TM HST 9 afweersysteem

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Afweersysteem

ZZO.2SA

	Anatomie		Pathologie
Week 1	Kennismaken en orientatie	1	Gezondheid en ziekte	1
Week 2	Cellen en weefsels	2	Infectieziekte	3
Week 3	Afweersysteem	9	Ontstekingen en afweer	2
Week 4	Huid	3	Huidziekte	11

Week 5	Bewegingsstelsel	8	Gewrichtsziekten	10
Week 6	Spijsverteringsstelsel	4	Spijsvertering	8
Week 7	Urinestelsel	5	Urinewegen	9
Week 8	Leergesprek over fysiologie		Slaapstoornis	5
Week 9	Uitloop/TM		Uitloop/TM

Terugblik les cellen en weefsels

Nog vragen over cellen, celdeling en weefsels?

Tabel ingevuld inleveren

Leerdoelen

Je kunt:

1. Uitleggen in welke drie verdedigingslinies je het afweersysteem kunt verdelen.
   
2. Beschrijven op welke vier manieren huid en de slijmvliezen zich verdedigen tegen ziektekiemen.
   
3. Beschrijven hoe je een ontstekingsreactie herkent.
4. Uitleggen hoe de cellen van de specifieke afweer ziektekiemen aanvallen.
5. Uitleggen waar de belangrijkste onderdelen van het lymfestelsel liggen en welke functies ze hebben.

Besmetting

“Het binnendringen van schadelijke micro-organismen in ons lichaam”​

Leidt niet altijd tot ziekte! ​

Verschillende manieren: ​

•  Inademen van lucht                                             = aerogeen
•  via maag/darmkanaal                                         = enteraal
•  via de huid /slijmvliezen (wonden) ​              = cutaan
•  via het bloed (bijv. prikaccident) ​                   = hematogeen
•  via sperma, moedermelk, lichaamsvocht ​ = genitaal

Niet altijd ziek omdat

het aantal ziekteverwekkers op of in het lichaam te weinig is.

-de aanvalskracht van die ziekteverwekkers te weinig is. 

- de weerstand van het lichaam is te hoog

verdedigingslinies

Welke verdedigingslinies heeft je lichaam om ziektekiemen af te weren?

Op welke 4 manieren houd ons lichaam ziekteverwekkers tegen?

1e Huid en slijmvliezen

2e Maagzuur

3e Afweersysteem

4e Milt en zwezerik

1e Huid en slijmvliezen

Wat produceert je huid en slijmvliezen zodat ze bacteriën tegen kunnen houden?

1. Talg
2. Dode huidcellen
3. Zweetklieren
4. Goede bacteriën

1. Talg = vetachtige stof = waterafstotend = ziektekiemen blijven minder aan huid plakken

2. Dode huidcellen raak je kwijt met ziektekiemen erbij

3. zweetklieren maken huid lichtzuur en kunnen bacterien niet tegen

4. goede bacterien verdringen ziektekiemen

Huid en slijmvliezen

Maar ook:

1. Speeksel en traanvocht
2. Urine
3. Zure afscheiding vagina

1. Speeksel en traanvocht bevatten bacterie dodende stof

2. Urine spoelt urinewegen schoon

3. Zure afscheiding dood bacterien

2e maagzuur

Maagzuur dood bacteriën

Maar ook:

Darmen 

Luchtwegen

Wat zien we bij een
ontstekingsreactie?

Ontstekingsreactie

1. Rood
2. Warm
3. Zwelling
4. Pijn
5. Gestoorde functie 

Koorts bij ontsteking

1. Afbraakproducten van de ziektekiemen komen in bloed
2. Interne thermostaat gaat daarmee omhoog
3. Afweerprocessen gaan sneller verlopen
4. Remt groei van bacteriën 

3e Afweersysteem

Bestaat uit afweercellen en antistoffen

Afweercellen worden aangemaakt in beenmerg, milt en lymfeknopen

Niet specifieke afweercellen

• Witte bloedcellen
• Geen onderscheid ziektekiemen en geen geheugenfunctie
• Gemaakt in het beenmerg
• Bevinden zich in bloed, weefsels en lymfesysteem
• Dode witte bloedcellen vormen etter (pus --> ophoping= abces)

Specifieke afweercellen

• Hebben geheugenfunctie
• gemaakt in beenmerg en zwezerik  

Zoek op

Wat is het en wat doet het?

1. Lymfestelsel
2. De milt
3. Zwezerik

Lymfestelsel

• Lymfestelsel gesloten buizensysteem met heldere kleurloze vloeistof
• Neemt overtollige vocht en afvalstoffen in de weefsels op en geeft dit gezuiverd terug aan het bloed
• Lymfeknopen bevatten veel afweercellen

De milt en zwezerik

De milt is een onderdeel van de bloedsomloop en zuivert het bloed van ziektekiemen

De zwezerik is een orgaan dat vanaf de geboorte afweercellen produceert en hebben een geheugenfunctie

Vooral actief vanaf geboorte tot puberteit

Opdracht

Maak in TM de 10 verwerkingsopdrachten bij HST 9 (afweersysteem)

Opdracht 4 en 5 hoeven niet.