8.3 Je bloed vervoert

In de formule voor VERBRANDING ontbreekt.... ?
Zuurstof + ..... --> water, koolstofdioxide en energie
A
koolhydraten
B
eiwitten
C
vetten
D
glucose
1 / 21
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

In de formule voor VERBRANDING ontbreekt.... ?
Zuurstof + ..... --> water, koolstofdioxide en energie
A
koolhydraten
B
eiwitten
C
vetten
D
glucose

Slide 1 - Quiz

Slide 2 - Vidéo

Hoe komen spieren aan energie?
A
dat halen ze uit zuurstof
B
dat halen ze uit het bloed
C
dat halen ze uit glucose
D
dat halen ze uit de ademhaling

Slide 3 - Quiz

Verbranding levert ook stoffen op, waaronder een stof die we moeten uitademen. Welke is dat?
A
lucht
B
stikstof
C
zuurstof
D
koolstofdioxide

Slide 4 - Quiz

Afvalstoffen probeert ons lichaam kwijt te raken. Welke stof scheiden de nieren uit?
A
water
B
eiwitten
C
koolstofdioxide
D
glucose

Slide 5 - Quiz

Hoe komen de noodzakelijke stoffen overal in je lichaam terecht?
A
via de bloedsomloop
B
via de ademhaling
C
via het zenuwstelsel
D
via het spierenstelsel

Slide 6 - Quiz

8.3 Je bloed vervoert

Slide 7 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe je bloed stoffen vervoert
  • Je kunt 3 soorten bloedvaten met hun kenmerken benoemen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Samenstelling Bloed

Slide 10 - Diapositive

Bloedplasma
  • Bloed bestaat voor 55% uit bloedplasma en 45% uit bloecellen
  • In het bloedplasma zitten water (91%), plasma-eiwitten (7%) en opgeloste stoffen (o.a. zouten)
  • Het bloedplasma vervoert veel stoffen (zoals voedingsstoffen, koolstofdioxide, afvalstoffen en een klein beetje zuurstof)

Slide 11 - Diapositive

Rode bloedcellen
Hemoglobine

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slagaders
  • Slag van het hart = bloeddruk 
  • Zuurstofrijk

Slide 14 - Diapositive

Haarvaten
  • Erg dun 

  • Geen slag meer

  • Opname en afgifte 
  • (bijvoorbeeld van O2 en CO2)

Slide 15 - Diapositive

Aders
  • Kleppen
  • Minder dik dan de slagder 

  • 'zuurstofarm'

Slide 16 - Diapositive

Welke bloedvaten hebben kleppen?
A
slagaders
B
aders
C
haarvaten
D
alledrie

Slide 17 - Quiz

Hoe heet een bloedvat waarin bloed van het hart afstroomt?

Slide 18 - Question ouverte

Het bloedvat waarin bloed naar de nier toe stroomt heet... ?

Slide 19 - Question ouverte

Deze les 
Opdrachten 1 t/m 11 van paragraaf 8.3 maken 
Klokhuis (15 min)


Slide 20 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe je bloed stoffen vervoert
Je kunt 3 soorten bloedvaten met hun kenmerken benoemen
Je kunt beschrijven hoe stoffen vanuit het bloed bij je cellen komen

Slide 21 - Diapositive