Drama: Emotie en sfeer

      Drama: 
Emoties en Sfeer
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaBasisschoolGroep 5,6

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

      Drama: 
Emoties en Sfeer

Slide 1 - Diapositive

Hoe voel jij je vandaag?

Slide 2 - Diapositive

Emotie en Sfeer 
We maken een kort stukje theater 
 
We verwerken er drie emoties in 

We houden rekening met de 5 W's
        
We voegen sfeer toe

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn de 6 basisemoties?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Vidéo

Emoties kun je horen...........
Fragment 1, 
welke emotie hoor je ? 
Fragment 2, welke emotie hoor je ?
Fragment 3, welke emotie hoor je ?

Slide 6 - Diapositive

We gaan draaien en kiezen 1 emoties uit. Oefen één van de zinnen met deze emotie. 
Denk aan wat je hoort én wat je ziet!

Enkele voorbeelden: 

- Straks maak ik mijn huiswerk. 

- Ik eet graag frietjes. 

- Ik ga vaak fietsen. 

- Joepie, morgen is het vakantie!

- Joepie, morgen is het school!

- Zal ik op je wachten?

- ... (bedenk je eigen zin)

Slide 7 - Diapositive

Wat is sfeer?

Slide 8 - Diapositive

Wat is sfeer?
Sfeer is een gevoel, een stemming die mensen kunnen krijgen in een bepaalde situatie.
bv. verjaardagsfeest, het moment waarop een dure vaas breekt...
De sfeer kan positief of negatief zijn. 

Slide 9 - Diapositive

Wat zijn de overeenkomsten?
Wat zijn de verschillen?
Waar kijk je naar?

Slide 10 - Diapositive

de 5 W's 
Om emoties of de sfeer te kunnen zien moeten we goed kijken en luisteren.
-> Wat hebben de foto's gemeen met elkaar? (waar? en wat?)
-> Wat zijn de grote tegenstellingen? (wie?, wanneer?, waarom?)

Slide 11 - Diapositive

Sfeer
  • Wat is sfeer ?
  • Hoe kun je sfeer creëren in een scene van een toneel? 
  • Hoe kun je sfeer verduidelijken? 
 

Slide 12 - Diapositive

Criteria:
- Je bedenkt een korte scene 
- Je verwerkt er drie duidelijke emoties in (zien en horen)
- Je houdt rekening met de 5 W’s (Wie? Wanneer? Waarom? Waar? Wat?)
- Verdieping: je voegt een sfeerelement toe

Slide 13 - Diapositive

We gaan draaien en kiezen 3 emoties uit. Bedenk daarna een korte scene met deze 3 emoties !
Denk aan de 5 W's : wie, wat, waarom, wanneer en waar!

Slide 14 - Diapositive