5.4. Nederland en migratie

5.4 Nederland en migratie

3 Havo
Hoofdstuk 5
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.4 Nederland en migratie

3 Havo
Hoofdstuk 5

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
§5.4 - Nederland en Migratie
  • Migratiepatronen in Nederland
  • Gevolgen van migratie in Nederland

Filmpje 
Zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

Is er in Nederland meer emigratie of immigratie?
A
emigratie
B
immigratie

Slide 3 - Quiz

Immigratie = naar Nederland toe verhuizen (Nederland in)
Emigratie = uit Nederland verhuizen (Eruit verhuizen)
Migratie = verhuizen

Slide 4 - Diapositive

Wat betekent het voor de bevolkingsgroei als er meer immigratie is in Nederland?

Slide 5 - Question ouverte

Groepen migranten 
Koloniale migranten : migrant die verhuist van een voormalig kolonie naar het moederland.

Kwamen uit:
Indonesië
Suriname
Nederlandse Antillen

Slide 6 - Diapositive

Koloniale migratie
Eerste migranten uit voormalige
kolonies NL.
Zij kwamen vooral vlak na 
onafhankelijkheid

Slide 7 - Diapositive

Gastarbeiders
* Vanaf de jaren '60 kwamen veel gastarbeiders naar Nederland 
* Er was veel werk
* Turken, Marokkanen, Zuid- Europeanen
* Ze waren hier  ''te gast''

Slide 8 - Diapositive

Veel gastarbeiders kwamen vanaf '60 in NL werken. Waarom werden zij 'gastarbeiders' genoemd?
A
Zij waren betere arbeiders dan de Nederlanders.
B
Ze waren in Nederland te gast, ze zouden terugkeren.
C
Ze waren speciale gasten, ze hadden een andere cultuur.

Slide 9 - Quiz

Vluchtelingen vanuit conflictgebieden

Slide 10 - Diapositive

Vluchtelingen naar Nederland

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Arbeidsmigranten uit Oost-Europa

Slide 13 - Diapositive

Kenniswerkers vanuit de hele wereld

Slide 14 - Diapositive

4

Slide 15 - Vidéo

02:11
Waarom kwamen er veel Belgen naar Nederland?
A
De Efteling was toen net gebouwd.
B
Ze kregen geld om naar Nederland te gaan
C
Nederland was een neutraal land.
D
Ze kregen voor het eerst vakantie. Nederlandse stranden waren dichtbij.

Slide 16 - Quiz

03:32
Waar komen de meeste immigranten tegenwoordig vandaan?
A
Europa
B
Afrika
C
Azië
D
Amerika

Slide 17 - Quiz

04:44
Hoeveel procent van de Nederlanders heeft een migratie-achtergrond?
A
5%
B
15%
C
25%
D
35%

Slide 18 - Quiz

05:58
Waarom was er in 2020 in Nederland sprake van een hoge sterfte?

Slide 19 - Question ouverte

Gevolgen migratie
Zie zestal punten §5.4, o.a.:
  • Onstaan multiculturele samenleving
  • Scherper integratiebeleid in 21e eeuw 
  • Discussies over toelating migranten in NL 

Slide 20 - Diapositive

Noem een positief gevolg van immigratie in Nederland gekeken vanuit de demografische dimensie.

Slide 21 - Question ouverte