de "moche"

Klaar? Commence l'exercice 16I.

Correction de l'exercice 16H, page 127

• voiture rose
• rose = al een "e" achter = geen extra "e"
• rose = kleur = achter het zelfstandig naamwoord
• entrainement intensif (enkelvoud, mannelijk)
• des prix internationaux
• un prix international = des prix internationaux

Correction de l'exercice 16H, page 127

• un vieil appartement
• oud = vieux. Appartement is mannelijk enkelvoud en begint met een klinker = vieil 
• glace délicieuse
• un croissant délicieux; une glace délicieuse
• bonne équipe
• bon / bonne (extra "n")

Correction de l'exercice 16H, page 127

• des belles fleurs
• beau = belle
• ces placards moches

Opdracht 16I. Kies uit elk kolomn een woord en maak een hele zin.

le verbe" mettre"

au présent (tegenwoordige tijd)

mettre = leggen, zetten, aantrekken

Écris des phrases avec le verbe mettre au présent

Tu - mettre - la table pour le dîner ?

Paul et moi, nous - mettre - la table.

Qu'est-ce qu'elle - mettre - comme  vêtements pour le gala ?

Elle et Marie - mettre - une jolie robe de soirée.

Vous - mettre - vos livres sur la table.

Je - mettre - mes baskets.

mettre

Zelfstandig werken

Ouvre ton livre page 124.

Fais les exercices 8F et 8G sur le verbe "mettre".