Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Erasmus
Ontdekkers en hervormers
Slide 1 - Diapositive
Wat hoort waar? Sleep naar de goede plek.
Prehistorie
3000 v. Chr.
500
1000
1500
Slide 2 - Question de remorquage
1500
v. Chr.
1000
v. Chr.
500
v. Chr.
1
500
1000
1500
2000
2050
Sleep de iconen naar de juiste plek in de tijdlijn.
Kijk in de klas naar de posters voor tips
Slide 3 - Question de remorquage
Wat weet je al...
Nederland had grotere steden die (zee)handel hadden met andere steden in Europa.
Nederland was Christelijk (Protestants/Rooms Katholiek)
Monniken kunnen lezen en schrijven (Latijns) en wonen in kloosters.
Het gewone volk gaat niet naar school, zijn arbeider/boer.
Om een ambacht te leren ging je naar een gilde (timmergilde, bakkersgilde)
De ideeen over de wereld waren nog niet altijd kloppend. Is de aarde plat? Maken eieren de aarde vruchtbaar in het voorjaar?
Slide 4 - Diapositive
Lesdoel
Aan het einde van de les kun je vertellen:
Wie Erasmus was
Welke boeken Erasmus schreef
Wat een humanisten belangrijk vinden
Waarom Erasmus belangrijk was
Slide 5 - Diapositive
Dit is Desiderius Erasmus
Erasmus werd waarschijnlijk in 1469 in Rotterdam geboren als zoon van een priester en ongetrouwde huishoudster. Dat was een schandaal! On-ge-trouwd!
Het was al snel duidelijk dat hij monnik moest worden, dat is netjes en vroom. (=gelovig, godsdienstig)
Slide 6 - Diapositive
Wat is theologie?
A
kennis over Theo
B
kennis over eten
C
leer over god
D
kennis over god en godsdienst
Slide 7 - Quiz
Lezen maakte hem slim en kritisch
Erasmus dook in de boeken over de klassieke oudheid (de tijd van de Grieken en de Romeinen). Over Odysseus, over Troje, over Romulus en Remus, gedichten, boeken over architectuur.
Hij las veel mogelijk over zoveel mogelijk verschillende onderwerpen.
Erasmus was nieuwsgierig!
Ik denk zelf na over wat ik doe!
Het kloosterleven met zijn strenge regels was niets voor Erasmus.
Dat was hem te gehoorzaam. Alsof je zelf niet als mens kon nadenken!
Zijn enorme kennis van het Latijn (de taal van de Romeinen) maakte het mogelijk dat Erasmus het klooster kon verlaten.
Zijn eigen zin (eigenzinnig) en zijn eigen wijs (eigenwijs) volgen.
Slide 8 - Diapositive
Waarom was het kloosterleven niets voor Erasmus?
Slide 9 - Question ouverte
Erasmus als geleerde
Hij reisde als geleerde door Europa en verdiende zijn geld met het schrijven van Latijnse teksten. Een schrijver, dus.
Brieven schrijven!
Zoals een Youtuber nu fans heeft en likes krijgt, zo had Erasmus ook fans.
Hij had een groeiende groep fans die hem steunden (met geld).
Via een groot brievennetwerk hield hij contact met vrienden en mensen die zijn ideeën deelden.
Dus niet even een 'like', maar steeds dus brieven schrijven en versturen! Alles op papier, en versturen met de post! Kan je je voorstellen hoeveel werk dat is?
Slide 10 - Diapositive
Wat veranderde erna de Middeleeuwen?
A
leven werd veiliger
B
wetenschap werd belangrijk
C
er kwam meer eten
door betere landbouwwerktuigen
D
interesse in de wereld
Slide 11 - Quiz
Bijbel
Dit is een oude Bijbel.
Hij is geschreven in het Latijns. de taal van de oude Romeinen. Vroeger konden gewone mensen niet lezen en schrijven, dus luisterden ze in de kerk naar de verhalen over het Christendom.
En door de glas-in-lood ramen hadden ze er plaatjes bij.
Slide 12 - Diapositive
Oude Bijbels waren (hand)geschreven in het...
A
Twents
B
Grieks
C
Latijns
D
Duits
Slide 13 - Quiz
Gutenberg drukpers
Wat een werk, dat overschrijven. Gelukkig had men uitgevonden dat je letters in houten blokken kon snijden, en dit kon afdrukken als een stempel. Dat noem je blokdruk.
Sneller dan schrijven
Johannes Gutenberg verzon dat het ook met losse letters kon. De vaak mooi gekleurde decoraties en sierletters werden achteraf met de hand toegevoegd. Dat scheelde tijd! Nu was het maken van teksten gemakkelijker en sneller!
Typmachine
Nog maar 20 jaar geleden kregen schoolkinderen les op school in typen op de typmachine. Ook dat ging met papier en een lint met inkt. Toen de computer kwam, werden er toetsenborden uitgevonden. Tegenwoord typ je op een digitaal toetsenbord op de iPad.