Injecteren i.m.

Injecteren
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Injecteren

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al van injecteren?

Slide 2 - Carte mentale

Toedienen van een vloeibaar medicijn vanuit een spuit via een holle naald in het lichaam
Aan het eind van de les kun je in eigen woorden vertellen:
  • op welke manieren je kunt injecteren
  • waarom je injecties geeft
  • hoe je moet injecteren
  • waar je wel en niet mag injecteren 

Wat zijn je eigen leervragen over injecteren?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Injecteren kan op verschillende manieren:
  • Intramusculair = = i.m. = in de spier 
  • Subcutaan = s.c. in het onderhuids vetweefsel
  • Intracutaan = i.c. = in de huid
  • Intraveneus = i.v. = in het bloedvat

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Injecteren kan op verschillende manieren:

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke injecties mag je als doktersassistente geven?
A
subcutaan
B
subcutaan, intramusculair en intracutaan
C
intracutaan en intraveneus
D
subcutaan, intraveneus, intracutaan en intramusculair

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom gaan medicijnen soms per injectie en niet als tablet?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Intramusculaire injectieplaatsen
Bovenbeen
Bovenarm
Bil: bovenste buitenste kwadrant

Slide 8 - Diapositive

  • Buiten maagdarmkanaal om (braken/nuchter)​
  • Buiten maagdarmkanaal om i.v.m. afbreken medicijn​ (insuline)
  • Werkingsduur​ (depot)
  • Precieze dosering 
Wat heb je nodig om te injecteren?
  • Spuit met conus en zuiger
  • Veilige naalden 
  • Ampul of flacon

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor een intramusculaire injectie gebruik je een:
A
blauwe naald
B
oranje naald
C
groene naald
D
roze naald

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan je i.m. injecteren?

  • Loodrechttechniek of stretchtechniek: huid strak trekken

  • Griepvaccin: bovenarm, luchtbel laten zitten

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:16
Waar spuit je de medicatie bij een intramusculaire injectie?
A
In de ader
B
In de huid
C
In de spier
D
In het vetweefsel

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar mag je niet injecteren?
  • De buurt van grote bloedvaten​
  • Littekenweefsel​
  • Plaatsen die ontstoken of pijnlijk zijn.​
  • Verlamde ledematen​
  • Ledematen met trombose of oedeem.​
  • Plaatsen met rode of blauwe verkleuringen








Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar mag je niet injecteren?
  • Een geopereerd of te opereren gebied​
  • Een hematoom​
  • Plaatsen die hard aanvoelen​
  • Een arm met een infuus of shunt









Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de nadelen/gevaren van een injectie?

Slide 16 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan er mis gaan bij injecteren?
  • Zenuw aanprikken (klapvoet)
  • Bloedvat aanprikken (hematoom)
  • Infectie
  • Allergische reactie
  • Medicatiefout

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je geleerd over injecteren?

Slide 18 - Carte mentale

Toedienen van een vloeibaar medicijn vanuit een spuit via een holle naald in het lichaam
Vertel in eigen woorden:
  • op welke manieren je kunt injecteren
  • waarom je injecties geeft
  • hoe je moet injecteren
  • waar je wel en niet mag injecteren 

Wat zijn nu je leervragen over injecteren?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions